‘Welkom bij mijn persoonlijke blog, over keto vasthouden in een niet-keto-wereld! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. Je kunt er wat van leren, al heb ik dat liever niet.
En niet alleen heb ik mijn eigen blog, op verzoek van Matty heb ik nu ook een eigen boek geschreven! “Dan kunnen nóg meer mensen lezen hoe briljant je bent!”, zei ze. En nu is het er dus. Het gevecht tegen Het Koolhydratenmonster is een prachtig groot boek vol verhalen over jullie, waarin ik laat zien hoe goed ik ben in precies op het juiste moment dingen fluisteren in je hoofd. Vandaag één van de verhalen uit mijn boek, het gaat over Lianne.
Ik ben dol op kantoren waar normaal de norm is. Lianne is tweeënzestig en werkt al jaren bij de woningcorporatie. Een rustige kracht, altijd aardig, altijd bereid om iets extra’s te doen. Maar haar lichaam liet haar langzaam in de steek.
Ze slikte pillen voor haar bloeddruk, tabletten tegen maagzuur, pijnstillers voor haar gewrichten en af en toe iets om te slapen. Elke ochtend een handvol troost in plastic. De dokter zei dat het bij de leeftijd hoorde, en zij knikte. Maar vanbinnen dacht ze: Moet dit echt zo?
Tot ze op een avond op haar telefoon bleef hangen bij een bericht op Facebook. Een succesverhaal van een vrouw van haar leeftijd, die schreef hoe ze dankzij keto van haar medicijnen af was. Lianne las het drie keer. Ze herkende het gevoel: altijd moe, altijd pijn, altijd honger. Ik probeer het, dacht ze. Dit is mijn laatste poging.
Het was wennen, het nieuwe eten, maar het voelde ook hoopvol en goed. Ik voel hoe ik mijn lijf eindelijk echt aan het voeden ben, dacht ze vaak. Na een maand voelde ze iets wat ze in jaren niet had gevoeld: rust. De maagzuurtabletten verdwenen, de pijnstillers bleven in de la. De bloeddruk zakte, de dokter keek verbaasd. Ze sliep diep, stond zonder pijn op. Ik heb mezelf terug, dacht ze.
Elke dag neemt ze haar eigen lunch mee: soms een salade, soms een restje van de vorige avond, soms een gevulde omelet. Ze loopt tijdens de pauze buiten, eet haar lunch op een bankje in de zon, ademt. Die wandelingen zijn haar rust, haar zekerheid. Buiten is veilig. Daar hoeft ze niets uit te leggen.
Ik loop vaak achter haar aan, maar buiten, tussen het groen, is het moeilijk werken voor me. Tot vandaag.
Vandaag is anders. Er hangt spanning in het kantoor. De directie heeft een mail gestuurd: Vrijdag om twaalf uur een bijeenkomst in de kantine. Als afsluiting van het jaar, met een kleine verrassing. Iedereen is opgewekt. Er wordt gelachen, geraden, gezucht. “Wat zou het zijn?” Lianne glimlacht mee, maar maakt zich zorgen. Het zal wel iets met eten zijn, denkt ze, en haar maag trekt een beetje samen.
De kantine ruikt naar verwennerij. Een uitgebreid buffet met luxe belegde broodjes, soep, warme quiche, zoete broodjes, kerstbrood en mooie taartjes. “Dit jaar geen borrel, maar een gezamenlijke kerstlunch,” zegt de directeur trots. “Als dank voor jullie inzet.” Iedereen is blij verrast. Er wordt geroepen, geapplaudisseerd.
Ik glimlach breed. “Zie je, Lianne? Zelfs het jaar sluit af met mij.” Ze zit aan tafel, haar lunch nog onaangeroerd in een bakje voor haar. De gesprekken bruisen, iedereen geniet. Ze probeert te lachen, maar de geur van het buffet is overal.
Een collega schuift een bord haar kant op. “Neem ook wat, joh. Dit is niet zomaar eten, dit is van de beste cateraar in de stad.” “Dank je, maar ik heb mijn eigen lunch,” zegt ze vriendelijk. “Eet nou mee,” zegt iemand anders. “Anders is het zo raar.” “Ja, kom op,” zegt een ander, “je mag ook wel eens genieten!”
Ik leun over haar schouder. “Ze bedoelen het lief. Je wilt niet ondankbaar lijken, toch? Je zit hier ook niet voor niets.”
Ze kijkt naar de broodjes. Zachte korst, geur van boter, glanzende zalm. Iedereen eet. Het is feest. Ik wil niet anders zijn, denkt ze. Ik fluister: “Eén broodje. Je hebt zo hard gewerkt. Je lijf kan dit heus aan, Lianne. Het is geen terugval, maar een balansdagje.”
Ze pakt een broodje met zalm. Ik kan ook alleen het beleg eten, denkt ze nog. Maar ze negeert die gedachte. Ik wil niet zo opvallen. De eerste hap is hemels. De tweede hap smaakt naar vroeger. Ze zucht. Ik heb dit gemist, denkt ze. Ze glimlacht naar haar collega’s, praat mee.
Niemand ziet het verschil. Alleen ik.
Na de lunch voelt ze het al. Haar buik zwelt, haar hoofd wordt zwaar. De letters op haar scherm dansen. Ze drinkt water, maar haar keel blijft droog. Waarom voelt dit slecht, zo naar en toch zo vertrouwd? denkt ze.
Ik zit op haar printer, glimlachend. “Omdat dit is wie je was, Lianne. En ik heb altijd geweten dat je terug zou komen.” ’s Avonds ligt ze in bed, haar maag borrelt, haar hart gaat tekeer. Dit was maar één keer. Morgen weer goed.
“Ik wil dit niet meer,” zegt ze hardop midden in de nacht. Haar man vraagt wat er aan de hand is. Ze praten over de dag ervoor. De volgende ochtend wordt ze wakker met een hoofd vol watten. De pijn in haar handen is terug, haar knieën voelen stijf.
Ze bakt een omelet met ham en kaas om mee te nemen voor de lunch. “Gaat het weer lukken vandaag?” vraagt haar man zachtjes. “Ja,” zegt ze. “Ik probeer het weer op te pakken.”
Ik loop met haar mee tot de voordeur. “Je kunt wel opnieuw beginnen, Lianne. Maar zolang je blijft proberen, blijf je van mij.” De dagen na de lunch voelt Lianne het verschil. De rust in haar lijf is weg, haar hoofd is zwaar, haar buik onrustig. Haar hoofd verlangt weer naar brood en makkelijk.
‘s Avonds zit ze aan tafel met een kop thee, kijkt naar de kerstverlichting buiten. Ik zit op de stoel naast haar, vriendelijk als altijd. “Je hebt het gezien Lianne. Er is niets ergs gebeurd. Je hebt weer gewoon gegeten en je leeft nog. Waarom zou je jezelf met kerst pijnigen?
Maak het makkelijk. Eet gezellig mee, net als iedereen.” Ze zwijgt. Hoe makkelijk zou dat zijn. Ze ziet het voor zich: de tafel vol eten, haar kinderen, haar man die vraagt of ze gewoon mee-eet. Geen uitleg, geen apart eten, geen vragen. Gewoon normaal.
Ik buig dichterbij. “Je hoeft niet perfect te zijn. Je hebt het al zo goed gedaan. Het is tenslotte kerst.” Ze voelt het trekken. Nog één keer gewoon doen. Daarna begin ik weer opnieuw. Ze vertelt haar man over haar plan.
Hij kijkt haar lang aan. “Lieverd, waarom zou je jezelf dit aandoen? Je weet wat het met je doet.” Ze haalt haar schouders op. “Omdat ik het anders niet volhoud. Iedereen eet mee, ik wil niet wéér degene zijn met mijn eigen bordje.” Hij pakt haar hand. “Je hoeft niet mee te doen om erbij te horen.” Ze zegt niets.
Later, als hij naar bed is, pakt ze haar telefoon en scrolt gedachteloos door Facebook. Tussen de kerstbomen en lichtjes ziet ze een bericht over keto kerstdiners. Geen mensen, geen selfies, maar foto’s van prachtig opgemaakte borden. Feestelijke gerechten, ketoproof en vol kleur.
Ze leest de reacties: ‘Iedereen at mee, zelfs mijn kinderen!’ ‘Het was zó gezellig, en ik voelde me de volgende dag geweldig.’ ‘Ik was zo trots. Het was niet moeilijk te maken en de gasten zeiden dat het smaakte naar restaurant-eten.’ Ze blijft kijken. Lang.
De tafel op de foto lijkt op die van haar. De borden, het licht, zelfs de glazen. Misschien kan ik ook zo doen, denkt ze. Gewoon op mijn manier.
Ik zucht. “Echt, Lianne? Ga je me dit jaar mijn kerst ook al afpakken?”
Ze glimlacht. “Misschien wel.” Ze legt haar telefoon weg en kijkt naar buiten. De lichtjes in de tuin weerspiegelen in het raam. In haar borst gloeit iets zachts, iets stevigs. Ik kies niet tegen jou, denkt ze. Ik kies voor mezelf.
Ik zwijg. Ik voel me verslagen en dat ben ik ook. Maar er komen meer feestjes. En dan ben ik weer van de partij.
Wil je meer van deze verhalen lezen? Je vindt ze in mijn boek, hier vind je meer informatie over mijn boek.
Wil je mij nog beter leren kennen? In het Keto & Support Pluspakket krijg je elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en leer je weer de baas te worden. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!
















