Selecteer een pagina
Cholesterol en de koolhydraatarme/keto aanpak

Cholesterol en de koolhydraatarme/keto aanpak

Cholesterol wordt vaak gebruikt als parameter om te bepalen hoe groot het risico is op het ontstaan van hart- en vaatziekten. De kans is groot dat u dit binnen uw praktijk ook doet. Maar hoe betrouwbaar zijn conclusies die we trekken uit LDL- of totaal cholesterol, als het gaat om het risico op hart- en vaatziekten? En is cholesterol überhaupt wel de boosdoener in dit verhaal?

In dit artikel ga ik in op bovenstaande vraagstukken en besteed ik er aandacht aan, hoe een koolhydraatarme/keto aanpak kan helpen bij het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten.

DIRECT NAAR DE SAMENVATTING

1. Feiten over cholesterol

1a. De rol van cholesterol in het lichaam

Het is u uiteraard bekend, dat cholesterol betrokken is bij veel fysiologische processen (zie foto boven). Zonder cholesterol kunnen wij niet overleven. De belangrijkste processen, waarbij cholesterol betrokken is, zijn:
1. Aanmaak van nieuwe cellen en reparatie van kapotte cellen;
2. Aanmaken van hormonen; cholesterol is een onderdeel van hormonen als oestrogeen, testosteron en cortisol;
3. Aanmaak van vitamine D; een essentiële vitamine die onder andere beschermt tegen osteoporose en bijdraagt aan een gezond immuunsysteem;
4. Goede functie van het spijsverteringssysteem: cholesterol wordt in de lever omgezet in galzuren en galzouten die ondersteunen bij de vetvertering en opname van vetoplosbare vitaminen;
5. Bescherming van het zenuwstelsel: de myelineschede wordt gevormd uit cholesterol.

1b. Aanmaak van cholesterol door het lichaam

Vroeger werd aangenomen dat het menselijke lichaam cholesterol vooral uit voeding haalt. Mensen met een hoog cholesterolniveau moesten om die reden cholesterol uit voeding vermijden. Inmiddels blijkt dat cholesterol voornamelijk door het lichaam zelf aangemaakt wordt in de lever en darmen. De hoeveelheid cholesterol uit voeding blijkt nauwelijks van invloed op de hoogte van de cholesterolwaarden in het bloed. Het lichaam regelt dit namelijk zelf en is op zoek naar een continue balans: als het meer cholesterol uit voeding haalt, hoeft het minder cholesterol zelf te maken (en vice versa). (Ref 15)

2. Rol van cholesterol bij ontstaan van hart- en vaatziekten

Binnen de huidige medische behandeling wordt aangenomen dat cholesterol de oorzaak is van hart- en vaatziekten. Er wordt direct geacteerd op een hoog cholesterol: de patiënt krijgt statines voorgeschreven en een vetarm dieet-advies. De reden dat cholesterol de schuld krijgt, lijkt simpel: wanneer iemand hart- en vaatziekten krijgt, is cholesterol daar eigenlijk altijd bij betrokken, meestal in de vorm van plaques. Echter, ergens bij betrokken zijn, betekent niet dat het ook de oorzaak van het probleem is. In deze sectie ga ik daar dieper op in.

2a. Vaatwandbeschadigingen als oorzaak van hart- en vaatziekten

Cholesterol treedt op wanneer er sprake is van vaatwandbeschadigingen. De oorzaak van vaatwandbeschadigingen ligt echter niet bij het hoge cholesterolniveau, maar vooral bij hoge bloedsuikers, (andere gevolgen van) insulineresistentie, het gebruik van transvetten en producten die rijk zijn aan omega 6. Om homeostase in stand te houden, is het cruciaal deze vaatwandbeschadigingen direct te herstellen. Dit is het moment dat cholesterol, en dan voornamelijk LDL-cholesterol, een rol gaat spelen. Dit cholesterol hecht zich aan de beschadigingen, om celherstel te bevorderen. Echter, wanneer er veel vaatwandbeschadigingen ontstaan door continue blootstelling aan bovenstaande veroorzakers, hecht zich veel LDL-cholesterol, waardoor het risico bestaat dat er plaques ontstaan, c.q. aderverkalking.

De kans dat LDL-cholesterol zich hecht aan de vaatwand, en daar problemen veroorzaakt, wordt kleiner wanneer de oorzaak van vaatwandbeschadigingen zoveel mogelijk wordt weggenomen. Dit betekent: zorgen voor stabielere bloedsuikers, het verminderen van de andere gevolgen van insulineresistentie en gebruik maken van gezonde vetten. Het risico op ontwikkelen van hart- en vaatziekten neemt vervolgens af, ongeacht hoe hoog het LDL-cholesterol is. (Ref 12) (Ref 13) (Ref 16)

2b. Cholesterolratio’s bepalen risico beter

Naast het wegnemen van de oorzaak van vaatwandbeschadigingen, is het raadzaam om meer te focussen op de cholesterolratio’s, bij het bepalen of iemand een hoger risico heeft op hart- en vaatziekten. Deze cholesterolratio’s bepalen het risico op hart- en vaatziekten beter, aangezien de balans tussen HDL, LDL en triglyceriden wordt bepaald. Hiermee kan het risico op hart- en vaatziekten beter ingeschat worden, dan wanneer alleen gekeken wordt naar totaal cholesterol of LDL-cholesterol (Ref 14).

Zo vormt een hoog LDL-cholesterol geen risico’s, wanneer er ook sprake is van een hoog HDL-cholesterol. Zolang deze lipiden in balans zijn, wordt het teveel aan LDL-cholesterol ‘weggevangen’, het HDL-cholesterol helpt het LDL-cholesterol op te ruimen. Een hoog LDL-cholesterol vormt wel risico’s in combinatie met een laag HDL-cholesterol. Er is dan niet voldoende HDL-cholesterol aanwezig om het LDL-cholesterol op te ruimen. Dit is te bepalen met de LDL/HDL ratio. (Ref 17). 

Wanneer cholesterolratio’s worden bepaald, kunt u uitgaan van de volgende streefwaarden/referentiewaarden:
Ratio triglyceride/HDL is lager dan 2 is goed, lager dan 1 is ideaal.
Ratio LDL/HDL lager dan 3,5 is ideaal. (Ref 17, Ref 18)

Afgezien van het bepalen van de cholesterolratio’s, kan ik me voorstellen dat u alles wilt proberen om mogelijke risico’s uit te sluiten, wanneer uw  patiënt toch een hoog totaal cholesterol en LDL-cholesterolwaarde blijkt te hebben. Om die reden stel ik later in dit artikel een aantal aanvullende onderzoeken voor, die mogelijk meer inzicht geven in het risico op hart- en vaatziekten.

2c. Calculator voor cholesterolratio’s

Via onderstaande knop vindt u onze calculator voor cholesterolratio’s. Om de cholesterolratio’s te bepalen heeft u enkel triglyceridenwaarde, HDL-cholesterolwaarde en LDL-cholesterolwaarde nodig. U kunt meerdere metingen invoeren om een beeld te krijgen van het verloop van de ratio’s. De interpretatie van de ratio’s, de waarden en het verloop, gaan uit van de laatste wetenschappelijk inzichten zoals beschreven is onder 2b.

CALCULATOR RATIO'S (ONLINE OF DOWNLOADEN)

Ratio’s zeggen veel meer dan cholesterolwaarden op zichzelf staand. Uiteraard zegt het verloop van de ratio’s nóg meer dan een moment opname. Wij bieden twee mogelijkheden om de ratio’s te berekenen, waarbij ook eerdere uitslagen kunnen worden ingevoerd, zodat het verloop inzichtelijk wordt gemaakt. Dat geldt voor beide mogelijkheden.

ONLINE RATIO CALCULATOR
Hier vindt u de online calculator

DOWNLOADEN RATIO CALCULATOR
De downloadbare calculator kan eventueel per patiënt bij u lokaal worden opgeslagen, en steeds worden aangevuld met nieuwe gegevens.
Hier kun u onze cholesterolcalculator (geprogrammeerd in excel) downloaden

 

NB Bij de interpretatie van de ratio’s en het verloop gaan we uit van de nieuwste wetenschappelijke inzichten, zoals ook op deze pagina wordt besproken.

 

 

3. Koolhydraatarme/keto aanpak als behandelmethode 

Inmiddels zijn er onderzoekers die stellen dat koolhydraatbeperking, in de vorm van een strikt koolhydraatarme/keto aanpak, moeten worden overwogen als behandelmethode bij mensen met dyslipidemie en/of een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (Ref 4). Uit onderzoek (Ref 2) (Ref 3) blijkt, dat wanneer een patiënt start met deze aanpak, de triglyceriden- en HDL-cholesterolwaarden direct verbeteren. Vaak stijgt het LDL in het begin wel, maar dit is vrijwel altijd tijdelijk. Door verbetering van triglyciriden en HDL-cholesterol, verbeteren de cholesterolratio’s direct, ondanks (tijdelijke) verhoging van het LDL-cholesterol (Ref 3).  Op de stijging van het LDL-cholesterol ga ik hieronder verder in.

Daarnaast wordt er ook veel gezondheidswinst waargenomen bij mensen die starten met een koolhydraatarme/keto aanpak. Andere parameters die in verband worden gebracht met het metaboolsyndroom en het risico op hart- en vaatziekten, verbeteren aanzienlijk. Denk hierbij aan: vermindering van buikvet/lichaamsvet, verlaging van triglyceriden, lagere bloedsuikers, lager HOMA-IR en betere insulinegevoeligheid (Ref 3). 

3a. Tijdelijk stijging LDL-cholesterol bij koolhydraatarme/keto aanpak

Zoals ik eerder aangaf, wordt er soms een stijging van LDL-cholesterol waargenomen wanneer iemand net begonnen is met de koolhydraatarme/keto aanpak. We zien dat in dat geval LDL-cholesterol op termijn weer lager wordt, vaak zelfs tot een waarde die lager was dan de aanvangswaarde.

Verder is het trekken van conclusies aangaande het LDL-cholesterol pas zinvol op het moment dat iemand stabiel op gewicht is. Bij gewichtsverlies door een koolhydraatrme/keto aanpak. Is er sprake van verhoogde lipolyse en van verminderde opname van LDL-cholesterol door de lever, waardoor meer LDL-cholesterol in het bloed aanwezig is. Ik illustreer dit met een onderzoek waarin proefpersonen een periode vastten (totale abstinentie van eten), waardoor ze in ketose kwamen (mensen die koolhydraatarm/keto eten komen ook in ketose, dit is dus vergelijkbaar). Uit dit onderzoek blijkt dat vasten ervoor zorgt dat totaal cholesterol, LDL-cholesterol en Apo B significant toenemen, terwijl HDL en triglyceriden gelijk blijven. De toename van het totaal cholesterol, LDL-cholesterol en Apo B wordt door de onderzoekers in verband gebracht met gewichtsverlies. Het grootste gedeelte van het cholesterol is namelijk opgeslagen in lichaamscellen, voornamelijk vetcellen. De reden van de stijging ligt bij verhoogde lipolyse en verminderde opname van LDL-cholesterol door de lever als gevolg van een lager insulinepeil tijdens het vasten (Ref 1)  Ref 2) (Ref 5(Ref 6) (Ref 7).

Naast gewichtsverlies zijn er nog enkele andere redenen die een hoog LDL-cholesterol kunnen verklaren. Het is goed om te onderzoeken of één van deze redenen bij uw patiënt mogelijk een rol spelen:
–  Het lichaam maakt gebruik van vetten als brandstof en heeft dus een grotere behoefte aan vetten in de bloedstroom om zo alle cellen te kunnen voorzien van brandstof. Deze vetten worden getransporteerd als lipoproteïnen. Kenmerkend hierbij is een laag triglyceridengehalte. Dit is kenmerkend voor mensen die strikt koolhydraatarm/keto eten.
– Het lichaam is aan het herstellen van een infectie of verwonding. Voor celherstel en -opbouw is cholesterol nodig.
– Er is sprake van een chronische infectie of verwonding, die het lichaam graag wil oplossen, maar waar het niet in slaagt. Dit kan leiden tot een blijvend hoog LDL-cholesterol. (Ref 8)

3b. Normalisatie LDL-cholesterol

In de afbeelding (Ref 2) hieronder, kunt u zien dat de normalisatie van het LDL-cholesterol in de meeste gevallen zo’n 6 maanden duurt. Mijn ervaring is dat het in sommige gevallen langer kan duren, maar dat de waarden vrijwel altijd binnen een jaar normaliseren. Wanneer iemand nog veel gewicht verliest of heeft te verliezen, kan dit langer duren. Hierboven gaf ik ook al aan dat het erg belangrijk is dat uw patiënt al enkele maanden redelijk stabiel op gewicht is. Dit wil ik bij deze nogmaals benadrukken.

 

3c. Aanvullende onderzoeken ter bepaling van het risico op hart- en vaatziekten

Kort samengevat kan gesteld worden dat het risico op het ontstaan van LDL-plaques sterk gereduceerd wordt wanneer iemand koolhydraatarm/keto eet. Toch kan ik me voorstellen dat u graag alle risico’s wil uitsluiten. Om die reden heb ik hieronder een aantal aanvullende onderzoeken opgesomd die gedaan kunnen worden voor een nog betere bepaling van het risico op hart- en vaatziekten.

CAC: Het meest betrouwbare instrument om  te bepalen of er sprake is van artherosclerose is een CAC (calciumscan). Vaak wordt gezien dat mensen die koolhydraatarm/keto eten, een lage CAC-score hebben. Uit een lage CAC-score kan geconcludeerd worden dat het risico op hart- en vaatziekten voor de komende jaren minimaal is.

Lp(a): Om het risico op hart- en vaatziekten goed te kunnen bepalen aan de hand van een cholesterolprofiel, is het belangrijk dat onder andere Lp(a) bepaald wordt. Het blijkt dat Lp(a) een grotere rol speelt in het ontstaan van artherosclerose dan LDL-cholesterol, aangezien Lp(a) een hogere affiniteit heeft voor de arteriële proteoglycanen en fibrine. Behandeling van een hoog Lp(a) kan gedaan worden met nicotinezuur. Dit is vooralsnog het enige middel dat het Lp(a) effectief verlaagt (Ref 9).

ApoB: Ook ApoB zal bepaald moeten worden om een cholesterolprofiel en het risico op hart- en vaatziekten goed te kunnen interpreteren en te bepalen. ApoB is een structuureiwit dat sterk in verband wordt gebracht met artherosclerose. Ook mensen met normale cholesterolniveau’s kunnen bijvoorbeeld een verhoogd ApoB hebben, en daardoor een risico lopen op hart- en vaatziekten. Het gaat hierbij vooral om mensen met een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogde mate van insulineresistentie. Wanneer er een hoge ApoB-concentratie (>1,2 g/L) wordt gemeten, kan men er vanuit gaan dat er veel smLDL-deeltjes in het bloed aanwezig zijn. Deze smLDL-deeltjes dringen gemakkelijker de vaatwand binnen dan andere LDL-deeltjes en vormen dus een groter risico op hart- en vaatziekten (Ref 10).

LDL-c en LDL-p: Naast Lp(a) en ApoB zal ook LDL-c en LDL-p bepaald moeten worden, om zo een verhoogd cholesterol goed te kunnen interpreteren. Normaal gesproken wordt er met de LDL test een LDL-c test gedaan. Als deze hoog uitvalt, zou er een groter risico zijn op hart- en vaatziekten. Echter, met deze meting, wordt niet bepaald of het gaat om sm-LDL-deeltjes of grotere LDL-deeltjes. Grote LDL deeltjes zijn minder schadelijk dan kleine geoxideerde deeltjes. Het is daarom belangrijk om te bepalen hoeveel deeltjes (LDL-p) er in het bloed zitten. Iemand kan een hoog LDL cholesterol hebben, maar toch relatief weinig LDL deeltjes in het bloed hebben, waarmee het risico op hart- en vaatziekten veel genuanceerder bepaald kan worden. (Ref 11)

Sportarts Hans van Kuijk (tevens intiatiefnemer Gezond Dorp Leende) is in 2015 begonnen met de koolhydraatarme/keto aanpak. Hij heeft voorafgaand een lipidenprofiel laten bepalen. In 2017 heeft hij dit opnieuw laten doen en daarnaast ook een calciumscan laten doen.

Bepaling 2015 (voor koolhydraatarm/keto) 2017 (2 jaar koolhydraatarm/keto)
Totaal cholesterol 6,7 6,9
HDL-c 0.89 1,4
LDL-c 4,8 5,0
Triglyceriden 2,17 1,06
Cholesterol/HDL ratio 7,5 4,9
TG/HDL ratio 5,6 1,7
Lp(a) 21
ApoA 1,43
ApoB

1,35;

Zoals te zien is, was al voorafgaand aan de start met de koolhydraatarm/keto aanpak, het totaal cholesterol en LDL-c verhoogd. Daarnaast waren cholesterolratio’s sterk afwijkend. Er was geen sprake van medicinale behandeling tegen dyslipidemie. Hans is begonnen met de koolhydraatarme/keto aanpak.

Twee jaar later heeft Hans opnieuw een compleet lipidenprofiel laten prikken. Hieruit bleek dat het LDL en totale cholesterol verhoogd zijn. Volgens de richtlijnen zou dit een reden zijn om te starten met statines. Echter is ook te zien dat zijn HDL en triglyceriden verbeterd zijn. Hierdoor zijn zijn ratio’s sterk verbeterd.

Aanvullend heeft Hans een Lp(a), ApoA en ApoB laten bepalen, allen vallen ruim binnen de referentiewaarden. Daarnaast kwam uit de CAC-scan een score van 0. Aan de hand van het complete profiel kan worden geconcludeerd dat er geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten is, en dat behandeling met statines niet hoeft te worden opgestart.

3d. ‘Hyperresponders’ en mensen met FH

Hyperresponders zijn mensen die na aanvang met een koolhydraatarme/keto aanpak een sterk verhoogd LDL-cholesterol krijgen. Dit geldt ook voor mensen met familiaire hypercholesterolemie (FH). Zoals hierboven beschreven, is een stijging van het LDL-cholesterol te wijten aan factoren als gewichtsverlies, verhoogde lipolyse en energievoorziening vanuit het vetmetabolisme in plaats van het koolhydraatmetabolisme. Dat geldt ook voor hyperresponders en mensen met FH. Bij beide groepen zien we dat LDL-cholesterol in de meeste gevallen in de loop der tijd lager wordt en dat choletserol-ratio’s altijd verbeteren. In enkele gevallen blijft het LDL-cholesterol hoger dan 9.5 mmol/L.

Uit ervaring kan ik zeggen dat ik enkele mensen heb gezien met een sterk verhoogd LDL-cholesterol, maar waarbij alle andere parameters prachtig waren, inclusief een CAC-score van 0. Het blijkt dus dat deze mensen, ondanks een LDL-cholesterol hoger dan 9,5 mmol/L blaken van gezondheid. Mijn advies is dus om ook bij hyperresponders en mensen met een FH bovenstaande onderzoeken te doen alvorens zij worden ingesteld op medicatie.

Aanvullend kan het verstandig zijn om bij hyperresponders te controleren op hypothyreoidie (d.m.v. TSH en T4, en eventueel T3, rT3 en rT4). Het blijkt namelijk dat bij mensen met een trage schildklier de LDL-receptoren ook minder goed functioneren, waardoor er meer circulerend LDL-cholesterol in het bloed aanwezig is. (Ref 8)

Samenvatting

• Wanneer iemand koolhydraatarm/keto gaat eten, wordt er bij aanvang vaak een stijging van het HDL waargenomen. Deze veranderingen zijn vaak blijvend.
• Wanneer iemand koolhydraatarm/keto gaat eten, wordt er bij aanvang vaak een daling van triglyceriden waargenomen. Deze veranderingen zijn vaak blijvend.
• Wanneer iemand koolhydraatarm/keto gaat eten, wordt er bij aanvang soms een tijdelijke stijging van het LDL waargenomen. Het LDL normaliseert vaak na enkele maanden en wordt vaak lager dan de startwaarde. Vooral afvallen lijkt een grote rol te spelen in het krijgen van een hoger LDL-cholesterol.
• Een hoog LDL is geen betrouwbare graadmeter voor het bepalen of iemand een hoger risico op hart- en vaatziekten heeft.
• Bij een verhoogd LDL-cholesterol is het aan te raden eventueel nader onderzoek te doen. Hierbij wordt geadviseerd de volgende bloedonderzoeken te doen: Lp(a), ApoB en LDL-p.
• Eventueel kan er een calciumscan gedaan worden om te bepalen wat de toestand van de vaten op dat moment is en of iemand een hoog risico op een cardiovasculair event heeft.
• Bovenstaand advies geldt ook voor hyperresponders (mensen met een snel stijgend cholesterol wanneer zij koolhydraatarm/keto gaan eten) en mensen met FH. Een aanvullend advies voor hen is het controleren van de schildklierwaarden.

 

VERDER LEZEN….

De enige échte behandeling van DM2
Insulineresistentie: meer dan DM2

Verpleegkundige Lara Schalk Wie is Lara Schalk? Lara Schalk is verpleegkundige bij TheNewFood. Lara combineert haar schat aan kennis over gezonde koolhydraatarme/keto voeding met haar medische achtergrond. Voor TheNewFood schrijft zij onder meer artikelen en adviseert
en begeleidt zij mensen bij deze aanpak. Ook één op één. Kijk hier voor de mogelijkheden, of
 stuur Lara een bericht.

 

REFERENTIES

Ref 1: Berg, J. M., Tymoczko, J. L., & Stryer, L. (2002). Biochemistry 5th Edition & Intoduction to Genetic Analysis 7th Edition & Cd-rom. New York: Macmillan Higher Education.
Ref 2: Shai, I., Schwarzfuchs, D., Henkin, Y., Shahar, D. R., Witkow, S., Greenberg, I., … Stampfer, M. J. (2008). Weight Loss with a Low-Carbohydrate, Mediterranean, or Low-Fat Diet. New England Journal of Medicine359(3), 229–241. https://doi.org/10.1056/nejmoa0708681
Ref 3: Mansoor, N., Vinknes, K. J., Veierød, M. B., & Retterstøl, K. (2015). Effects of low-carbohydrate dietsv. low-fat diets on body weight and cardiovascular risk factors: a meta-analysis of randomised controlled trials. British Journal of Nutrition115(3), 466–479. https://doi.org/10.1017/s0007114515004699
Ref 4: Gjuladin-Hellon, T., Davies, I. G., Penson, P., & Amiri Baghbadorani, R. (2018). Effects of carbohydrate-restricted diets on low-density lipoprotein cholesterol levels in overweight and obese adults: a systematic review and meta-analysis. Nutrition Reviews77(3), 161–180. https://doi.org/10.1093/nutrit/nuy049

Ref 5: Castellana, M., Conte, E., Cignarelli, A., Perrini, S., Giustina, A., Giovanella, L., … Trimboli, P. (2019). Efficacy and safety of very low calorie ketogenic diet (VLCKD) in patients with overweight and obesity: A systematic review and meta-analysis. Reviews in Endocrine and Metabolic Disorders. https://doi.org/10.1007/s11154-019-09514-y
Ref 6: Sävendahl, L., & Underwood, L. E. (1999). Fasting Increases Serum Total Cholesterol, LDL Cholesterol and Apolipoprotein B in Healthy, Nonobese Humans. The Journal of Nutrition129(11), 2005–2008. https://doi.org/10.1093/jn/129.11.2005

Ref 7: Krause, B. R., & Hartman, A. D. (1984). Adipose tissue and cholesterol metabolism. The Journal of Lipid Research25(2), 97–110. http://www.jlr.org/content/25/2/97.abstract
Ref 8: Feldman, D. (2019, 16 november). Hyper-Responder FAQ. Geraadpleegd op 14 januari 2020, van https://cholesterolcode.com/hyper-responder-faq/
Ref 9: Jeanine E. Roeters van Lennep en Monique T. Mulder (2011). Lipoproteïne(a) als cardiovasculaire risicofactor. Ned Tijdschr Geneeskd. 155:A3582 https://www.ntvg.nl/system/files/publications/a3582.pdf
Ref 10:  M. Castro Cabezas en A. Liem (2003). Apolipoproteïne B in de klinische praktijk ter bepaling van het atheroscleroserisico. Ned Tijdschr Geneeskd;147:1445-8 https://www.ntvg.nl/artikelen/apolipoprote%c3%afne-b-de-klinische-praktijk-ter-bepaling-van-het-atheroscleroserisico/volledig
Ref 11: Cromwell, W. C., Otvos, J. D., Keyes, M. J., Pencina, M. J., Sullivan, L., Vasan, R. S., … D’Agostino, R. B. (2007). LDL particle number and risk of future cardiovascular disease in the Framingham Offspring Study—Implications for LDL management. Journal of Clinical Lipidology1(6), 583–592. https://doi.org/10.1016/j.jacl.2007.10.001
Ref 12: Facchini, F. S., Hua, N., Abbasi, F., & Reaven, G. M. (2001). Insulin Resistance as a Predictor of Age-Related Diseases. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism86(8), 3574–3578. https://doi.org/10.1210/jcem.86.8.7763
Ref 13: Simopoulos, A. P. (2008). The Importance of the Omega-6/Omega-3 Fatty Acid Ratio in Cardiovascular Disease and Other Chronic Diseases. Experimental Biology and Medicine233(6), 674–688. https://journals.sagepub.com/doi/10.3181/0711-MR-311 
Ref 14: Millán , J., Pintó , X., Munoz , A., Zúñiga , M., Rubiés-Prat , J., Pallardo , L., … Pedro-Botet, J. (2009). Lipoprotein ratios: Physiological significance and clinical usefulness in cardiovascular prevention. Vascular Health and Risk Management, 757. https://doi.org/10.2147/vhrm.s6269
Ref 15: Harvard Health Publishing. (2019, 31 juli). How it’s made: Cholesterol production in your body. Geraadpleegd op 29 januari 2020, van https://www.health.harvard.edu/heart-health/how-its-made-cholesterol-production-in-your-body
Ref 16: Ginsberg, H. N. (2000). Insulin resistance and cardiovascular disease. Journal of Clinical Investigation106(4), 453–458. https://doi.org/10.1172/jci10762
Ref 17: Ivor Cummins. (2014, 4 augustus). Cholesterol Conundrum – Know Your Metrics. Geraadpleegd op 18 februari 2020, van https://www.youtube.com/watch?v=YRFRRqe0vrE&t=5s
Ref 18:  https://thenewfood.nl/arts-beter-cholesterol-zonder-pillen/

Delen
Onderzoek: Alzheimer terug te draaien

Onderzoek: Alzheimer terug te draaien

Volgens de Amerikaanse universitair docent neurologie en onderzoeker Dale Bredesen is “Alzheimer te voorkomen en terug te draaien. Het idee dat Alzheimer een niet te genezen ziekte is, is achterhaald.”  Zijn conclusie sluit aan bij eerdere onderzoeken, waar we uitgebreid over schreven.

Huidige behandeling is niet effectief 

Volgens Dale Bredesen is de huidige behandeling, met medicatie, niet effectief: “De medicatie vertraagt de ziekte in sommige gevallen, maar pakt de onderliggende oorzaken niet aan. Medicatie voorkomt ook niet dat de ziekte verergert. Laat staan dat het Alzheimer geneest.” 

Om Alzheimer effectief te behandelen, moet je het bij de oorzaak aanpakken. De oorzaak van Alzheimer ligt bij plaques in het brein, iets wat je lijf aanmaakt om zichzelf te beschermen tegen schade. Door je lijf minder bloot te stellen aan deze schade, kan Alzheimer worden voorkomen en soms zelfs worden teruggedrongen. 

Insulineresistentie als oorzaak Alzheimer 

Een van de belangrijkste oorzaken van Alzheimer is volgens Dale Bredesen insulineresistentie. Dit zorgt namelijk voor schade in het brein waardoor je lijf plaques gaat aanmaken. Dit wordt bevestigd door Andreas Eenfeldt (dietdoctor.com).

Hij geeft aan dat uit onderzoeken blijkt dat minstens tachtig procent van de mensen met Alzheimer ook insulineresistentie of diabetes type 2 heeft. Ook andere artsen en onderzoekers noemen Alzheimer steeds vaker diabetes type 3 of breindiabetes.

Koolhydraatarm/keto om Alzheimer te voorkomen en mogelijk genezen 

“Dat de ziekte van Alzheimer zo veel voorkomt, komt doordat we anders leven dan waarvoor we evolutionair gezien, zijn gebouwd. We zijn niet gemaakt voor een suikerrijk en groentearm dieet”, aldus Dale Bredesen. 

Andres Eenfeldt: “Met een koolhydraatarme/keto aanpak zou je Alzheimer kunnen voorkomen, verminderen en terugdraaien.” Door minder koolhydraten te gaan eten, verminder je de gevolgen van insulineresistentie. Een koolhydraatarme/keto aanpak is daarom een goed idee als je Alzheimer wilt voorkomen of achteruitgang en de gevolgen van Alzheimer wil beperken.  

UPDATE december 2020: nog meer bewijs 

Een nieuw uitgebreid onderzoek, waarin tien verschillende onderzoeken zijn samengevat, laat opnieuw zien dat in ketose zijn voordelen biedt aan mensen met Alzheimer. Uit deze onderzoeken blijkt dat cognitie en geheugen van mensen die Alzheimer hebben significant verbeteren, wanneer zij gezond koolhydraatarm/keto eten.

De verwachting is dat er in de komende jaren meer onderzoek met betrekking tot dit onderwerp gedaan gaat worden. In de tussentijd is het advies van Diet Doctor: ‘een koolhydraatarme/keto aanpak is veilig en lijkt veelbelovend bij mensen met Alzheimer. Wij adviseren deze aanpak binnen de behandeling bij iedereen die cognitieve achteruitgang vertoont, bijvoorbeeld door Alzheimer.’

 

VERDER LEZEN

Lees hier het hele interview met NU.nl
Meer over koolhydraatarm bij Alzheimer

 

Dit artikel heb ik geschreven samen met Lara Schalk. Heb je nog vragen na het lezen van deze informatie? Stuur me even een bericht.
Matty Barnhoorn
TheNewFood 
Verpleegkundige Lara Schalk Wie is Lara Schalk? Lara Schalk is verpleegkundige bij TheNewFood. Lara combineert haar schat aan kennis over gezonde koolhydraatarme/keto 
voeding met haar medische achtergrond. Voor TheNewFood schrijft zij onder meer artikelen en adviseert en begeleidt zij mensen bij deze aanpak.
Ook één op één. Kijk hier voor de mogelijkheden, of
 stuur Lara een bericht.

 

BOEKEN Koolhydraatarm/keto eten 

Succesvolle praktische aanpak met makkelijke koolhydraatarme/KETO menu's en heerlijke recepten voor elke dag.

Delen
Maagzuurremmers niet zonder risico!

Maagzuurremmers niet zonder risico!

Uit een recent onderzoek is gebleken dat langdurig gebruik van een bepaalde type maagzuurremmers, zoals Omeprazol, dodelijke hart- en vaatziekten, chronische nierschade en maagkanker kan veroorzaken, zelfs wanneer je deze medicatie in lage dosering slikt.

In oktober 2019 bleek ook al dat ranitidine (Zantac) niet veilig is. Deze pillen zijn door de fabrikant allemaal teruggeroepen. Lees hier meer.

Meest voorgeschreven medicijn

Maagzuurremmers of ‘maagbeschermers’ (PPI’s) zijn de meest voorgeschreven medicijnen. Onder deze medicijngroep vallen bijvoorbeeld het bekende omeprazol en pantoprazol. Honderdduizenden Nederlanders slikken deze medicatie gedurende lange tijd, op voorschrift van de huisarts. Daarnaast kun je deze medicatie vaak zonder recept kopen bij de drogist. 

Baat het niet dan schaadt het niet?

Maar dit type maagbeschermers is helemaal niet zo onschuldig! Eerder bleek al uit onderzoeken dat deze medicatie zeer ernstige bijwerkingen kan geven. Uit een recent onderzoek blijkt nu, dat zelfs een lage dosering van deze medicatie kan leiden tot een hoger risico op hart- en vaatziekten (waaronder een dodelijke hartaanval), chronische nierschade (RISICO BIJNA DERTIG KEER ZO GROOT) en maagkanker. Ook blijkt het risico op dementie, botontkalking, botbreuken en longontstekingen groter te worden als je deze medicatie langdurig slikt.

Slik jij een maagbeschermer?

Zeker als je al een langere periode maagbeschermers slikt, is het goed overleg te hebben met je arts. Veel mensen slikken maagbeschermers zonder deze nodig te hebben. Vraag dus of het nog zin heeft om deze medicatie te slikken.  Misschien kun je voorstellen om het gewoon eens een poosje zonder te gaan doen. 

Geen zuurbranden meer met een gezond koolhydraatarm/keto menu 

We horen vaak van mensen die zijn begonnen met onze aanpak dat ze al binnen enkele dagen van hun maagklachten af zijn. Ben jij gestart met de startgids en slik je nog maagbeschermers? Grote kans dat dat helemaal niet meer nodig is. Overleg met je huisarts of je ook kunt stoppen!
Ben je nog niet gestart met effectief koolhydraatarm/keto eten? Je kunt eenvoudig starten door de startgids met weekmenu’s te volgen.

Werkt het altijd meteen? Soms duurt het langer, een paar weken of zelfs maanden. Het kan zelfs zijn dat je de eerste weken meer klachten krijgt, gelukkig komt dit niet vaak voor. Maar vrijwel altijd verdwijnen de klachten uiteindelijk.

Pas op met koolhydraatarm brood, crackers en dat soort producten, die kunnen direct weer klachten geven. Lees hier meer over maagzuur en koolhydraatarm/keto eten. 

Middenrifbreuk/reflux Veel mensen hebben te kampen met een middenrifbreukje, waardoor ze refluxklachten krijgen. Ook bij mensen met deze klachten zien we vrijwel altijd dat het zuurbranden verdwijnt en dat kan worden gestopt met maagzuurremmers. 

Werkt anders eten niet direct voor jou?

Houd je klachten of krijg je weer klachten? Onderzoek dan waar je klachten vandaan komen. Heb je het steeds na een bepaald product? Eet dat product dan (voorlopig) niet meer. Mocht je zonder maagbeschermers toch klachten hebben of terugkrijgen, dan kunnen appelazijn (1/2 el in water) of suikervrije Rennies verlichting geven. In dit artikel vind je meer tips om je lijf hierbij te helpen. 

Slik je maagbeschermers in verband met medicatie?

Soms schrijft je arts maagbeschermers voor omdat je bepaalde medicatie slikt. Dan kun je er natuurlijk niet zomaar mee stoppen. Maar misschien kun je wel van bepaalde klachten afkomen, waardoor je minder of geen medicatie meer nodig hebt. Hier vind je meer informatie. 

Meer informatie en mijn eigen ervaring

Hier vind je nog meer informatie over brandend maagzuur en ook meer over mijn eigen ervaring met zuurbranden.

Dit artikel heb ik geschreven samen met Lara Schalk. Heb je nog vragen na het lezen van deze informatie? Stuur me even een bericht.
Matty Barnhoorn
TheNewFood 
Verpleegkundige Lara Schalk Wie is Lara Schalk? Lara Schalk is verpleegkundige bij TheNewFood. Lara combineert haar schat aan kennis over gezonde koolhydraatarme/keto 
voeding met haar medische achtergrond. Voor TheNewFood schrijft zij onder meer artikelen en adviseert en begeleidt zij mensen bij deze aanpak.
Ook één op één. Kijk hier voor de mogelijkheden, of
 stuur Lara een bericht.

 

BOEKEN Koolhydraatarm/keto eten 

Succesvolle praktische aanpak met makkelijke koolhydraatarme/KETO menu's en heerlijke recepten voor elke dag.

Delen
Parkinsonpatiënt gebaat bij keto aanpak

Parkinsonpatiënt gebaat bij keto aanpak

Kan een aangepast dieet helpen bij de ziekte van Parkinson? Uit meerdere onderzoeken blijkt dat dit wel eens zo zou kunnen zijn. Uit onderzoeken naar een keto aanpak bij Parkinson-symptomen blijkt dat de resultaten veelbelovend zijn.

Wat is Parkinson precies?

Bij de ziekte van Parkinson maakt het brein steeds minder dopamine aan door het afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen in een specifiek gebied van de hersenen: de zwarte kernen (substantia nigra). Door dit tekort kun je last krijgen van trillingen, stijfheid en langzamer  bewegen. De ziekte kan genetisch zijn, maar kan ook veroorzaakt worden door een virus, zo schrijft de American Academy of Neurology.

Op dit moment is er nog geen behandeling om van Parkinson te genezen, er is alleen een beperkt aantal medicijnen om de symptomen te verminderen. Wanneer wordt gestart met een keto aanpak worden echter opmerkelijke resultaten gezien, ook bij ons in de praktijk!

Hoe kan keto zo’n positieve invloed hebben?

Normaal gesproken haalt het brein voornamelijk energie uit glucose, maar die opname werkt niet altijd goed. Door over te stappen op een keto aanpak zorg je ervoor dat je ketonen gaat gebruiken als brandstof. Voor je hersenen is dit een veel efficiëntere brandstof. Een strikt keto aanpak wordt daarom al vijftig jaar ingezet bij moeilijk behandelbare epilepsie. 

Onderzoek met muizen

Chinese onderzoekers onderzochten het effect van een ketogeen dieet op muizen met vergelijkbare symptomen als die bij de ziekte van Parkinson en kwamen tot een interessante conclusie: “Het keto dieet kan een beschermende en ontstekingsremmende werking bieden voor neurodegeneratieve ziekten zoals de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson (PD) en amyotrofische laterale sclerose.”

De ketonen die aangemaakt worden bij een ketogeen dieet helpen antioxidanten aanmaken, die het teveel aan vrije radicalen opruimen, zo blijkt uit ander onderzoek. De onderzoekers denken daarom dat een koolhydraatarm dieet ook zou kunnen helpen bij de ziekte van Parkinson.

Onderzoek onder parkinsonpatiënten

Er is één kleinschalig onderzoek geweest onder Parkinsonpatiënten, met een veelbelovend resultaat: “Symptomen als trillen, evenwichtsproblemen, schommelende stemming- en energieniveaus, het ‘bevriezen’ van de benen tijdens het lopen en het lopen in het algemeen verbeterden… Ook verloor iedere deelnemers gemiddeld zo’n 6 kilo lichaamsgewicht”, aldus de onderzoekers.

Positief dus! Aan het onderzoek namen echter maar 7 mensen deel en het duurde maar 28 dagen. Dat levert geen overtuigend bewijs op. Uit eerder onderzoek voor epilepsie bleek echter al dat een keto dieet hetzelfde beschermende effect op de hersenen heeft.

Dus?

De verschillende onderzoeken op mensen en dieren laten zien dat een koolhydraatarm/keto menu een helende en beschermende werking op de hersenen kan hebben. Dat is veelbelovend voor mensen met de ziekte van Parkinson.

VERDER 
Onderstaand een video van Dokter Perlmutter over Parkinson en koolhydraatarm/keto

 

Dit artikel heb ik geschreven samen met Lara Schalk. Heb je nog vragen na het lezen van deze informatie? 
Stuur me even een bericht.

Matty Barnhoorn  TheNewFood 

Wie is Lara Schalk?
Lara Schalk is verpleegkundige bij TheNewFood. Lara combineert haar medische achtergrond met haar schat aan kennis over gezonde koolhydraatarme/keto voeding. Ze schrijft onder andere artikelen voor de site en adviseert en begeleidt bij deze aanpak, ook één op één. Kijk hier voor de mogelijkheden. Stuur Lara een bericht.

Delen
Word je dikker van vette kaas of van patat?

Word je dikker van vette kaas of van patat?

“Als je minder calorieën eet dan je verbruikt dan val je af” Nog steeds wordt deze theorie gebruikt om mensen van hun overgewicht af te helpen. Maar werkt deze calorieën benadering eigenlijk wel? en klopt de theorie: “een calorie is een calorie” wel? Of had Albert Einstein gelijk die zei; ‘Niet alles wat geteld kan worden telt’ en geldt dat ook voor een calorie?

De calorie theorie
Als je minder calorieën binnen krijgt dan je verbruikt dan val je af, zo simpel is het volgens de calorie theorie. Koolhydraten bevatten minder calorieën dan vetten. Vetten bevatten in verhouding veel calorieën, namelijk 9 kcal per gram vet tegenover 4 kcal per gram koolhydraten. Vanuit de calorie theorie wordt vetrijke voeding afgeraden. Het advies is om minder vetten te eten en juist meer koolhydraten, omdat je dan minder calorieën binnenkrijgt.

 

Experiment: eet zoveel patat of vette kaas als je wilt

 

Krijg je altijd meer calorieën binnen als je mag eten wat je wilt?
Om die vraag te beantwoorden werd een experiment onder kinderen uit groep 8 uitgevoerd. De kinderen werden in twee groepen verdeeld. De ene groep kreeg vette kaashapjes met calorieën uit voornamelijk vet en eiwit. De andere groep kreeg patat, wat voornamelijk bestaat uit koolhydraten en vet. De kinderen mochten allemaal zoveel eten als ze wilden.

Als je uitgaat van de calorie theorie zouden de kinderen uit de “kaas snack groep” meer calorieën moeten eten, omdat kaas meer vet bevat. Maar uiteindelijk at de “patat groep” drie keer meer calorieën dan de “kaas groep”!

Niet de hoeveelheid calorieën maar de bron is van belang
Dit experiment komt overeen met andere bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek waarin werd aangetoond dat kinderen meer calorieën eten wanneer ze voornamelijk veel en/of snel opneembare koolhydraten consumeren. Het gaat dus niet om de hoeveelheid calorieën, maar om waar ze vandaag komen!

Grote hoeveelheden koolhydraten veroorzaken een continue schommeling van het bloedsuikers, wat gepaard gaat met hongergevoelens en overeten. Een overschot aan koolhydraten wordt opgeslagen als lichaamsvet. Pure en onbewerkte voeding levert niet alleen calorieën, maar is van nature vetrijker en koolhydraatarmer. Vetten geven juist een verzadigd gevoel en voorkomen ze dat het lichaam ontregeld raakt. Vetten maken dus niet vet, maar voorkomen juist dat je vet wordt!

Focus op calorieën werkt vrijwel nooit in de praktijk
Mensen die focussen op calorie arm eten, en dus koolhydraat rijk en vet arm eten, worden eigenlijk dubbel gestraft. Niet alleen zorgt de continue schommeling van het bloedsuiker voor meer hongergevoelens en overeten. Ook raakt de hormoon balans verstoord onder invloed van koolhydraten, waardoor het lichaam zich minder verzadigd voelt en je steeds honger hebt.

We zien hierdoor dat mensen die af proberen te vallen door middel van calorieën tellen vaak weinig succes hebben, teleurstellende resultaten boeken of soms juist aankomen.

Nog een reden waarom calorieën tellen niet werkt
Een ander probleem bij het “minder calorieën eten” of “meer calorieën verbruiken” om gewichtsverlies te bereiken is dat het praktisch gezien eigenlijk onmogelijk is. Ten eerste is het niet te achterhalen hoeveel calorieën het lichaam opneemt uit het gegeten voedsel. Daarnaast is het verbruik van calorieën variabel, niet alleen omdat de hoeveelheid beweging nooit hetzelfde is, ook kan het lichaam zijn stofwisseling verlagen waardoor het minder calorieën nodig heeft.

Vetrijk menu beter alternatief
Onderzoek toont aan dat voedingsmiddelen die veel vetten bevatten, meer gewichtsafname en een stabiel gewicht bewerkstelligen ten opzichte van calorie arme diëten of diëten die in verhouding veel koolhydraten bevatten. Daarnaast toont wetenschappelijk onderzoek aan dat een voedingspatroon met meer vet en weinig koolhydraten gunstige metabolische waarden creëert, de kans op hart en vaatziekten verminderd, in veel gevallen diabetes kan omkeren en mensen een langere levensverwachting biedt.

Bron: Lucan, S.C., DiNicolantonio, J.J. (2014, 29 may) How calorie-focused thinking about obesity and related diseases may mislead and harm public health. An alternative

 
Evelien de Vries diëtist
TheNewFood

Delen
Tim Noakes: Mythen over sporten en koolhydraten

Tim Noakes: Mythen over sporten en koolhydraten

Om te sporten zijn koolhydraten onmisbaar… Velen zijn hiervan overtuigd. Is het waar? In een interview weerlegt professor Tim Noakes, een Zuid-Afrikaanse wetenschapper en emeritus hoogleraar in de divisie Exercise Science and Sports Medicine aan de Universiteit van Kaapstad, de drie grootste mythen rond een koolhydraatarm voedingspatroon en dan vooral in combinatie met hardlopen.

Mythe 1: Vet is levensgevaarlijk

Dit is niet waar. Er is absoluut geen wetenschappelijk bewijs, dat een vetarm dieet gezonder is, of je hart beter beschermt, dan een vetrijk voedingspatroon.
Het is naar alle waarschijnlijkheid juist andersom. Het is waarschijnlijker dat een koolhydraatrijk dieet schade aanricht aan bloedvaten, vooral als je in meer of mindere mate insulineresistent bent. Volgens Noakes is dat de belangrijkste boodschap.

Boter, vlees en kaas
Er is een prachtig boek met de titel ‘The Big Fat Surprise – Waarom boter, vlees en kaas thuis in een gezonde voeding’, geschreven door Nina Teicholz. Nina deed tien jaar onderzoek naar de wetenschap achter het vetarme dieet zoals we dat na 1977 zijn gaan volgen. Zij heeft heel veel wetenschappelijke studies één voor één geanalyseerd op hun tekortkomingen en sterke punten. Zo kwam ze tot de conclusie dat er volstrekt geen wetenschappelijke basis is voor de claim, dat een vetarm dieet gezond is, of dat vetrijke diëten leiden tot hart- en vaatziekten.

Advies op basis van onderzoeken
“Het advies dat uit dit boek komt, is dat een vetrijk dieet vrijwel zeker gezonder is, op elk gebied, dan een vetarm dieet met veel koolhydraten. De wetenschap ondersteunt nu dit advies.” Nina Teicholz concludeert: “Praktisch komt dit neer op het eten van hele vette zuivelproducten, eieren en vlees. Zelfs vet vlees. “

Kortom, al deze rijke verzadigende voedingsmiddelen hebben we onszelf al die jaren voor niets ontzegd. Na tien jaar studie concludeert Teicholz dat we helaas volledig zijn misleid, eerst door de wetenschap en vervolgens door de industrie, waardoor we het tegenovergestelde gingen geloven.

Mythe 2: Koolhydraten zijn onmisbaar voor sporters.

De realiteit is dat de meeste sporters duursporters zijn die trainen en sporten met een betrekkelijk lage intensiteit. 95 procent van alle atleten die dit leeest, loopt waarschijnlijk marathons in meer dan drieënhalf uur en deze atleten doen waarschijnlijk meer dan dertien uur over Ironman triatlons. Dit is een laagintensiteitsoefening. Geen hoogintensiteitstraining, geen krachtsport. Van hoogintensiteitstraining is pas sprake, wanneer atleten vijf kilometer rennen in 15 minuten. Alles daaronder, komt neer op laagintensiteit.

Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat je hier vetreserves voor kutn gebruiken. Met andere woorden: je eigen vetreserves leveren alle energie die je nodig hebt voor deze activiteiten. Mensen die insuline resistent zijn, zoals een groot deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking, worden dik van koolhydraatrijk eten. Dat helpt niet bij het neerzetten van een sportieve prestatie.

Mythe 3: Koolhydraten zijn nodig voor betere prestaties.

Een recente richtlijn geeft aan dat je 100 gram koolhydraten per uur moet drinken om een concurrerende prestatie neer te kunnen zetten. Dit is onzin. Je kunt misschien een klein beetje koolhydraten nodig hebben, maar als je lichaam gewend is om vet te verbranden, zal het alle energie het nodig heeft, uit vet kunnen halen.

Hardnekkige mythes
Achter elk van deze genoemde mythen gaat een industriële invloed en commerciële invloed schuil. Het is heel belangrijk dat mensen dat begrijpen. Mensen vragen mij vaak: “Is dit een complottheorie?” En het antwoord is nee, dit is gewoon een normale bedrijfsuitoefening. De taak van het bedrijfsleven is niet om u één Coca Cola per dag te laten drinken, maar tien per dag. En als je tien cola’s per dag drinkt, is het hun taak om je er twintig te laten drinken. Dat is het geval.

De nadelige consequentie hiervan is dat als je drie Coca Cola, of meer, op een dag drinkt, dat je gezondheid zal worden aangetast. Maar dat is niet het probleem van het bedrijfsleven. Een bedrijf moet zijn product zien te verkopen.

Argumenten
Mensen moeten begrijpen dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze gezondheid. Het beste is, om zo veel als je kunt, te lezen en alle argumenten te proberen te begrijpen. Ik was zelf vroeger een dikke koolhydraatrijke jongen, en nu ben ik een lange dunne man. Ik heb beide kanten gezien en ik weet nu wat we nodig hebben om gezond en sterk te blijven.

 

 

Delen
Koolhydraatarm goed voor hart- en bloedvaten

Koolhydraatarm goed voor hart- en bloedvaten

Uit onderzoek, waarbij 23 studies zijn vergeleken, blijkt opnieuw dat een koolhydraatarm dieet niet alleen goed werkt om gewicht te verliezen, maar dat het ook zorgt voor een afname van het risico op hart- en vaatziekten. Een ander voordeel van een koolhydraatarm dieet is dat het de triglyceriden in het bloed verlaagt en HDL-cholesterol verhoogt wat bij een vetarm dieet niet het geval is.

Bloeddruk en bloedlipiden
Verlaging van bloeddruk zorgt voor minder beroertes en hartfalen. Bij bariatrische chirurgie (beter bekend als ‘maagbandje’) was ook een verlaging van bloeddruk te zien maar deze werd na 5 jaar weer hoger. Triglyceriden in het bloed die ook een risico vormen voor hart- en vaatziekten, worden ook verlaagd door een koolhydraatarm dieet. HDL-cholesterol wordt verhoogt die juist het risico op hart- en vaatziekten tegen gaan. Bij bariatrische chirurgie zijn ook de triglyceriden verlaagd maar is HDL-cholesterol niet verhoogd. LDL-cholesterol is bij bariatrische chirurgie wel verlaagd. Het is interessant dat een koolhydraatarm dieet geen invloed heeft op het LDL-cholesterol terwijl dit dieet veel verzadigd vet bevat. Verzadigd vet zou het LDL-cholesterol verhogen. Mogelijk komt dit door het gewichtsverlies en/of door de hoge inname aan onverzadigde vetten.

Bloedglucose en insuline
Risico op hart- en vaatziekten was verlaagd. De verlaging was niet groot maar wel belangrijk omdat het bij diabetes patiënten en niet-diabetes patiënten werd gevonden. Verlaging van de insuline is interessant omdat verlaging van insuline mogelijk meer invloed heeft op het voorkomen van hart- en vaatziekten dan verlaging van bloedglucose.

Discussie
Bij de onderzoeken waren verschillende koolhydraatarme diëten betrokken, met wisselende hoeveelheden koolhydraten en was het gemiddelde gewicht van de obese personen sterk uiteenlopend. Beide factoren hebben mogelijk invloed op de uitkomsten. Omdat maar enkele onderzoeken een follow-up van 24 maanden had kon er niet gekeken worden naar de lange termijn effecten. De lange termijn effecten van een koolhydraatarm dieet en of het daadwerkelijk invloed heeft op het voorkomen van hart- en vaatziekten moeten nog onderzocht worden.

Opzet van het onderzoek
Het onderzoek vond plaats in januari tot en met maart 2011. Er is op Pubmed, Cochrane en Scopus gezocht naar onderzoeken met de zoekwoorden ‘diet’, ‘trial’ en ‘low-carbohydrate’ vanaf 1980. De onderzoeken werden geselecteerd op het soort onderzoek, namelijk randomized control trials (RCT’s), met meer dan 100 deelnemers, bij volwassenen en minstens een follow-up van 3 maanden (na 3 maanden worden de parameters opnieuw gemeten). Er is gekeken naar de volgende parameters: gewichtsverlies, systolische en diastolische bloeddruk, BMI, middelomtrek, HDL-cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden in het bloed, insuline, nuchtere bloedglucose, CRP, urinezuur, creatinine en HbA1c. Onderzoeken die speciaal naar alleen diabetes patiënten keken of andere ziektebeelden werden niet meegenomen.

In het onderzoek van Santos et.al. (2012) werd door middel van een meta-analyse gekeken naar koolhydraatarme diëten en het effect op gewicht en risicofactoren van hart- en vaatziekten. De parameters die met elkaar zijn vergeleken werden bij dezelfde groep mensen voor en na het koolhydraatarm dieet gemeten. Het dieet werd niet vergeleken met andere diëten. Daardoor kwamen de positieve effecten van een koolhydraatarm dieet aan het licht. Normaal wordt er namelijk vooral gekeken naar welk dieet het beste is.

Bron: Santos, F.L., Esteves, S.S., Da Costa Pereira, A., Yancy Jr, W.S. en Nunes, J.P.L. (2012). Systematic review and meta-analysis of clinical trials of the effects of low carbohydrate diets on cardiovascular risk factors. Obesity reviews: an official journal of the international association for the study of obesity, 2012 (11), 1048-1066.

Delen
Zweedse studie: Afvallers eet boter, room en bacon eten

Zweedse studie: Afvallers eet boter, room en bacon eten

Boter, olijfolie, vette room en bacon zijn niet ongezond. Integendeel zelfs: wie wil afvallen moet er juist veel van eten. Dat concluderen Zweedse onderzoekers na een studie van twee jaar. Het team analyseerde nog eens 16.000 studies over dit onderwerp.

De Zweedse regering stimuleert de bevolking om vetrijk en koolhydraatarm te eten

 

Geen zorgen over gezondheid
Wie zich nog zorgen maakt om hartzieken of een verhoogd cholesterol door het eten van bacon en boter, kan ook gerust zijn. De onderzoekers benadrukken nog maar eens: ‘Er zijn geen connecties gevonden tussen een hoge vetiname en hart- en vaatziekten.’

Richtlijnen
In Zweden eten in verhouding al veel mensen lowcarb. Het is ook het eerste Westerse land dat de richtlijnen voor mensen die willen (of moeten) afvallen aanpast. Gezondheidsdeskundigen daar zijn ervan overtuigd dat suiker en zetmeel, zoals te vinden in granen, obesitas veroorzaken – en niet eiwitten of vetten. Toeval of niet: slechts 14 procent van de Zweden wordt als obesitaspatiënt gezien (in de VS gaat het bijvoorbeeld al om 33 procent).

Overigens zijn ook steeds meer Amerikaanse experts er zeker van dat lowcarb eten gezond is. Een bekende Amerikaanse neuroloog, David Perlmutter, waarschuwt dat granen en suiker dementie veroorzaken en onze hersenen aantasten.

Matty Barnhoorn
TheNewFood

Delen
Conclusie 23 studies: koolhydraatarm dieet effectiever en gezonder

Conclusie 23 studies: koolhydraatarm dieet effectiever en gezonder

Je verliest meer gewicht met een koolhydraatarm dieet (zoals het Atkinsdieet) en houdt het dieet ook beter vol. Ook blijken mensen die een koolhydraatarm dieet volgen gezonder dan mensen die een vetarm dieet volgen. Mensen met diabetes type II kunnen vaak minder medicijnen gebruiken of zelfs stoppen met medicatie, als ze een koolhydraatarm dieet volgen.

Tot deze conclusie kwam de onafhankelijke nieuws- en commentaarsite Sign of the Times (SotT) maar liefst 23 vergelijkende gerenommeerde wetenschappelijke studies op een rijtje gezet. Ze wilden hiermee een eind maken aan de discussie over wat beter is; een vetarm (calorie-arm) of juist een koolhydraatarm vetrijk dieet.

Gewichtsverlies
– De koolhydraatarme groepen verloren vaak 2 tot 3 keer zoveel aan gewicht als de vetarme groepen.
– Opvallend, want de vetarme groepen hadden vaak een calorieënbeperking, terwijl de koolhydraatarme groepen zoveel aten als gewenst.
– zelfs als beide groepen voor het onderzoek evenveel calorieën aten, verloren de ‘koolhydraatarmen’ nog steeds meer gewicht.
– Qua abdominaal vet (vet rondom de buik en de organen), hadden de ‘koolhydraatarmen’ een duidelijk voorsprong.

HDL Cholesterol
Een van de beste manieren om het ‘goede’ HDL-cholesterol te verhogen is door meer vet te eten. Het is dan ook niet verrassend dat bij de low-carb diëten, waarbij meer vet gegeten werd, het HDL duidelijk verhoogde. Een hoger HDL-level zorgt voor een beter metabolische gezondheid en minder risico op hart- en vaatziekten.

LDL-cholesterol
De angst van sommigen dat koolhydraatarme diëten een hoger totaal- en LDL-cholesterolgehalte veroorzaken, is volgens de bevindingen ongegrond. Vetarme diëten zorgen weliswaar voor een lager totaal- en LDL-cholesterolgehalte, maar meestal is dat maar tijdelijk, zo komt naar voren. Na 3 tot 6 maanden is er geen verschil tussen beide dieetvarianten aan te tonen. Bij beide diëten werden er geen nadelige gevolgen op dit vlak gerapporteerd.

Triglyceriden
De hoeveelheid triglyceriden in je bloed is een sleutelaanwijzing voor het hebben van het metabolismesyndroom ( dat wordt veroorzaakt door te veel eten en te weinig bewegen). De beste manier om het aantal triglyceriden terug te dringen is door minder koolhydraten te eten, met name suikers. Aan de hand van deze studies is duidelijk geworden dat zowel bij een vetarm als vetrijk dieet het aantal triglyceriden in het bloed afneemt, maar dat het effect veel groter is bij de low-carb groepen.

Bloedsuikerspiegel, insulinepijl, diabetes type II
De onderzochte personen met diabetes type II die zich goed hielden aan een koolhydraatarm dieet en voldoende koolhydraten schrapten hadden veel succes. Meer dan 90 procent van de ‘koolhydraatarmen’ slaagden erin om veel betere resultaten te krijgen. Ze konden minder medicijnen tegen diabetes gaan gebruiken of hoefden die zelfs helemaal niet meer te nemen.
Bij niet-diabetici verbeterden de bloedsuikerspiegel en het insulinelevel in zowel de low-carb groepen als de vetarme dieetgroepen. Het verschil tussen deze groepen was meestal klein.

Bloeddruk
Bij beide diëtende groepen ging de bloeddruk omlaag. Maar de analyst van SotT merkt op dat het veel uitmaakte of de deelnemers hun dieet volhielden. Het percentage volhouders lag hoger bij mensen die low-carb aten in plaats van vetarm. Dat komt waarschijnlijk omdat het hongergevoel bij mensen die koolhydraatarm eten, afneemt, en omdat ze mogen dooreten totdat ze vol zitten en omdat vet verzadigd.

In de vergeleken onderzoeken werden steeds Onder de deelnemers aan de onderzoeken waren mensen met  gezondheidsproblemen, inclusief overgewicht/obesitas diabetes type II en het metaboolsyndroom (of stofwisselingssyndroom). Dat zijn een paar van de grootste gezondheidsproblemen ter wereld.

Een vetarm dieet zou niet meer moeten worden voorgeschreven, aldus de onderzoekers.

Bron: sott.net

Delen