Selecteer een pagina

DAGBOEK 4 Samen met de diëtist

Margot Peters (1983) is getrouwd met Marco en woont in de bossen op de Veluwe. Margot had altijd al overgewicht en op den duur ook steeds meer gezondheidsproblemen. Pas een paar jaar geleden werd ontdekt dat ze PCOS heeft, een aandoening waarbij ‘normaal eten’ met veel koolhydraten, juist averechts werkt. In haar blogs vertelt ze over de lange reis die ze aflegde voordat ze de aanpak van TheNewFood vond en daarna.

19 november 2010

In het kleine kantoortje van de diëtiste stippelen we samen uit wat mijn eetplan zal worden. Ik vind het erg ongemakkelijk. Ik moest voor deze afspraak een week lang een eetdagboek bijhouden. In dat dagboek wordt voor mijzelf al snel helder hoe onregelmatig en ongecontroleerd ik eet. Met gemak sla ik het ontbijt over, maar op een ander moment overvalt een eetbui me en eet ik heel veel achter elkaar.

Dat durf ik niet te delen. Mijn eetdagboek is dan ook de ‘magere’ versie van wat ik daadwerkelijk eet. Redelijk waarheidsgetrouw, en op zo’n manier opgeschreven dat ik nog enige eigenwaarde voel. Uiteindelijk ligt er dan een eetplan op tafel. Ik moet zes keer per dag gaan eten. Drie hoofdmaaltijden en drie tussendoortjes. Ik zal moeten gaan kiezen voor de magere producten, letten op de calorieën en zorgen dat ik precies eet wat nu past bij het zakken naar het juiste BMI.

Miss positivo

Ik vind het lastig. Ik heb eerder diëten gedaan en iets in mij vertrouwt er niet op dat het nu wel zou slagen. Tegelijkertijd ben ik ook goed in naar een doel toewerken. Dit is hoe het vaak voor mij werkt: ik heb een soort ‘miss positivo’-stand. Ik verzamel dan al mijn energie en goede moed in één keer, ben ontzettend perfectionistisch en trek een goede sprint. Daarop scoor ik goed. En dit keer heb ik een groot doel: de wens om een kindje te krijgen. Dus… schouders eronder en gaan met dat nieuwe plan! 

Ik kan dit! Ik heb meerdere keren gelijnd dus ik weet wel hoe het werkt en heb deze keer een goede motivatie. Ik ben goed in mezelf goede moed in praten en het lichter maken dan het is. Alles wat me kan verleiden verdwijnt uit de kasten thuis. Mijn man heeft instructies gekregen wat betreft zijn rol in dit geheel. Hij is de steunende man die met mij meedoet vanwege ‘het goede doel’. Wij gaan ervoor!

Volgens plan

De eerste week gaat goed! Yes, meteen afgevallen. De tweede week gaat mee in die flow. Ik doe wat het schema zegt en ik ga vooruit. De resultaten geven me goede hoop en zorgen dat ik positief kan blijven. Ik ken dit van mezelf; zo begin ik altijd als ik afval. Door de vele verplichte maaltijden op een dag ben ik ook de hele dag met eten bezig. Dat geeft toch iets van de vervulling die ik altijd heb gevonden in eten.

Maar de derde week begint met een teleurstelling. Ik ben niet afgevallen. Hoe kan dat nou, ik doe toch zo mijn best? Ik doe toch wat er gezegd wordt, ik doe zelfs éxact wat ik moet doen. Waarom zakt het aantal kilo’s niet? Dat gewicht MOET zakken, anders kunnen ze me niet helpen bij mijn kinderwens. Er gebeurt wat er altijd gebeurt: ik vraag veel van mezelf door het heel goed te moeten doen, en dan eindigt het in een teleurstelling.

Gefaald

De teleurstelling van deze keer, maar ook van alle eerdere dieetpogingen bij elkaar, hakt er ineens in. Ik heb het gevoel dat ik het niet goed doe, faal en dat het allemaal een gebed zonder einde is. Al die gedachten maken me somber en daar is de eerste eetbui alweer. Stiekem, natuurlijk stiekem, want ik ga mijn man en de diëtist toch niet laten zien dat ik mezelf niet onder controle heb?

Ik haal de chips, het snoep en het ijs bij de supermarkt en zorg dat de sporen van mijn eten weg zijn voordat een ander iets doorheeft. Dit kan ik goed, ik ben expert. Ik doe dit al sinds de middelbare school. Ondertussen begin ik steeds meer te verdrinken in alle gedachten in mijn hoofd. De vierde week doe ik erg mijn best om het ritme weer op te pakken en de ‘miss positivo’-stand weer te vinden. Maar het lukt niet meer, de daadkracht is eruit en ik zit in een negatieve spiraal. Ik voel vooral verdriet.

Waarom lukt het niet?

Waarom kan ik dit niet? Waarom lukt het me niet dit te doen voor mijn diepste wens? Ik moet mezelf toch kunnen motiveren? Het liefste wil ik huilen, maar dat lukt niet, dus eet ik mijn gevoel weg. Ik wil niet dat de diëtiste dit weet, het liefst wil ik dat helemaal niemand deze kant van mij kent. Maar ik wil ook afvallen voor die diepe wens van mijn man en ik. Ik verzamel al mijn moed en deel mijn donkere gedachtes. Bij de diëtiste vertel ik wat er gebeurt, maar de eetbuien zwak ik een beetje af.

Ik vertel geen vertrouwen meer te hebben omdat dit altijd gebeurt. Zij legt haar positiviteit naast het mijne. We spreken af dat we het nog twee weken proberen. Ik moet alles bijhouden wat ik eet. Ik schrijf op wat ik heb gegeten, maar ik lieg. Ik eet veel en veel meer. Ik eet stiekem en ik schaam me. Ik schaam me naar mezelf en naar mijn man. Ik ken deze spiraal maar al te goed en die wordt alleen maar dieper.

Niet opgeven

Ik kan niet anders meer. Ik geef aan dat ik meer hulp nodig heb. De diëtiste zegt dat ze me daar niet bij kan helpen. Ze kan mij enkel motiveren en positiviteit in spreken. Maar dat is niet voldoende. Ik voel dat er iets niet klopt. Ik word depressief van dit gedoe, ik verlies te veel controle, ik faal te snel en te hard. Ik wil het niet zien, ik wil het niet voelen, ik wil het niet weten. Ik wil gewoon mijn doelen halen en dat is nu net wat me niet lukt.

Maar ik wil niet dat dit het einde van het verhaal is, tot ik weer eens een opleving heb om te gaan diëten. Ik heb een drive, ik wil dat kindje zo graag verwelkomen. Dat het afvallen niet lukt, betekent niet dat ik opgeef. Ik ga op zoek naar de ruimte in mezelf. Waar kan ik dit doorbreken? Wat kan ik deze keer anders doen? Doordat ik mezelf deze vragen stel, merk ik dat er steeds meer goede vragen én antwoorden boven komen.

Hulp vragen

‘Wat voor moeder wil ik zijn?’ vraag ik me af, als ik na de afspraak met de diëtiste stiekem in mijn eentje in de auto zit te eten. Het antwoord is er direct en heel helder. ‘Eentje die haar kind leert dat het hulp vraagt als dat nodig is.’ Dan besef ik dat ik dat voorbeeld alleen maar kan geven als ik daar nu zelf voor ga staan. Ik gooi de rest van het eten weg en rijd naar huis. Ik ben gelukkig alleen thuis. Ik start de computer en google op: ‘eetproblemen’…

Delen