Selecteer een pagina
BLOG 32 Van echt eten naar nep eten.

BLOG 32 Van echt eten naar nep eten.

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Ik zie hem nog zo binnenkomen, de melkboer.

Het is begin jaren zeventig. Ik ben een jaar of tien. In het gangetje klinkt het gerinkel van glas en even later staat er een man in witte jas in de keuken, met een houten krat vol flessen. Melk, yoghurt en soms vla. Dikke glazen flessen met zo’n dun aluminium dopje dat je naar binnen moet drukken voordat je het eraf kunt trekken. De flessen verdwijnen de koelkast in, met bovenop de roomlaag.

Op een dag heeft hij iets nieuws bij zich. Hij tilt een fles op en zegt dat het vanillevla is. We mogen proeven. Het is zacht en zoet en ik weet nog dat we het heerlijk vonden. In mijn herinnering aten wij toen nog gewoon en “echt”: melk van de melkboer, eten uit de pan. Later ben ik gaan vermoeden dat dit misschien een van de eerste magere varianten was, maar op dat moment dacht ik daar geen seconde over na. Het was gewoon lekker.

Ik blijk daarin niet alleen. Zodra ik hierover vertel, komen bij anderen ook meteen herinneringen boven. Magere chocoladevla, magere yoghurt, halvarine op tafel. Dat kinderlijke gevoel van verbazing: hoe kan dit nou mager zijn, wat hebben ze ermee gedaan? We voelden toen al ergens dat er iets geks gebeurde met ons eten, alleen hadden we er nog geen woorden voor.

Mager

Jaren later kwam ik een krantenadvertentie tegen uit 1974. Zo’n vergeeld stuk krant met prijzen in guldens. Bovenaan stond “zuivel voordeel”. Daaronder volle dagmelk. En dan, heel vanzelfsprekend: “magere van. of choc. vla”. “Mona magere fruityoghurt”. Onderaan groot: “Remia halvarine”. Allemaal op één pagina.

Ik schrok ervan. In mijn hoofd aten wij in die tijd nog vooral “puur en gewoon”. Een aardappel, groente, een gehaktbal. Vla in een fles. Die advertentie liet zien dat er ondertussen allang een andere stroming op gang was gekomen. Terwijl wij dachten dat we nog in de wereld van melk en vla leefden, waren magere toetjes, fruityoghurts en halvarine al helemaal geland.

Dat is waarom ik nu zo moet glimlachen als ik overal mensen hoor praten over bewerkt eten alsof het een nieuwe ontdekking is. Ultra processed food, UPF: het klinkt modern. Maar als je een stukje terugspoelt, zie je dat het verhaal al veel eerder begonnen is.

Eten met een jas aan

Mijn oma bewerkte eten ook, maar op een heel andere manier. Zij kookte aardappels, stoofde vlees, rookte spek, hing worsten te drogen op zolder. Ze maakte zuurkool van kool en zout. In de zomer maakte ze jam van fruit en suiker om de oogst te bewaren. Als je bij haar in de keuken stond, rook je bouillon, stoofvlees, ingemaakte groenten. Ja, dat is ook “bewerkt”, maar je herkende altijd wat het ooit geweest was. Vlees bleef vlees, kool bleef kool, melk werd yoghurt of kaas.

Je zou kunnen zeggen: dat was eten met een jas aan. Zout, rook, tijd, warmte. De jas veranderde de smaak en zorgde dat het eten langer houdbaar werd, soms zelfs voedzamer. Maar onder die jas zat nog steeds het hele product.

In de loop van de twintigste eeuw komt daar iets anders bij. Fabrieken beginnen eten uit elkaar te halen in losse onderdelen. Uit graan wordt witte bloem gemaakt. Suiker wordt geraffineerd. Olie wordt uit zaden geperst en bewerkt tot margarine. Zetmeel, suiker, olie en eiwitten worden vervolgens weer gecombineerd tot nieuwe producten: koekjes, ontbijtgranen, pakjes saus, instantsoep. Handig, snel en lang houdbaar.

Verdacht

En dan, in de jaren zestig en zeventig, komt de grote draai. Vet en verzadigd vet worden verdacht gemaakt. Officiële richtlijnen en campagnes waarschuwen voor boter en volle melk. Het woord “mager” krijgt een glanzende rand. Mager is modern. Verstandig. Goed voor je hart, zo wordt gezegd. In 1977 komen in Amerika de eerste “Dietary Goals” waarin minder vet centraal staat. Die gedachte waait ook naar Europa.

Voor fabrikanten is dat een uitnodiging. Want als vet uit producten moet, moet er iets terug. Vet geeft smaak, romigheid en verzadiging. Haal je dat weg, dan blijft er een magere, zure massa over. Geen product waar je vrolijk een tweede bakje van pakt.

Dus gaat er suiker bij. Glucosestroop. Zetmeel en verdikkingsmiddelen om het toch romig te laten lijken. Aroma’s voor de smaak, kleurtjes voor het oog. De verpakking roept “mager” en “0% vet”. De reclames tonen slanke vrouwen en blije gezinnen. En wij zijn opgelucht dat we “gezond bezig” zijn. Ondertussen krijgen we vooral veel snelle koolhydraten en gepruts binnen.

Bewerkt voedsel

Als je het zo bekijkt, lopen er vanaf dat moment twee heel verschillende soorten “bewerkt” door elkaar. Aan de ene kant eten dat gewoon een jas aangetrokken heeft: spek van varkensvlees en zout, kaas van melk en tijd, zuurkool van kool en zout. Dingen waar mensen al eeuwen goed op gedijen.

Aan de andere kant eten dat als legoblokjes in de fabriek is opgebouwd. Een beetje melkpoeder, suiker, zetmeel, plantaardige olie, verdikkingsmiddel, aroma, kleurstof, conserveermiddel. Net zolang schuiven tot het zoet genoeg is, luchtig genoeg, lang genoeg houdbaar. En dan op de voorkant grote woorden over “mager” of “met extra vezels”.

Allebei vallen onder de noemer “bewerkt”, maar ze zijn niet hetzelfde. De spek van de boer, met alleen varkensvlees en zout, staat ineens in hetzelfde hokje als worst waar suiker, glucosestroop en fosfaten in zitten. Kaas komt naast koek terecht, want allebei zijn “behandeld”.

Gezond eten?

Daarbovenop komt de verwarring dat “onbewerkt” automatisch gezond zou zijn. Een glas versgeperst sinaasappelsap ziet er natuurlijk uit, maar voor je bloedsuiker is het vooral een snelle suikerbom. Een bak dadels is een natuurproduct, maar je lijf reageert er niet heel anders op dan op snoep. Alleen zeggen dat we “onbewerkt” moeten eten, doet dus geen recht aan wat er in je lichaam gebeurt.

De term ultra processed food die nu overal opduikt, is eigenlijk een naam voor dat tweede soort eten: de fabrieksproducten die grotendeels uit losse ingrediënten en hulpstoffen bestaan. In die zin ben ik het er helemaal mee eens dat we daar minder van nodig hebben. Maar het helpt om te zien hoe lang we al in dat verhaal zitten. Voor veel mensen van mijn generatie begon het gewoon met een fles vanillevla van de melkboer en een bakje halvarine op tafel.

Puur gezond keto

Daarom hebben we het bij TheNewFood ook nooit alleen over minder koolhydraten eten. We praten heel bewust over gezond koolhydraatarm/keto eten. Het gaat niet alleen om je bloedsuiker tot rust brengen, maar óók om weer zo puur en echt mogelijk eten. Voeding zoals de natuur het bedoeld heeft. Ik zie elke dag wat er gebeurt als mensen teruggaan naar eten dat je herkent: vlees, vis, eieren, groenten, volle zuivel, goede vetten. Soms bewerkt op de ouderwetse manier, zoals spek en kaas. En tegelijk veel minder suiker, meel en zetmeel. Minder pieken, meer rust.

In onderzoeken zie je steeds vaker terug wat ik in de praktijk al jaren zie: dat ultra bewerkt eten ons geen goed doet. Maar waar het gesprek daar vaak blijft hangen bij een nieuw label en een waarschuwing, gaat het mij om wat er écht op je bord ligt en wat er in je lijf verandert. Zodra mensen overstappen op echt, voedzaam eten met weinig koolhydraten, zie ik hoe hun lichaam eindelijk weer bouwstoffen krijgt in plaats van vooral vulling.

Dáár gaat het mij om. Dat is ook de reden dat wij zo hameren op echt eten: niet omdat vroeger alles beter was, maar omdat ik zie hoeveel er verandert zodra je je lijf weer geeft wat het nodig heeft

Een oud verhaal

Misschien heb je geen behoefte aan termen als UPF of NOVA. Misschien is de vraag aan tafel veel eenvoudiger. Als je naar je bord of naar een verpakking kijkt: herken ik nog wat het ooit was? Of zie ik vooral een product met een verhaal, een claim en een lange ingrediëntenlijst?

Bewerkt eten gaat niet alleen over eten van nu. Ja, het is uit de hand gelopen. Maar het begon allemaal al ergens halverwege de vorige eeuw. Dat is precies waarom er nu zoveel mensen insulineresistent zijn, verslaafd aan het verkeerde eten en zich dik, ziek en uitgeput voelen.

Delen
BLOG 14 Marloes bakt keto

BLOG 14 Marloes bakt keto

Welkom bij mijn persoonlijke blog, over keto vasthouden in een niet-keto-wereld! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. Je kunt er wat van leren, al heb ik dat liever niet. Vandaag neem ik je mee naar Marloes.

Marloes is zevenenvijftig en haar huis klinkt anders sinds de kinderen uit huis zijn. Geen dichtslaande deuren meer, geen geroep vanaf de trap, geen rugzakken in de gang. Alleen de kapstok bij de voordeur die ineens veel meer haken over heeft dan ze gewend is. Sinds ze met TheNewFood begon, is ze ruim twintig kilo kwijtgeraakt.

Maar nóg mooier: ze weet nu wat eetrust is. Ze heeft niet steeds die overweldigende trek meer, geen gevecht bij elke reclame voor chocola, geen middagdip meer en ’s avonds op de bank heeft ze genoeg aan een kop thee. Haar brandend maagzuur, waar ze jarenlang mee heeft rondgelopen, is verdwenen. Het nachtelijke hoesten, de opgeblazen buik en de zeurende gewrichten in haar handen en knieën zijn weg. Ik ben nu iemand die zo eet, denkt ze vaak als ze geniet van haar keto-maaltijd. Geen fase, geen dieet. Dit is gewoon hoe ik leef.

Marloes denkt dat ik haar ben vergeten, maar ik ben altijd in de buurt. Zeker in de laatste maanden van het jaar. Mijn geurmaanden. Speculaas, kruidnoten, kerststol. De tijd waarin “gezellig” en “eten” bijna hetzelfde woord zijn. Ik vier geen feestdagen, ik doe aan feestmaanden. Gezellig samen.

Op een donderdagochtend zit Marloes aan de keukentafel met haar koffie. Ze scrolt door Facebook. Overal duiken foto’s op van keto-kruidnoten, gevulde speculaas zonder suiker en amandelkransen. Het ene nog feestelijker dan het ander. Jeetje, wat een kunstwerken, denkt ze. En allemaal ‘mag’ het. Geen suiker, geen meel. Zo kan december dus ook.

“Kijk dan,” fluister ik. “Dit is toch precies waarom keto geweldig is? Je hoeft niets te missen. Je kunt alles bakken wat je vroeger ook bakte, alleen dan slimmer. Jij bent toch geen saaie vrouw die de hele decembermaand doet alsof het maart is?”

Ze glimlacht. Ik wil ook niet dat mens zijn dat alleen maar nee zegt. Zeker niet als de kinderen komen. Ze komen al zo weinig thuis. Het is toch leuk als het dan ruikt zoals vroeger. Ze appt haar oudste: kom jullie zondag langs? Ik zorg voor iets lekkers.

Ik wrijf in mijn handen. Op het haakje naast haar keukenschort hang ik vast mijn eigen schort: een groot rood schort met afbeeldingen van taart, koek en pepernoten. “Voor als we beginnen,” mompel ik tevreden. “Want we gaan beginnen. Dat voel ik aan alles.”

Die zondag pakt Marloes haar schort van het haakje. Het recept ligt al op het aanrecht. “En daar gaan we,” fluister ik, terwijl ik mijn schort omknoop. “De bakkerij is geopend.” Marloes roert met een houten lepel door een kom vol amandelmeel, roomboter, zoetstof en kruiden. Ze maakt kleine bolletjes en legt ze op de bakplaat. Wat heerlijk dit. Precies als vroeger. Alleen nu zonder schuldgevoel. Dit is slim. Dit is een geweldige oplossing. Zo kan ik ook gewoon meedoen.

Ik tik met een lepel tegen de kom. “Geniaal,” zeg ik. “En het is nog gezond ook. Amandelen zijn goed, roomboter is goed, zoetstof is oké. Je bent een verantwoordelijke moeder en een creatieve bakker in één. Dit is helemaal geen zwakte. Dit is power.”

Als de kruidnoten uit de oven komen, vult de keuken zich met die zachte, warme speculaaslucht die ik zo goed ken. De oudste komt binnen, snuift diep en roept: “Mam, heb je tóch kruidnoten?” Ze lacht. “Ja, maar dan mijn versie,” zegt ze trots. “Keto. Proef eens.” Hij pakt er drie tegelijk. Haar man ook. Thuis eet hij meestal mee met wat zij kookt; zolang het maar lekker is, vindt hij het prima. De schaal schuift vanzelf haar kant op. Ze proeft. Het smaakt prima. Dit is echt briljant. Ik mis niks. Waarom heb ik hier niet eerder aan gedacht?

Ik glimlach breed. “Zie je wel,” zeg ik, terwijl ik mijn schort een slag strakker trek. “En niemand kan er iets van zeggen. Dit is allemaal binnen de regels. Dit is niet terugvallen. Dit is gewoon december, maar dan beter.”

Die avond, als iedereen weg is, ruikt het nog steeds naar speculaas. Op het bord liggen nog kruidnoten. Terwijl ze opruimt, pakt ze er steeds eentje. Zonder honger, zonder echt te proeven, tot het bord leeg is. Ach, het is keto. Beter dan vroeger. Ik hoef hier echt geen drama van te maken. Morgen gewoon weer mijn normale eten. Dit is even gezellig, geen probleem.

De volgende ochtend wordt ze wakker met een wat zwaarder hoofd. Niet echt misselijk, niet echt ziek, maar er hangt een waas over de ochtend. Haar vingers zijn stijver dan ze gewend is de laatste tijd. Hm, dat is gek. Dit had ik zo lang niet meer. Misschien gewoon slecht geslapen, denkt ze. Ze schudt haar handen los en gaat door.

In de week daarna bakt ze nog een keer kruidnoten omdat ze zo snel op waren, en ook gevulde speculaas “voor bij de koffie als mijn vriendin komt” en een cake “om mee te nemen naar het werk, dan hebben zij ook iets lekkers”. Elke keer dat de oven opengaat, sta ik er met mijn schort naast. Ik til de bakplaat een beetje op zodat de geur nog beter de keuken instroomt.

“Je doet dit fantastisch,” zeg ik. “En het is allemaal binnen de lijntjes. Dit is zelfzorg. Dit is creativiteit. Dit is een hobby. Als jij dit niet doet, wie dan wel? Jij laat zien dat keto niet zielig is. Je bent een soort super-ketovrouw. Dat verplicht bijna tot bakken.”

Marloes lacht. Superketo, ja hoor. Maar het is wel leuk. En het is echt fijner voor de rest. Dan hebben zij ook het gevoel dat ze niets missen als ze hier zijn. ’s Avonds, als ze samen op de bank zitten, kijkt haar man naar de keuken. De afwas staat te drogen, er ligt nog wat amandelmeel op het aanrecht. “Je bent wel veel aan het bakken de laatste tijd,” zegt hij. “Het is heerlijk hoor, maar je lijkt weer veel met eten bezig.” Ze haalt haar schouders op. “Het is allemaal keto,” zegt ze. “Geen suiker, geen meel. Dit kan best.”

Later die avond, als ze in bed ligt, voelt ze het zuur opkomen. Hè, dat ken ik nog. Dat had ik vroeger altijd. Dat was juist weg sinds ik zo eet. De volgende ochtend worden haar handen opnieuw stijf wakker. Haar knieën voelen alsof er zand in zit. Serieus? Ook dat weer. Dit was toch echt weg. Dit is niet de bedoeling, denkt ze, terwijl ze haar vingers los beweegt.

Die ochtend op haar werk eet ze wat van haar kruidnoten bij de koffie. Ze merkt dat ze daarna al vrij snel weer honger heeft, ook iets wat ze nog herkent van voor ze keto ging eten. Het voelt vertrouwd, maar niet op een fijne manier. Raar is dit. Misschien reageert mijn lijf toch ergens op. Amandel, zoetstof… Zou dat? Dit leek juist een oplossing, misschien is het toch niet zo slim?

Ik leg mijn hand even op haar schouder. “Ach joh,” zeg ik luchtig. “Je hebt gewoon een drukke periode. Dingen in je lijf kunnen ook veranderen. Bovendien, je eet nog steeds geen suiker. Je lijf zou je dankbaar moeten zijn. Dit is vast gewoon moeheid. Maak je niet druk.”

Op een zaterdagochtend, halverwege december, stapt ze weer eens op de weegschaal. Haar “winstschaal”, zoals ze hem is gaan noemen. Maandenlang ging de wijzer rustig naar beneden. Soms heel traag, soms wat sneller, maar altijd dezelfde kant op. Nu niet. Er staat bijna drie kilo meer dan een maand geleden.

Ze slikt. Dat kan toch niet. Ik eet alleen maar keto. Hoe dan? Het zal wel vocht zijn. Hormonen. December. Stress?

Ik leun nonchalant tegen de badkamermuur, mijn schort zit onder de speculaaskruimels. “Zie je,” zeg ik, “dit is precies waarom mensen december overslaan in hun hoofd. Deze maand telt gewoon niet. Het is mooi geweest, je hebt het lang goed gedaan. Gun jezelf even ademruimte. Daarna pak je het weer op. Januari is daar perfect voor. Heel de wereld begint dan opnieuw. Jij ook. Tot die tijd hoeft het niet zo precies.”

Misschien is dat zo, denkt ze. Het is toch al niet strak meer. Dan hoef ik nu niet elke hap te wegen. In januari ga ik gewoon weer helemaal naar twee maaltijden en alleen uit de boekjes. Tot die tijd is het geen probleem, die baksels.

Ik glimlach. “Ja, precies,” fluister ik. “Dat geeft rust. Nu even niet te veel gedoe. Straks weer een nieuwe start. Jij houdt van nieuwe beginnen. Dit wordt weer zo’n mooi ‘dit keer echt’-moment. Maar dan moet je nu niet al gaan doen alsof het januari is. Dat haalt de glans eraf.”

Die middag staat ze weer te bakken. “Nog één keer voor de buren” en “een schaal voor op het werk, dan hebben zij ook wat”, zegt ze. Elke keer proeft ze. Even het beslag, even een warm koekje, even een randje van de cake. Het is toch al geen perfecte maand meer. Dan maakt dit ook niet uit. In januari ga ik er echt voor. Dit is tussenstuk, daar moet je niet te moeilijk over doen.

Een paar dagen later komt haar vriendin Ellen langs. Ellen is begin zestig en eet al jaren volgens TheNewFood. Zij was het die begin dit jaar voorstelde om te starten. Ellen straalt die rustige zekerheid uit die Marloes zo bewondert. Het voelt niet te fanatiek, maar vooral stevig. Marloes heeft natuurlijk gebakken. Een grote schaal keto-kruidnoten en gevulde speculaas op tafel. Het ruikt weer heerlijk. Dit is gezellig. Zo hoort december. En bij Ellen durf ik dit tenminste neer te zetten. Zij snapt het.

Ellen neemt een kruidnoot, knikt en lacht. “Heerlijk,” zegt ze. “Je bent echt handig geworden in de keuken.” “Ja,” zegt Marloes, iets te trots. “Ik dacht, zo mis ik niks. En de kinderen ook niet. En het mag allemaal. Het voelt veel beter dan vroeger.” Ellen kijkt naar de schaal. “Weet je wat grappig is?” zegt ze dan rustig. “Dit is precies wat ik mijn eerste jaar ook gedacht heb.” “Ja?” zegt Marloes. Zie je wel, zij doet het ook. Dan is het oké.

“Ja,” zegt Ellen. “Ik heb me toen ook helemaal uitgeleefd op keto speculaas en kruidnoten en taart enzo. Iedere week een ander recept, soms meerdere keren per week. Het was zó leuk. Heel de tijd dat gevoel van: ik mag alles, ik ben slim bezig.” Ze neemt nog een kruidnoot, draait hem even tussen haar vingers voordat ze hem opeet. “En?” vraagt Marloes. Zeg alsjeblieft dat het goed ging. Dat je gewoon stabiel bleef. Dan ben ik gerust.

Ellen zucht zacht. “Ik merkte op een gegeven moment dat ik mijn oude patroon van snoepen in een keto-jasje had gestopt. Weer leven van het ene lekkers naar het andere. Niet meer luisteren naar wat mijn lijf nodig had, maar naar wat er in de oven stond. Ik merkte ook dat mijn lijf weer steeds meer ging aanvoelen zoals eerst. Meer honger, zwaardere buik, minder energiek, klachten kwamen terug. En dat terwijl ik keto at.”

“Wat heb je gedaan toen?” vraagt Marloes.

“Ik heb alle bakspullen weer in de bovenste kast gezet,” zegt Ellen. “Alsof het kerstballen waren. In zei ik tegen mezelf: ik bak alleen nog als het echt feest is. Sinterklaas, Kerst, misschien een grote verjaardag. Maar ik merkte dat ik dan weken van tevoren al bezig was in mijn hoofd. Recepten zoeken, bedenken wat ik zou maken, toch weer die onrust om eten heen. Het bleef een ding. Een half jaar later heb ik alles weggegeven. Geen keto-baksels meer voor mij. Pas toen kwam de echte rust terug. In mijn lijf en in mijn hoofd. Ik wil mijzelf die verleiding niet meer aandoen. Voor mij komt er pas echt rust als bakken geen optie meer is.”

Alle bakspullen de kast in, herhaalt Marloes in zichzelf. Het beeld is zó concreet dat ze het bijna hoort, dat deurtje dat dichtgaat.

Ik schuif ongemakkelijk op mijn stoel. Mijn schort knispert. “Ja hoor,” zeg ik snel. “Maar zij is ook heel streng. En zij is al jaren verder. Jij bent net lekker bezig, moet je dat nu allemaal weer afpakken? Bovendien, iedereen is anders. Jij kunt dit vast wel. En joh, het is december. Je gaat toch niet midden in december ineens weer streng doen?”

Die nacht ligt Marloes wakker. De geuren van de dag hangen nog in het huis. Haar buik voelt niet echt vol, niet echt leeg. Haar hoofd is druk. Als ze haar handen beweegt, voelt ze weer dat strakke, bekende randje in haar vingers. Ik ben niet met keto begonnen voor het bakken, denkt ze. Ik ben juist zo gaan eten voor eetrust. Voor meer energie en helderheid, voor een lichter lijf. Maar nu… ben ik weer de hele tijd met eten bezig. Alleen nu kan ik tegen mezelf zeggen dat het mag. Is dat wat ik wil?

Ik lig aan het voeteneind van het bed onder mijn schort. “Je overdrijft,” fluister ik. “Je hebt nog steeds geen ‘normaal eten’ aangeraakt. Je doet het fantastisch. En nog twee weken, dan is het januari. Dan kun je zo’n prachtig nieuw-begin-moment maken. Je weet hoe je daarop gaat. Alles netjes, startgids, knop om. Maak dit nu niet kapot met rare ideeën.”

Maar waarom wachten? flitst het door haar heen. Waarom moet het eerst helemaal misgaan voordat ik weer mag kiezen voor mezelf? Waarom mag ik niet gewoon nu beslissen dat het genoeg is?

Daar heb ik een hekel aan, dat soort gedachten.

De volgende middag staat ze in de keuken en kijkt om zich heen. Het aanrecht staat vol met mixkommen, maatlepels, halfopen zakken amandelmeel en potten zoetstof.

Ik strijk mijn schort alvast glad. “Wat wordt het vandaag?” vraag ik opgewekt. “Speculaasbrokken? Kerstcake? We kunnen het hele weekend vullen. Volgend jaar weer strak, dat weet je toch.”

Marloes legt haar handen op het aanrecht en blijft even zo staan. Ik ben moe van dit project. Moe van steeds verzinnen wat ik nu weer ga bakken. Moe van het praten in mijn hoofd over ‘mag wel, mag niet, nog eentje dan, ach waarom niet’. Weer dat moeten eten omdat het er is. Dit voelt als vroeger in een nette vermomming. En die kilo’s, dat zuur en die ochtendpijn in mijn gewrichten, daar wil ik niet naartoe terug.

Haar man komt binnen met boodschappentassen. Hij kijkt naar het aanrecht en dan naar haar gezicht. “Gaat het?” vraagt hij. “Je ziet er moe uit. En je klaagde laatst weer over je maag en over je knieën. Dat had je toch juist niet meer?” Ze knikt. “Ik ben het een beetje zat,” zegt ze. “Al dat bakken. Ik ben weer de hele dag met eten bezig. En ik voel het gewoon in mijn lijf.”

Hij zet de tassen neer en legt kort een hand op haar arm. “Je hoeft het niemand te bewijzen hè,” zegt hij. “Voor mij hoeft dit allemaal niet. Ik vind het lekker, maar ik vond het wel relaxter toen je meer energie had en minder klachten.”

Ze slikt. Hij heeft gelijk. Dit gaat helemaal niet meer over gezellig meedoen.

Ze rukt mijn schort van de haak. Ik verstijf. “Ho, ho,” zeg ik. “Rustig. Dat is mijn werkuitrusting. Daar kunnen we nog heel veel mee deze maand.” Ze kijkt naar het schort, naar de afbeeldingen van koekjes en pepernoten, en zucht. “Je hebt hard gewerkt,” zegt ze zacht. “Maar ik heb je helemaal niet gevraagd om mijn dagen weer rond eten te laten draaien.”

Ze vouwt mijn schort slordig op en legt hem bovenop de zak amandelmeel, naast de andere bakspullen. Dan pakt ze het hele pakket, klimt op een keukentrapje en zet het achterin de bovenste kast, bij de dingen die je maar af en toe nodig hebt. Ik gooi nu nog niets weg. Maar ik haal het wel uit de hoofdrol. Dit mag weer gast worden. Geen dagelijkse show meer.

Ik sta beneden en kijk omhoog naar de kast die dichtgaat. “Je gaat dit toch niet echt doen,” probeer ik. “Je kunt toch ook zeggen: vanaf januari. Dat was ons plan. Je pakt me mijn december af. En je eigen gezelligheid, omdat het mag.”

Ze pakt de waterkoker, zet thee, pakt de ovenspecial uit de la en slaat de bladzijden om. Vandaag gaan we weer echt genieten van keto. De bladzijden zijn gekreukeld van het gebruik. Ik hoef niet pas op een maandag in januari opnieuw te beginnen. Ik mag ook op een gewone dinsdag in december zeggen: tot hier. Ik hoef het niet eerst helemaal te verpesten om weer serieus genomen te worden door mezelf.

’s Avonds komt haar man thuis, nog in zijn jas. “Wat ruikt het hier lekker,” zegt hij bij de deur. “Dit is weer die ovenschotel hè? Dat heb ik gemist.” Ze glimlacht. “Gewoon wat mijn lijf nodig heeft,” zegt ze. Tijdens het eten valt het haar op hoe rustig dit voelt. Een warm, voldaan gevoel. Het voelt bijna kaal. Maar ook… lichter. Als een overwinning.

De dagen erna merkt ze dat de eetonrust langzaam afneemt. De dips worden minder, de drang om iets te pakken neemt af. Ze hoeft niet meer iets zoets toe. Het zuur wordt weer minder, tot het op een avond ineens wegblijft. Wanneer ze ’s ochtends uit bed stapt, voelen haar knieën en handen soepeler dan de week ervoor. Ja. Dit is waarom ik dit doe. Dit is de winst die geen enkel baksel waard is.

De weegschaal stopt met klimmen, blijft eerst staan en schuift dan een klein stukje terug. Maar belangrijker: haar hoofd wordt weer stiller.

Ik zit op het aanrecht met mijn voeten bungelend tegen de keukenkastjes. Zonder schort. “Saai hoor,” mopper ik. “Geen grote terugval, geen dramatisch januari-verhaal, geen eindeloze pogingen om het weer op te pakken. Wie wil er nou een verhaal waarin iemand halverwege december gewoon stopt met schuiven en verdergaat waar ze was gebleven?”

Marloes glimlacht. Ik, denkt ze. Ik wil precies dát verhaal. En ik ben degene die het moet leven.

Ik glij langzaam van het aanrecht en kijk nog één keer naar de bovenste kast. “Dit is niet afgelopen,” zeg ik zacht. “Volgend jaar hang ik mijn schort gewoon weer klaar. Ik ken decembergeuren. Ik ken jou.”

Ze zet haar mok in de vaatwasser, draait zich naar mij om. “Dan ken je me nog niet zo goed als je denkt,” zegt ze. “Ik weet nu hoe het werkt met jou en je bakschortje. Daar trap ik niet zo makkelijk nog een keer in.”

Ik druip af richting de woonkamer, een beetje beteuterd. In de keuken blijft alleen de geur hangen van gewoon eten. Geen spektakel, geen rookwolken. Alleen een vrouw die halverwege december weer voor zichzelf kiest. Voor een lichter leven. Ze is vastberaden. Ik voel het. Misschien gaan we wel nooit meer samen bakken.

Ik gooi de deur met een klap achter me dicht.

Meer van deze verhalen? In mijn boek vind je 57 échte verhalen uit de praktijk. Je kunt me ook beter leren kennen in het Keto & Support Pluspakket. Je krijgt daar elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en hoe je weer zelf de baas wordt over wat je eet. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!

Delen
Verslaafd aan brood, koekjes en chips?

Verslaafd aan brood, koekjes en chips?

Een leven zonder pasta, brood, chips, koekjes, pizza en andere koolhydraten is voor veel mensen ondenkbaar. En dat terwijl juist die producten de oorzaak zijn van zoveel klachten: schommelende energie, hongergevoel, overgewicht, vermoeidheid en andere gezondheidsproblemen.

Maar velen van ons zijn op een bepaalde manier echt verslaafd geraakt aan koolhydraten. Een verslaving die vaak niet wordt begrepen en enorm wordt onderschat. Dat merk je ook, zodra je start met gezond keto: die koolhydraten blijven vaak nog flink trekken. Misschien herken je dat.

Bestaat er echt een koolhydratenverslaving?

Kun je echt verslaafd raken aan eten dat overal wordt verkocht, dat we als normaal beschouwen en dat zelfs in de Schijf van Vijf zit? Het korte antwoord is: ja. Alleen heet het zelden zo. Want bijna niemand noemt het een verslaving als het om eten gaat. Toch kan je brein op vrijwel dezelfde manier reageren op koolhydraten, als op nicotine of alcohol. En daarbij komt ook nog eens dat je lijf zelf steeds weer ‘schreeuwt’ om koolhydraten.

In feite kun je op drie manieren verslaafd zijn aan koolhydraten. Voor sommige mensen geldt alleen de eerste manier, maar voor veel mensen geldt dat ze op al deze verschillende manieren verslaafd zijn geraakt aan koolhydraten! Laten we eens kijken naar deze verschillende manieren.

1. Een verslaafd lijf door tekort aan energie

Jouw lijf bestaat uit biljoenen cellen. En in al die cellen staan kleine kacheltjes, die de cel energie geven. Om de kacheltjes te laten branden heb je brandstof nodig. Je lijf kan zowel vetten als koolhydraten gebruiken als brandstof. Laten we kijken hoe het koolhydraten kan gebruiken.

Alle koolhydraten die je eet, worden omgezet in suiker. Niet alleen koekjes, ook brood, pasta en chips. Die suiker komt in je bloed en je bloed vervoert het naar alle cellen in je lijf die brandstof nodig hebben voor energie. Die cellen zetten hun deuren open voor suiker. Een geweldig systeem! Maar het systeem kan ook stukgaan. Zo’n stuk systeem noemen we insulineresistentie. En dat kan op den duur veel gezondheidsproblemen veroorzaken.

Meestal gaat het stuk doordat we te vaak en te veel koolhydraten eten. Als het systeem stuk is dan houden veel cellen hun deur dicht. De suiker wordt dan opgeslagen als vet en je lichaam zit zonder voldoende brandstof. Dus zonder energie! Het schreeuwt om nieuwe koolhydraten. Je hebt alsmaar honger in weer brood, pasta, koeken of repen. Je lichaam raakt afhankelijk van steeds weer nieuwe koolhydraten en is dus in feite verslaafd.

Gelukkig kan je hier al binnen een paar dagen tot weken van afkomen, door keto te eten. Je geeft je lijf dan andere brandstof, namelijk vet. Daar zetten alle cellen graag hun deur voor open! Je lijf hoeft dan dus ook niet meer steeds te schreeuwen om koolhydraten, want er is genoeg energie. Zolang je je lijf voldoende vet geeft in plaats van koolhydraten, dan is je lijf niet meer afhankelijk van koolhydraten. Je lijf is dan dus al niet meer verslaafd!

2. Verslaafd aan je beter willen voelen

Alles in ons lijf is gericht op overleven. Om te overleven heb je voldoende voedsel, drinken, warmte, contact en veiligheid nodig. Ons brein beloont ons als we dingen doen die de kans op overleven groter maken. Dat noemen we het beloningssysteem. Een systeem dat jou steeds even een ‘fijn gevoel’ geeft, als je iets doet wat goed is voor je overleving. Als aanmoediging. Je gaat dan automatisch steeds de dingen doen die die beloning geven.

Dit slimme systeem was in de oertijd, toen er nog weinig was, van levensbelang. Het systeem beloont je bijvoorbeeld als je koolhydraten eet, omdat koolhydraten in de oertijd schaars waren, maar heel belangrijk. Belangrijk voor het aanleggen van vetreserves. En hoe meer vetreserves, hoe groter de kans op overleven! Dus steeds als we koolhydraten eten, krijgen we van ons brein een beloning. Je brein zegt: doe dit vaker!

Maar… ook dit beloningssysteem kan stukgaan. Alweer doordat we te vaak en te veel koolhydraten eten. Veel meer dan bedoeld. Dan trapt het beloningssysteem op de rem, het gaat je minder belonen. Het zegt dan eigenlijk: ho ho, zoveel heb je hiervan niet nodig. En jij merkt dat. Je gaat je onrustig voelen of chagrijnig. Het enige wat helpt, is nog meer koolhydraten eten, zodat je toch nog ietsje beloning krijgt en je je iets beter kunt voelen.

Je bent dan dus verslaafd. Je hebt steeds weer en steeds meer van het middel koolhydraten nodig om je beter te voelen. 

Gelukkig kan ook dit systeem herstellen. Als je keto gaat eten, dus vrijwel helemaal stopt met koolhydraten, kalmeert het systeem. Er komt weer rust in je hoofd. Je brein leert opnieuw dat het zich ook goed kan voelen zonder die snelle pieken. Maar daar gaat wel langere tijd overheen. Herstel van deze verslaving vraagt om lange tijd zonder je middel. Meerdere weken achter elkaar. En steeds als jij weer ‘gebruikt’ dan val je weer een stukje terug.

3. Verslaafd aan regulatie door eten

Om te overleven is jezelf veilig houden natuurlijk ook heel belangrijk. Dus dat je lijf direct kan handelen als er gevaar is, zonder dat jij daarover na hoeft te denken. In de oertijd was ook dat onmisbaar. Als je plotseling oog in oog stond met een tijger, dan ging dat systeem meteen ‘aan‘, je regelde in een flits alles wat nodig is om snel te kunnen rennen of te vechten. En na afloop ging dat systeem weer ‘uit‘. Je lichaam kwam tot rust en herstelde.

Dat systeem heet het autonome zenuwstelsel en het heeft dus 2 standen. De aanstand (sympathisch) zorgt dat je alert bent: hartslag omhoog, ademhaling sneller, spierspanning, klaar om te reageren. De uitstand (parasympathisch) zorgt dat je kunt herstellen: hartslag daalt, adem wordt dieper, je spijsvertering start weer. Je eet niet in de aanstand als je in gevaar bent. Je eet alleen in de uitstand.  

In ons moderne leven waar altijd van alles aan de hand is, staat dat systeem voortdurend aan. Ook jeugdtrauma kan ervoor zorgen dat het systeem voortdurend aan blijft staan. Je komt dan in een soort semi-alarmstand te leven. Niet volledig in paniek, maar ook nooit écht ontspannen. Veel mensen leven zo voortdurend in een lichte vorm van paraatheid.

Dat voelt normaal, totdat er iets gebeurt waardoor het systeem net wat heftiger reageert. Die trigger kan voor iedereen anders zijn. En dan kan het lichaam reageren alsof er een tijger voor je neus staat. Dus het systeem gaat vol aan. Maar er is geen tijger. Er is niets zichtbaars om te verslaan of om van te vluchten. Dus moet je zelf het systeem uitzetten. Dat kun je doen met eten. Als je eet, krijgt het systeem het signaal: het is veilig, je kunt uit.

Bij deze derde vorm van verslaving, gebruik je eten, en dan het liefst koolhydraten, om te dempen, om rust te vinden, om even niet te hoeven voelen etc. Ook keto eten kan dit effect hebben, maar veel minder. Want het activeert niet je beloningssysteem en het levert niet de snelle energie die je lichaam kalmeert.

Het draait er bij deze laatste vorm van verslaving uiteindelijk om dat je leert hoe je je systeem structureel (dus niet tijdelijk door te eten), kunt kalmeren. Dat je lijf, je hoofd en je gevoel weer kunnen vertrouwen dat er rust is. Ademhalingsoefeningen kunnen bijvoorbeeld heel helpend zijn.

Uit de koolhydratenverslavingen

Als je wilt loskomen uit een koolhydratenverslaving, werkt het het beste als je echt strikt keto eet. Niet een beetje koolhydraatarm of ‘beperkt’, maar vrijwel helemaal zonder, zoals met keto. Alleen dan kan je lichaam de omschakeling maken van koolhydraten als brandstof naar vetverbranding.
Dat is de enige manier waarop het lijf, het hoofd en je gevoel weer tot rust komen. Ook omdat je dan overstapt op ketonen als brandstof.

Maar let op: zelfs als je strikt keto eet en ‘alles goed doet’, kan stress je systeem nog in de war brengen. Langdurige spanning kan zorgen voor hogere stresshormonen en dus ook voor hogere bloedsuikers. Daardoor kunnen de cravings en je verslavende gedrag, weer terugkomen, ook al eet je perfect. Rust in je systeem is dus net zo belangrijk als rust in je voeding.

Het nieuwe boek Het gevecht tegen Het Koolhydratenmonster kan je veel inzicht geven. De verhalen in het boek laten zien hoe de stem van jouw verslaving je steeds probeert over te halen om toch weer koolhydraten te gaan eten. Het maakt die strijd in je hoofd zichtbaar. En vooral laten de verhalen zien hoe je kunt ontsnappen. Hoe jij uiteindelijk de baas kunt worden over wat je eet.

In het Keto & Support Pluspakket leer je stap voor stap hoe je loskomt uit al deze vormen van een koolhydratenverslaving. Niet door pure wilskracht, maar door inzicht, kennis en door rust te brengen in je systeem. Je ontdekt hoe je je hoofd kalmeert en je gevoel leert volgen in plaats van verdoven. En het belangrijkste, je doet het niet alleen, maar samen met Matty. Elke dag.

Afkicken met vallen en opstaan

Voor de meeste mensen is het niet zo simpel dat ze zomaar even stoppen met koolhydraten. Je lijf kan blijven vragen om koolhydraten, je hoofd kan blijven hunkeren naar het fijne gevoel van beloning wat koolhydraten brengt, en je systeem kan koolhydraten blijven vragen om rust te vinden.

En dat is precies de reden waarom zoveel mensen, zeker in het begin, regelmatig terugvallen. Terugvallen is niet leuk, maar het zijn wel leermomenten die je kunnen helpen ontdekken wat jij nodig hebt, of anders kan doen, om uiteindelijk vol te kunnen houden. Het helpt enorm als je begrijpt wat er in je lijf, je hoofd en je gevoel gebeurt. Het komt allemaal niet doordat jij iets fout doet, het komt doordat we het verkeerde eten zijn gaan eten.

Tips & tricks bij keto

‘Appelwijn’ tegen het zuur

Een glaasje 'appelwijn' past heel goed in een gezonde koolhydraatarme/keto aanpak. Het is niet alleen lekker, het is ook nog eens ondersteunend! Iets voor jou misschien? ZO MAAK JE HET Wat is het? Deze 'appelwijn' maak je zelf van een (wijn)glas water met een eetlepel...

Tijdelijke haaruitval door stress

Als je overstapt op een gezonde koolhydraatarme/keto aanpak en in korte tijd veel gewicht verliest, dan kan dat stressvol zijn voor je lijf. In reactie op die stress komt het heel soms voor dat mensen tijdelijk meer haar verliezen dan normaal. Dat is natuurlijk niet...

Starten met keto en jeuk/uitslag (keto rash)

Als je net begonnen bent met koolhydraatarm/keto eten, kun je soms last krijgen van (onschuldige) huiduitslag: keto rash. Het komt niet vaak voor gelukkig, want het kan erg vervelend zijn. HOE HERKEN JE KETO RASH? Je kunt keto rash (prurigo pigmentosa) herkennen aan...

Duizelig, bibberig en slapjes…

Ben jij bezig met de weekmenu's uit de startgids en merk je dat je je eerder slechter dan beter voelt? Voel je je bibberig, duizelig, slapjes, misschien wat misselijk en ziekig?  Zijn het 'gewoon afkickverschijnselen'? Het kan zijn dan je 'gewoon' last hebt van...

Calorieën tellen en afvallen

Dat dacht jij toch ook altijd? Als je wilt afvallen dan móet je calorieën tellen, want daar draait het om? Inmiddels weet je dat daar de sleutel niet zit, toch? Of denk je stiekem dat je toch calorieën moet tellen, ook al doen wij daar niet aan? Heeft calorieën tellen...

Niet elke magnesiumsoort werkt!

Wij krijgen nog heel vaak berichtjes van mensen die kramp hebben, vaak in de nacht, die moe blijven, of spierpijn blijven houden. Ondanks dat zij magnesium gebruiken en ook ons zoutadvies opvolgen. Vaak komt dat doordat de verkeerde magnesium wordt gebruikt. Check dus...

Koolhydraatarm eten als je ziek bent

Ook als je ziek bent, raad ik je aan om juist vast te houden aan je gezonde koolhydaatarme/keto menu. Deze pure, échte voeding, is de perfecte basis om snel te herstellen en weer gezond te worden. Ga dus niet aan de beschuitjes en rijst, zoals je dat vroeger misschien...

Hoe snel kun je afvallen?

Onze koolhydraatarme/keto aanpak is een gezonde manier van eten, waarmee je heel gemakkelijk en zonder honger, van je overtollige kilo's kunt afkomen. Zoveel mensen hebben hier al geweldige resultaten mee behaald! Ze zijn tientallen kilo's afgevallen en bijna...

Koolhydraatarm en last van diarree?

Een koolhydraatarme/keto aanpak is goed voor je darmen! Darmklachten nemen steeds verder af wanneer je koolhydraatarm/keto gaat eten. Maar je lijf en darmen moeten wel even wennen aan deze nieuwe manier van eten. Zeker de eerste tien dagen, tijdens het afkicken van...

Op gewicht rond en na de overgang

Veel vrouwen merken dat ze tijdens en na de overgang sneller aankomen en moeilijker afvallen. Een belangrijke oorzaak is dat er minder oestrogeen en progesteron wordt aangemaakt. Dat kan verschillende klachten geven, zoals de bekende opvliegers, nachtzweten, slechter...

Delen
BLOG 13 De feestelijke lunch

BLOG 13 De feestelijke lunch

‘Welkom bij mijn persoonlijke blog, over keto vasthouden in een niet-keto-wereld! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. Je kunt er wat van leren, al heb ik dat liever niet.

En niet alleen heb ik mijn eigen blog, op verzoek van Matty heb ik nu ook een eigen boek geschreven! “Dan kunnen nóg meer mensen lezen hoe briljant je bent!”, zei ze. En nu is het er dus. Het gevecht tegen Het Koolhydratenmonster is een prachtig groot boek vol verhalen over jullie, waarin ik laat zien hoe goed ik ben in precies op het juiste moment dingen fluisteren in je hoofd. Vandaag één van de verhalen uit mijn boek, het gaat over Lianne.

Ik ben dol op kantoren waar normaal de norm is. Lianne is tweeënzestig en werkt al jaren bij de woningcorporatie. Een rustige kracht, altijd aardig, altijd bereid om iets extra’s te doen. Maar haar lichaam liet haar langzaam in de steek.

Ze slikte pillen voor haar bloeddruk, tabletten tegen maagzuur, pijnstillers voor haar gewrichten en af en toe iets om te slapen. Elke ochtend een handvol troost in plastic. De dokter zei dat het bij de leeftijd hoorde, en zij knikte. Maar vanbinnen dacht ze: Moet dit echt zo?

Tot ze op een avond op haar telefoon bleef hangen bij een bericht op Facebook. Een succesverhaal van een vrouw van haar leeftijd, die schreef hoe ze dankzij keto van haar medicijnen af was. Lianne las het drie keer. Ze herkende het gevoel: altijd moe, altijd pijn, altijd honger. Ik probeer het, dacht ze. Dit is mijn laatste poging.

Het was wennen, het nieuwe eten, maar het voelde ook hoopvol en goed. Ik voel hoe ik mijn lijf eindelijk echt aan het voeden ben, dacht ze vaak. Na een maand voelde ze iets wat ze in jaren niet had gevoeld: rust. De maagzuurtabletten verdwenen, de pijnstillers bleven in de la. De bloeddruk zakte, de dokter keek verbaasd. Ze sliep diep, stond zonder pijn op. Ik heb mezelf terug, dacht ze.

Elke dag neemt ze haar eigen lunch mee: soms een salade, soms een restje van de vorige avond, soms een gevulde omelet. Ze loopt tijdens de pauze buiten, eet haar lunch op een bankje in de zon, ademt. Die wandelingen zijn haar rust, haar zekerheid. Buiten is veilig. Daar hoeft ze niets uit te leggen.

Ik loop vaak achter haar aan, maar buiten, tussen het groen, is het moeilijk werken voor me. Tot vandaag.

Vandaag is anders. Er hangt spanning in het kantoor. De directie heeft een mail gestuurd: Vrijdag om twaalf uur een bijeenkomst in de kantine. Als afsluiting van het jaar, met een kleine verrassing. Iedereen is opgewekt. Er wordt gelachen, geraden, gezucht. “Wat zou het zijn?” Lianne glimlacht mee, maar maakt zich zorgen. Het zal wel iets met eten zijn, denkt ze, en haar maag trekt een beetje samen.

De kantine ruikt naar verwennerij. Een uitgebreid buffet met luxe belegde broodjes, soep, warme quiche, zoete broodjes, kerstbrood en mooie taartjes. “Dit jaar geen borrel, maar een gezamenlijke kerstlunch,” zegt de directeur trots. “Als dank voor jullie inzet.” Iedereen is blij verrast. Er wordt geroepen, geapplaudisseerd.

Ik glimlach breed. “Zie je, Lianne? Zelfs het jaar sluit af met mij.” Ze zit aan tafel, haar lunch nog onaangeroerd in een bakje voor haar. De gesprekken bruisen, iedereen geniet. Ze probeert te lachen, maar de geur van het buffet is overal.

Een collega schuift een bord haar kant op. “Neem ook wat, joh. Dit is niet zomaar eten, dit is van de beste cateraar in de stad.” “Dank je, maar ik heb mijn eigen lunch,” zegt ze vriendelijk. “Eet nou mee,” zegt iemand anders. “Anders is het zo raar.” “Ja, kom op,” zegt een ander, “je mag ook wel eens genieten!”

Ik leun over haar schouder. “Ze bedoelen het lief. Je wilt niet ondankbaar lijken, toch? Je zit hier ook niet voor niets.”

Ze kijkt naar de broodjes. Zachte korst, geur van boter, glanzende zalm. Iedereen eet. Het is feest. Ik wil niet anders zijn, denkt ze. Ik fluister: “Eén broodje. Je hebt zo hard gewerkt. Je lijf kan dit heus aan, Lianne. Het is geen terugval, maar een balansdagje.”

Ze pakt een broodje met zalm. Ik kan ook alleen het beleg eten, denkt ze nog. Maar ze negeert die gedachte. Ik wil niet zo opvallen. De eerste hap is hemels. De tweede hap smaakt naar vroeger. Ze zucht. Ik heb dit gemist, denkt ze. Ze glimlacht naar haar collega’s, praat mee.

Niemand ziet het verschil. Alleen ik.

Na de lunch voelt ze het al. Haar buik zwelt, haar hoofd wordt zwaar. De letters op haar scherm dansen. Ze drinkt water, maar haar keel blijft droog. Waarom voelt dit slecht, zo naar en toch zo vertrouwd? denkt ze.

Ik zit op haar printer, glimlachend. “Omdat dit is wie je was, Lianne. En ik heb altijd geweten dat je terug zou komen.” ’s Avonds ligt ze in bed, haar maag borrelt, haar hart gaat tekeer. Dit was maar één keer. Morgen weer goed.

“Ik wil dit niet meer,” zegt ze hardop midden in de nacht. Haar man vraagt wat er aan de hand is. Ze praten over de dag ervoor. De volgende ochtend wordt ze wakker met een hoofd vol watten. De pijn in haar handen is terug, haar knieën voelen stijf.

Ze bakt een omelet met ham en kaas om mee te nemen voor de lunch. “Gaat het weer lukken vandaag?” vraagt haar man zachtjes. “Ja,” zegt ze. “Ik probeer het weer op te pakken.”

Ik loop met haar mee tot de voordeur. “Je kunt wel opnieuw beginnen, Lianne. Maar zolang je blijft proberen, blijf je van mij.” De dagen na de lunch voelt Lianne het verschil. De rust in haar lijf is weg, haar hoofd is zwaar, haar buik onrustig. Haar hoofd verlangt weer naar brood en makkelijk.

‘s Avonds zit ze aan tafel met een kop thee, kijkt naar de kerstverlichting buiten. Ik zit op de stoel naast haar, vriendelijk als altijd. “Je hebt het gezien Lianne. Er is niets ergs gebeurd. Je hebt weer gewoon gegeten en je leeft nog. Waarom zou je jezelf met kerst pijnigen?

Maak het makkelijk. Eet gezellig mee, net als iedereen.” Ze zwijgt. Hoe makkelijk zou dat zijn. Ze ziet het voor zich: de tafel vol eten, haar kinderen, haar man die vraagt of ze gewoon mee-eet. Geen uitleg, geen apart eten, geen vragen. Gewoon normaal.

Ik buig dichterbij. “Je hoeft niet perfect te zijn. Je hebt het al zo goed gedaan. Het is tenslotte kerst.” Ze voelt het trekken. Nog één keer gewoon doen. Daarna begin ik weer opnieuw. Ze vertelt haar man over haar plan.

Hij kijkt haar lang aan. “Lieverd, waarom zou je jezelf dit aandoen? Je weet wat het met je doet.” Ze haalt haar schouders op. “Omdat ik het anders niet volhoud. Iedereen eet mee, ik wil niet wéér degene zijn met mijn eigen bordje.” Hij pakt haar hand. “Je hoeft niet mee te doen om erbij te horen.” Ze zegt niets.

Later, als hij naar bed is, pakt ze haar telefoon en scrolt gedachteloos door Facebook. Tussen de kerstbomen en lichtjes ziet ze een bericht over keto kerstdiners. Geen mensen, geen selfies, maar foto’s van prachtig opgemaakte borden. Feestelijke gerechten, ketoproof en vol kleur.

Ze leest de reacties: ‘Iedereen at mee, zelfs mijn kinderen!’ ‘Het was zó gezellig, en ik voelde me de volgende dag geweldig.’ ‘Ik was zo trots. Het was niet moeilijk te maken en de gasten zeiden dat het smaakte naar restaurant-eten.’ Ze blijft kijken. Lang.

De tafel op de foto lijkt op die van haar. De borden, het licht, zelfs de glazen. Misschien kan ik ook zo doen, denkt ze. Gewoon op mijn manier.

Ik zucht. “Echt, Lianne? Ga je me dit jaar mijn kerst ook al afpakken?”

Ze glimlacht. “Misschien wel.” Ze legt haar telefoon weg en kijkt naar buiten. De lichtjes in de tuin weerspiegelen in het raam. In haar borst gloeit iets zachts, iets stevigs. Ik kies niet tegen jou, denkt ze. Ik kies voor mezelf.

Ik zwijg. Ik voel me verslagen en dat ben ik ook. Maar er komen meer feestjes. En dan ben ik weer van de partij.

Wil je meer van deze verhalen lezen? Je vindt ze in mijn boek, hier vind je meer informatie over mijn boek.

Wil je mij nog beter leren kennen? In het Keto & Support Pluspakket krijg je elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en leer je weer de baas te worden. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!

Delen
BLOG 12 Wie ben ik eigenlijk?

BLOG 12 Wie ben ik eigenlijk?

‘Welkom bij mijn persoonlijke blog, over keto vasthouden in een niet-keto-wereld! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. Je kunt er wat van leren, al heb ik dat liever niet. Misschien vraag je je wel eens af: wie is dat koolhydratenmonster eigenlijk?

Ik sta altijd voor je klaar!

Sommigen denken dat ik niet meer besta sinds ze keto eten. Nou… dat zouden ze willen.

Ok, er zijn mensen die gewoon eten wat er op het menu staat, zonder dat ze ooit ineens met een koekje, chips of de zoveelste keto-snack in hun handen staan, terwijl ze dat niet van plan waren. Als dat zo is: gefeliciteerd! Echt. Maar bij veel mensen gaat het anders.

Veel mensen hebben last van iets wat Matty “een koolhydraatverslaving” noemt. Ik vind dat zelf een groot woord, maar vooruit: het klopt wel een beetje. Want als jij vroeger vaak koolhydraten hebt gegeten om een bepaalde onrust weg te krijgen, dus niet om jezelf te voeden, dan is dat wel verslavend gedrag. En dat is mijn terrein. Want ik ‘help’ je om verslaafd te blijven. Dat is precies mijn rol.

Ik noem het zelf liever gewoon een gewoonte. Een klein ritueeltje. Iets wat bij de avond hoort, bij gezelligheid, bij even niets. Ik ben niet gemeen, ik doe gewoon wat ik altijd heb gedaan: ik help je ontspannen. Alleen werkt het niet meer zo goed als vroeger, en dat weet jij ook.

Wie ben ik dan?

Het mooie is: jij weet niet wie ik ben, maar ik weet precies wie jij bent. Daarom ben ik zo briljant in wat ik doe. Ik woon als het ware in je hoofd. Nou ja, ik woon er zelf niet, maar ik praat daar wel tegen je. De stem van jouw verslaving.

Veel mensen vinden dat idee vreselijk: de stem van een monster in hun hoofd. En eerlijk gezegd snap ik dat wel. Maar geloof me, ik ben niet kwaadaardig. Ik heb veel gezichten. Soms ben ik lief en zorgzaam, soms gezellig en grappig, soms juist verleidelijk of zeurend. Ik doe wat nodig is om gehoord te worden. Ik ben niet boos of gemeen (nou ja, meestal niet), ik ben gewoon een stem die ooit een functie had.

Ik hielp je ontspannen, troosten, overleven. Alleen ben ik een beetje te lang gebleven. Je hebt mij helemaal niet meer nodig.

Ik zal je laten zien hoe dat werkt. Ik neem je even mee naar een avondje op de bank, zoals dat vroeger ging. Vroeger, toen je nog niet met keto bezig was. Zo’n avond met misschien de tv aan. Je lichaam moe, je hoofd nog vol. Je maakte een kop thee, pakte een koekje of twee, later misschien nog een drankje, met toastjes of chips, of wat er maar was. Het hoorde erbij. Het was gewoon avond.

Ik was er toen ook al bij, alleen had je dat niet door. “Wat een dag,” zei ik dan in je hoofd. “Je hebt zoveel gedaan. Je mag best even wat nemen, even genieten.” En je deed het. Gewoon, omdat het fijn was. Omdat het rust gaf. Je had toen niet in de gaten dat eten om te ontspannen, verslavend gedrag is. Net als een sigaretje roken om even tot rust te komen.

Het woord verslaving hoorde niet bij ons. Dat zei ik nooit tegen je. Ik noemde het liever gewoonte. Of, nog beter: gezelligheid. Nog even gezellig ontspannen op de bank.

En toen ging je keto eten…

Jij dacht dat ik weg was, omdat je zo goed bezig was. Maar ik was er nog gewoon. Ik heb alleen gewacht tot het rustig werd. Jij had nog iets in de kast liggen: een half zakje chips. Netjes dichtgerold, met zo’n klemmetje erop. Voor ooit.

De dag ging goed. Jij voelde je trots, gecontroleerd, sterk. En steeds als je langs die kast liep, dan zei ik in je hoofd: er ligt nog chips. Een flits, meer niet. Hij ligt er nog, denk je.

En dan is het weer avond, je zit weer op de bank. Misschien nog even wat dingetjes regelen en dan zit je daar. Met een moe lijf en je hoofd vol drukte. En je kop thee zonder koekjes. En dan kom ik binnen. Ik zet mijn stoeltje naast je neer en zeg: “Er ligt nog een half zakje chips in de kast. Je hebt zo goed je best gedaan vandaag. Je voelt je misschien beter zonder koolhydraten, maar ja, wat maakt één handje nou uit? Je hebt het verdiend. Even ontspannen. Vandaag mag het.”

Je dacht misschien dat dat je verstand is wat zo tegen je praat, maar nee, dat ben ik. Ik hoef niet eens hard te praten. Ik fluister gewoon. En jij luistert, zonder het te merken. Terwijl je verstand nog roept: ik doe het niet, sta je al op. Even later hoor ik het geritsel van het zakje. Je eet. En je voelt hoe je rustig wordt. Hoe de dag zakt. Hoe je even verdwijnt in het moment. Alles even uit.

Even later gaat je verstand weer aan. Je denkt: waarom doe ik dit nou weer. Ik glimlach dan naar je en zeg dat het niet erg is.

“Neem gewoon nog even wat, dan voel je je beter. Het is nu toch al verpest.” Ik vertel je zelfs wát je zou kunnen eten. Misschien die koekjes voor de visite? Of even iets bestellen? En jij luistert. Omdat je je rot voelt over de chips. Omdat je je slecht voelt over jezelf. Omdat je zo moe bent van je best doen. Dat wil je allemaal even niet voelen.”

En als je niet luistert, dan ga ik zeuren en drammen. Dan gedraag ik me als een kleuter die zijn zin niet krijgt. Net zo lang tot jij alsnog toegeeft. Briljant toch, hoe ik dat aanpak?

Mijn grootste angst

Nu je weet hoe slim ik ben, wil ik je vertellen wat mijn grootste angst is.

Ik ben dus altijd bang dat jij op een dag in de gaten krijgt dat ík het ben die in jouw hoofd praat, met een stem die líjkt op die van jou. Maar dat je dat dus niet echt zelf bent. Dat het niet je verstand is. Maar de stem van je verslaving, van de gewoonte. Van ‘hoe het altijd ging’ en wat altijd werkte voor je.

Het is dus belangrijk voor mij dat jij dat nooit in de gaten krijgt. Hoe dat precies zit in je hoofd. Dat ik eigenlijk degene ben die ervoor zorgt dat jij steeds maar weer terugvalt, terwijl je zo graag gewoon keto wilt volhouden. Niet jij, niet je verstand, niet omdat je niet genoeg wil.

Het is daarom ook belangrijk dat je níet naar Matty luistert! Want Matty wil juist dat je dat wel weet. Ze wil dat je mij doorkrijgt, zodat jij weer zelf de baas wordt over wat je eet en niet ik. Daarom noemt ze mij het koolhydratenmonster en laat ze plaatjes van mij zien. Zodat je begrijpt dat je gewoon tegen mij kunt praten. Omdat ik een ander wezen ben. En niet jijzelf.

Ik praat heel graag met je!

Op zich heeft ze dat goed bedacht. Want ik praat graag met je. Gezellig samen. Ik vertel je graag waarom je het verdient om even iets te eten, of waar je mee zit en hoe je dat kunt oplossen met chips of koek. Of dat je net zo goed pas morgen écht kan beginnen. Jij hoort dat in je hoofd en je denkt dat je dat zelf bent. Ik praat heel veel en ik ga vaak net zo lang door tot je doet wat ik zeg.

Tot het moment dat je het ziet dus. Dat je het snapt. Dat je begrijpt dat ik het ben die tegen je praat. Ik, het koolhydratenmonster. En niet jij zelf. Want als je dat door hebt, dan merk je ook dat ik niet altijd de waarheid spreek. Dat ik alleen maar alles doe om mijn zin te krijgen. Dus dat jij iets gaat eten wat je eigenlijk niet wilt eten. Want dat wil ik graag wel. Zodat jij je héél even beter voelt.

Die plaatjes die ze van mij laat zien, die verpesten het helemaal voor mij. Want dan komt er beeld bij dat stemmetje. En dan snap jij helemaal dat ik niet jouw stem ben, maar de stem van jouw koolhydratenverslaving. En dat is mijn grootste nachtmerrie.

Want zolang jij denkt dat mijn stem van jou is, ben ik machtig. Maar zodra jij hoort dat ík het ben, zodra je denkt: hé, dat is niet mijn verstand,  maar het monster dat praat, dan wordt het steeds stiller in je hoofd. Dan kan ik wel blijven praten, maar jij luistert niet meer.

Ik ben geen opgever!

Natuurlijk geef ik me niet zomaar gewonnen. Ik blijf het proberen. Ik praat gewoon door, zacht, vol begrip. “Kom op, eentje maar. Je hebt het verdiend.” Maar jij kijkt me aan, hoort mijn stem en denkt: wacht even… dát ben jij: het koolhydratenmonster. Ik heb helemaal geen zin meer in jou.  En op dat moment ben ik mijn greep kwijt.

Dat is het moment waarop jij weer de baas bent. Niet omdat ik er niet meer ben, maar omdat jij weet wie er praat. Ik blijf natuurlijk wel in de buurt. Ik ben hardnekkig, ik geef niet zomaar op. Soms duik ik nog even op als je moe bent of ergens tegen opziet. Dan probeer ik het nog één keer met een fluistering, een grapje, een herinnering aan vroeger. En soms lukt het me nog, heel even.

Maar steeds vaker niet. En dan hoor ik mezelf mompelen vanuit de keuken, ergens tussen de potten en pannen: “Tot morgen misschien.” En jij zegt niets. Jij glimlacht alleen maar. Dat is het ergste wat er is, weet je dat? Een glimlach van iemand die me doorheeft.

Maar goed, ik geef het niet helemaal op. Ik ben het Koolhydratenmonster en volhouden, dat is ook mijn specialiteit.

Wil je mij nog beter leren kennen? Ik heb een boek geschreven met verhalen waarin ik precies laat zien hoe ik werk. En in het Keto & Support Pluspakket krijg je elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en leer je weer de baas te worden. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!

Delen
BLOG 31 Keto of Pillen?

BLOG 31 Keto of Pillen?

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Keto of pillen? Misschien denk je: wat is dat nou voor vraag? Keto is om af te vallen, pillen zijn voor als je iets mankeert, als je ziek bent. Je bent niet de enige die dat denkt. Veel mensen zien keto nog steeds als een afvaldieet. Maar keto is geen dieet. Keto draait het vuur uit. En nu hoor ik je denken: mijn lijf staat toch niet in brand? Klopt en zo bedoel ik het ook niet. Ik leg het uit.

Een pan met kokend water

Stel, je hebt een pan vol water op het vuur. Het water kookt over. Dan kun je twee dingen doen. Je kunt een deksel op de pan leggen. Even lijkt het rustig, tot het borrelende water het deksel optilt en weer overkookt. Het probleem blijft. Pillen zijn eigenlijk zo’n deksel. Ze dempen het even, maar onder de oppervlakte borrelt het gewoon door.

Je kunt natuurlijk ook gewoon het vuur onder de pan uitzetten. Dan stopt de pan met overkoken. Je pakt dan de oorzaak aan van het probleem. En die oplossing, je raadt het al, is keto eten. Keto eten voorkomt niet alleen dat je lijf ziek wordt van het verkeerde eten, het kan ook (bijna altijd) de problemen herstellen die zijn ontstaan doordat je het verkeerde at.

Lekker makkelijk

Veel mensen denken dat pillen makkelijker zijn. Dan kun je lekker ‘normaal’ blijven eten, alles en zoveel je wilt. Maar pillen zijn geen oplossing. Pillen zijn alleen uitstel. Je lichaam blijft overbelast, en na verloop van tijd raak je steeds vermoeider, dikker, trager, zieker. Pillen die alleen proberen het probleem onder controle te houden: tegen hoge bloeddruk, hoge bloedsuikers, pijnlijke gewrichten of tegen de pijn.

Als je ‘normaal’ blijft eten, alles en zoveel je wilt, is er nog een ander probleem. Je lijf gaat steeds verder stuk. Het water gaat steeds harder overkoken. Dus zijn er steeds meer pillen nodig. Het begon misschien met één pil, dat worden er drie, dan vijf. En dan pillen om de bijwerkingen van andere pillen tegen te gaan. Op een gegeven moment slikken veel mensen handenvol pillen.

‘Normaal eten’

Wat is dan dat ‘normale eten’ dat ons dik en ziek maakt? Met ‘normaal eten’ bedoelen mensen vaak: gewoon eten wat overal te koop is en wat ‘iedereen’ eet: groente, vlees, vis, eieren, boter, noten, kaas, zuivel, brood, pasta, fruit, rijst, aardappelen, light-dit-en-dat, koek, sap, ontbijtkoek, havermout, pizza, wijn, chocola, chips en alles wat er nog meer in de fabriek wordt verzonnen aan snacks en keuzes.

Als je van al dat eten wat neemt, dan eet je normaal. Maar als je alleen die tien procent eet, het pure, echte eten waar je lijf iets mee kan, dan ben je ineens ‘streng’, ‘anders’ ‘overdreven’ of ‘op dieet’. Hoe raar is dat eigenlijk? Dat we het normaal zijn gaan vinden om alles te eten wat er te koop is, ook al maakt het ons ziek. En dat we het vreemd vinden als iemand alleen nog eet waar het lichaam echt iets mee kan.

Keto voor herstel

Keto is eigenlijk ook ‘normaal eten’. Je laat alleen alles weg wat je niet voedt, maar vult. Omdat voeding niet bedoeld is om te vullen, maar om te voeden. Het woord zegt het al. Als voeding alleen hoeft te vullen kun je net zo goed karton eten. Dat vult ook.

Met keto voedt je je lijf weer. Je laat misschien negentig procent van alles wat in de supermarkt ligt weg. Je eet alleen groente, vlees, vis, eieren, roomboter, noten, kaas, wat zuivel en een beetje fruit. Je kiest uit het totale aanbod dus alleen voeding die je echt voedt: puur, écht eten. Zodat je lijf weer kan doen waarvoor het gemaakt is: herstellen, genezen, leven. Zonder pillen!

Wie eenmaal een poosje keto eet en ervaart hóe je je óók kunt voelen, zo helder, energiek, lichter en gezonder, die snapt dat wat mensen ‘normaal eten’ noemen, helemaal geen normaal eten is voor ons lijf. Dat hoef ik niet eens uit te leggen. Dat weet je. Ons ‘normale eten’ maakt stuk en keto herstelt. Een disclaimer: keto kan natuurlijk niet álles herstellen. Soms is je lijf ‘stuk’ gegaan door andere oorzaken dan voeding. 

De derde optie

Er is trouwens nog een derde optie voor die pan met overkokend water. Je kunt de deksel eraf laten en gewoon wachten tot al het water is verdampt. Maar ik denk dat je je wel kunt voorstellen hoe dat eruitziet. Een lijf waaruit al het leven is verdampt.

Delen
BLOG 30: OPSTAND OP DIERENDAG

BLOG 30: OPSTAND OP DIERENDAG

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Het is dierendag in de dierentuin! Slingers langs de hokken, kinderen die klappen, verzorgers die de dieren een feestmaaltijd geven. En niet zomaar wat, nee, vandaag pakken ze uit. De leeuwen krijgen dubbele schalen vlees, de zebra’s extra sappig gras, de pinguïns extra vis, de apen bergen vol fruit en noten. Het is een feestdag!

Er zijn vandaag ook extra veel bezoekers in de dierentuin. Het is héél druk. Langs de hekken staan drommen mensen, met patat, ijsjes, pizza en broodjes hotdog in hun handen. De dieren mogen dat niet eten, overal hangen bordjes: NIET VOEREN ONS ETEN MAAKT DE DIEREN ZIEK.

Sommige bezoekers vinden het zielig. “Niet voeren? Wat flauw. Het is toch Dierendag!” zegt een vrouw met een zak friet. “Ach, één keertje kan toch geen kwaad,” lacht een man met een half stokbrood in zijn hand. En dan gebeurt het. Eén frietje vliegt door de lucht richting een giraf. En dan een stuk koek. Een halve wafel. Mensen lachen, kinderen juichen. En steeds meer bezoekers doen mee. 

De zebra’s laten hun gras liggen en happen naar de friet. De apen laten hun fruit vallen en graaien naar koekjes. Zelfs de leeuwen kijken op van hun vlees als er een ijsje voor hun poten landt. De bordjes met ‘verboden te voeren’ worden genegeerd. De hekken volgeplakt met etensresten. De dieren worden onrustig. Hun normale eten voelt ineens saai naast al die suikers, deeg en zout. Dit smaakt naar meer!

De opstand

De zebra’s duwen tegen hun hek. De leeuw ramt op de poort. De olifant zwiept met zijn slurf en breekt een muur om. Eén voor één breken de verblijven open. De apen zwaaien spaghetti als vlaggen, de tijgers sleuren maiskolven mee, de zebra’s hinniken luid. De olifant stampt voorop, slagroom nog op zijn kop.

Tussen de kruimels en lege pizzadozen vinden ze kartonnen borden en houten stokken. In een oogwenk schilderen ze spandoeken:
“Meer koek!”
“Weg met gras, friet voor iedereen!”
“Meer variatie, NU!”
“Taart voor altijd!”

De kinderen klappen, de ouders filmen. Niemand beseft de waanzin. De dieren marcheren verder, spandoeken hoog in de lucht. Dan storten ze zich op de bezoekers. Apen graaien suikerspinnen, zebra’s rukken chips uit handen, de olifant zuigt een hele stapel hotdogs van een picknicktafel. De tijgers beuken het restaurant open. Pizza’s verdwijnen in apenkoppen, muffins in zebra-muilen.

De leeuw schuift broodjes van de toonbank. Een zebra zakt door z’n hoeven. “Laat mij maar liggen, pak wat je pakken kan!” De stoet trekt verder. Ze breken de poorten van de dierentuin open. Onderweg vallen steeds meer dieren uit. Zebra’s met opgeblazen buiken, apen met poten omhoog, de leeuw hijgend tussen de pizzadozen.

Toch brullen ze nog: “Het maakt niet uit hoe we ons voelen! Dit is veel lekkerder! Wij eisen taart! Wij eisen traktaties!”

Bij een ijscokar duiken de apen op de hoorntjes. De olifant ramt een frietkraam en zuigt alles op. De zebra’s stormen een bakkerij in en smakken gebak naar binnen. Achter hen liggen al tientallen dieren kreunend op straat.

De honden en katten

Aan de rand van de stad komen ze andere dieren tegen: honden en katten, keurig aan de lijn, verbaasd over wat ze zien. Een hond blaft:
“Waar zijn jullie mee bezig? Wij krijgen al járen voer dat niet van nature bij ons past. Voer vol rijst, mais en soja. En kijk nu naar ons: overgewicht, jeuk, hartproblemen. Dit is geen feest, dit is ellende.”

Een dikke kat geeuwt vanaf een muurtje. “Welkom in onze wereld. Ik heb diabetes. Straks moet ik naar binnen voor mijn insuline. En dat allemaal door wat ze ‘gezonde brokken’ noemen.” 

De dierentuin dieren kijken elkaar even aan. Zebra’s schuiven met hun hoeven, de apen laten hun spaghetti slierten slap hangen. De leeuw bromt: “Maar het is veel lekkerder…”

De kat krabt aan de muur en zegt: “Lekkerder? Misschien. Maar niet wat we van nature horen te eten. Wij horen vlees en vis te eten. Jullie horen te eten wat bij jullie natuur past, precies wat jullie in de dierentuin krijgen. Waarom zouden jullie iets anders willen?”

De tegenopstand

De meeste dierentuindieren liggen inmiddels uitgeput op straat. Hun spandoeken liggen slap in de goot. Maar uit de zijstraten komt geblaf en gemiauw. De huisdieren trekken op, met hun eigen spandoeken in de lucht.

“Wij willen geen brokken vol rijst en mais!”
“Geen zakken vol granen, soja en aardappels!”
“Stop met biks, geef ons echt eten!”
“Wij eisen vlees en vis, eten wat we van nature horen te krijgen!”
“Gezonde dieren? Geef ons puur voer!”

Voorop lopen Evi, Romy, Csaba, Kiara en Balto trots, met hun verhalen hoog in de lucht. De andere honden en katten sluiten zich aan. Het is een tegenopstand. Geen roep om rommel, maar een roep om puur en echt eten.

De verklaringen van de huisdieren:

“Ik ben Romy, de hond van Karin Möller-Gronert. Toen ik pup was, wilde ik geen brokjes eten. Ze roken zuur, en ik voelde me er niet lekker bij. Mijn adem stonk en mijn vacht was dof. Karin had al 50 jaar honden, maar ik was de eerste die zo duidelijk liet merken: dit klopt niet. Gelukkig besloot ze naar mij te luisteren en me alleen vlees te geven. Sindsdien heb ik een prachtige, glanzende vacht en barst ik van de energie. En weet je wat Karin altijd zegt? Dat ik de eerste hond ben die niet mollig is, maar mooi slank en fit. Ik krijg beloningen in de vorm van gedroogde longstukjes en botten, precies zoals het hoort. Ik ben gewoon een gezonde, blije hond!”

“Ik ben Csaba, de Jack Russell van Betsie Ots. Ik heb het geluk gehad dat Betsie van haar vorige hond Noa veel geleerd heeft. Noa kreeg dure brokken maar had altijd jeuk en huidklachten. Ze at ze met lange tanden, alsof ze zelf wist: dit is niet goed voor mij. Toen Betsie overstapte op vlees, stukken pens en kip, gebeurde er een wonder. Binnen een week was de jeuk weg, en Noa at weer met smaak. Nu ben ik er, Csaba, en ik krijg vanaf het begin vleesvoer. Ik ben nu 6,5 jaar en kerngezond. Geen huidproblemen, geen medicijnen nodig, gewoon vol energie. Betsie zegt vaak: moderne diervoeding is net zo ver van de oorsprong afgeweken als die van mensen. Daarom kiest ze voor ons allebei: puur en natuurlijk.”

“Ik ben Evi, de doodle van Lia Blok. Ik had altijd vreselijke jeuk en kreeg daar zware medicijnen voor. Daar werd ik duf en suf van, ik voelde me niet meer de vrolijke hond die ik ooit was. Lia is toen anders gaan voeren: geen brokken meer, maar puur, vers en rauw vlees. Rund en kip krijg ik nauwelijks, want veel doodles zoals ik zijn daar allergisch voor. Maar er blijft genoeg over: vis, eend, geit, ree, konijn, paard… soms een rauw eitje of wat zachte groenten erbij. Ik smul elke dag. En het mooiste? Ik ben weer helemaal gezond. Geen medicijnen meer, geen jeuk. Ik kan weer rennen en spelen zoals vroeger.”

“En wij zijn Kiara en Balto, de huskies van Olga Schraven. Toen wij bij haar kwamen, kregen we brokken, net als zoveel honden. Maar gezond waren we niet. Ik, Kiara, had stug haar en stonk uit mijn bek en vacht. Mijn poten zaten vol kloven. Balto had vaak diarree, soms zo erg dat hij niet meer wist waar hij het zoeken moest. Olga is toen op onderzoek uitgegaan en begon ons vers vlees te geven. Sindsdien is alles veranderd. Mijn vacht is zacht geworden, ik stink niet meer, mijn poten zijn genezen. Balto heeft geen diarree meer en zijn ontlasting is altijd goed. We voelen ons weer sterk en gezond  en Olga zegt dat we er jonger en vrolijker uitzien dan ooit.”

De huisdieren houden hun spandoeken hoog. Rondom hen scharen zich de andere dieren die nog overeind zijn gebleven. “Dieren horen te eten wat ze van nature eten,” zeggen ze luid. “Niet wat mensen voor hen verzinnen. Daar worden we ziek van.” Ze wijzen naar hun eigen vachten, hun buiken, hun poten. “Wij huisdieren weten het maar al te goed. Van brokken vol rijst, soja en aardappels worden we dik en sloom. Van vlees en vis knappen we op. En mensen… jullie zijn niet anders.”

De stoet zingt nog één keer luid: “Red de dieren! Red de mensen! Geef ons allemaal weer echt eten!” En terwijl de zon zakt, klinken de stemmen zachter. De bordjes wiegen nog in de lucht. En zo eindigt deze dierendag…

Met dank aan de baasjes en bazinnen van deze dieren, die hun verhalen met ons wilden delen. Zij weten als geen ander dat niet alleen dieren, maar ook mensen gezonder worden van puur en natuurlijk eten. Hun dieren smullen van vlees en vis en zij zelf van keto. 

Lees hier hoe je je hond of kat ook weer puur natuur kunt laten eten!
Lees hier het verhaal van mijn eigen kat Fedor!

Delen
BLOG 29: DE VERKEERDE BRANDSTOF

BLOG 29: DE VERKEERDE BRANDSTOF

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Ik word wakker in een nachtmerrie.

Het is donker, benauwd, de lucht vol rook en stank. Ik sta ergens op een soort snelweg, maar alles lijkt anders. Het asfalt onder mijn voeten trilt van motoren die haperen, kraken, gieren. Voor me en achter me eindeloze rijen auto’s die stotteren en traag vooruit kruipen. Velen staan stil, roestig en uitgebrand langs de kant. Een kerkhof van voertuigen.

De lucht is zwaar, scherp. Geen geur van benzine meer, maar een misselijkmakende mix van zoete dampen en verbrande olie. Elke ademteug prikt in mijn keel.

Bestuurders hangen uitgeput uit hun ramen. Sommigen slaan met vuisten op het stuur. Anderen kruipen met hun vermoeide lijven onder de motorkap. Naast hen koffers vol flesjes en doosjes. Ze gooien pillen in de tank, spuiten vloeistof in leidingen, smeren dikke lagen zalf over het metaal. Terwijl ze dat doen, breekt het ene onderdeel na het andere onder hun handen af. Het helpt niets.

Ik gluur in een stilgevallen auto. Binnen is nauwelijks nog ruimte. Alles is gevuld met een dikke laag van een soort bewegend schuim. Het lijkt te groeien, te ademen, alsof het de hele cabine langzaam opslokt. De gestrande bestuurder wringt zich uit de kleverige massa.

Chaos en wanhoop

Ik loop verder, langs wrakken met knipperende lampen en dashboards vol rode signalen. Het gejammer van mensen die nieuwe dozen openscheuren, mengt zich met het geluid van motoren die hoesten en stikken. Wanhopig proberen ze hun auto nog een paar meter vooruit te krijgen. Het is een landschap van chaos en wanhoop, en ik bevind me er middenin.

En ergens tussendoor zie ik ook auto’s die nog rijden. Bestuurders die trots uit hun raam kijken, alsof er bij hen niets aan de hand is. Hun motor klinkt nog redelijk, hun lampen branden nog. Ze geloven dat ze veilig zijn. Maar ook daar kruipt de aanslag langzaam door de leidingen, ook daar slibt de motor ongemerkt dicht. Het is alleen nog niet zichtbaar. Nog niet.

Mijn voeten plakken aan het asfalt, overal vettige resten. En dan ineens, ergens in de verte, doemt een enorme lichtbol op. Met kleurige lichtstralen en glitters die als vuurwerk in de lucht schieten. Ik hoor muziek. Lonkende tonen dansen over de snelweg, alsof ze mij persoonlijk roepen. Even vergeet ik wat ik zojuist allemaal heb gezien en vol verwachting glijd ik richting het licht.

Het contrast met de troosteloze rijen autokadavers is enorm.

Hoe dichter ik kom, hoe overweldigender het wordt. Schermen knipperen, borden flonkeren. “De lekkerste brandstof ooit!” “Kies vandaag nog voor de ultieme tankervaring!” Het lijkt eerder een pretpark dan een pompstation. Hele gezinnen stappen uit met verwachtingsvolle gezichten, ontvangen door medewerkers in glanzende uniformen die hen als VIP’s behandelen.

Voor de ingang staat een bord dat in felle kleuren knippert: Tank & Wellness Drive-in – kies hier uw tankervaring.

Stap 1 – Kies je brandstof

  • Puur Gezond Keto – zuivere brandstof met gezonde vetten, voor een ouderwets gezonde auto.

  • Color Fuel – mix met drie vrolijke kleurtjes voor een levendige tankervaring.

  • Aroma Boost – mix met vanille, aardbei of cappuccino-geur: een weldaad voor de zintuigen!

  • Bubble Mix – bruisende mix met speelse belletjes voor een korte kick.

  • Plant Power Blend – puur plantaardige mix, de gezondste keuze voor de wereld.

  • FastFuel – instant energieboost (ook in een handige squeeze-verpakking).
  • Budget light – goedkope zoutloze verdunde mix met glucosestroop, zetmeel en gluten

Stap 2 – Kies je extra’s

  • Suiker – optimaal genot en snelle kick.
  • Zetmeel – stevige binding voor een langer kick.
  • Schuim – nog langer genieten van je ultieme tankervaring.

  • Krokant – want alles smaakt beter met een krokant korstje.

  • De luxe – met toevoegingen voor langer houdbaar en een fris kleurtje

Stap 3 – Kies je tankbeleving 

  • Compliment Light – een vriendelijke stem roept steeds “Goed gedaan vandaag!”.

  • Happy Plus – een rondje in het reuzenrad voor het hele gezin.

  • Super Deluxe – complimenten naar keuze, een voetmassage én applaus door alle medewerkers bij vertrek.

  • Snack Stop – tijdens het tanken een lopend buffet met donuts, pizza en softijs, met live complimenten van het koolhydratenmonster.

  • All You Can Fuel – onbeperkt snacks bijtanken zolang je wil, inclusief gratis refill-pas en onbeperkt complimenten naar keuze.

  • Dessert Dream – na afloop een toetje naar keuze: milkshake, brownie of bubble tea én stickerplaatjes.

  • Family Bucket – één tankbeurt, inclusief snacks voor het hele gezin, verpakt in vrolijke dozen en onbeperkt ijs toe.

Bestuurders lachen, wijzen hun keuzes aan, laten zich in de watten leggen. Terwijl hun auto wordt volgestroomd met kleurige, geurende mengsels, krijgen ze hun cappuccino geserveerd. Anderen kiezen voor een applaus of een compliment naar wens: “Uw auto straalt dankzij u!”

Weer helemaal opgeladen rijden de wagens weg met een korte, felle kick. Maar verderop op de snelweg zie ik ze alweer stotteren, vastlopen, aanschuiven in de eindeloze rij wrakken. Bestuurders duiken opnieuw in hun dozen vol pillen, poeders en spuiten.

En in de verte doemt alweer een lichtbol op. Nog groter. Nog meer glitters, nog meer beloftes. Borden die knipperen, muziek die lonkt, menu’s die nóg rijker zijn dan het vorige.

Ik blijf staan, midden op de snelweg, tussen de wrakken, de rook en de pillendozen. Wat is hier aan de hand? Wat is er gebeurd? En vooral: waarom kiezen mensen niet gewoon voor échte brandstof? Hoe kunnen mensen zo in de war zijn geraakt dat ze blijkbaar niet meer in de gaten hebben dat ze zelf hun auto kapot maken? En dat al die poeders en pillen, zalven en spuiten, niets oplossen?

Wat is er mis met zuivere brandstof, met gezonde vetten?

Ik schrik wakker. Mijn hart bonst, het beeld nog scherp voor ogen. En dan weet ik het: dit gaat helemaal niet over auto’s. Dit gaat over ons.

Over hoe wij moderne mensen onszelf dag in, dag uit vullen met rommelige brandstof. Met kleurtjes, geurtjes, bubbels, plantaardige blends, suikerlagen en krokante korstjes. Over hoe we ons laten leiden door dopaminekicks die ons even een goed gevoel geven. Terwijl ons lijf vanbinnen sputtert, vastloopt, ziek en dik wordt.

En net als die bestuurders op de snelweg sjouwen ook wij dozen vol pillen, poeders en spuiten mee. Voor elk mankement een nieuw middeltje. Het zijn doekjes voor het bloeden. En ondertussen proppen we ons vol met alweer een nieuwe smaak ijs of pizza. En krijgen we steeds meer klachten…

De stijfheid bij het opstaan. De vele dips op een dag. De watten in ons hoofd. Het vet dat geen kant op kan en zich vastzet in je lijf. De hoge druk in onze aderen. De ontstekingen. Hoofdpijn, buikpijn, lijfpijn… Het is allemaal hetzelfde verhaal. We stranden steeds vaker als wrakken aan de kant van de weg.

En het absurde is: de oplossing is er gewoon. Eenvoudig. Dichtbij. Haalbaar. Voor iedereen…

Puur Gezond Keto

Het mooie is: als wij weer kiezen voor Puur Gezond Keto, de enige brandstof die ons lijf echt herkent, dan kan ons lijf zichzelf herstellen. We kunnen onszelf dus letterlijk weer gezond eten, als we het de brandstof geven waarvoor het gemaakt is.

Net zoals een auto die eindelijk weer zuivere brandstof krijgt: hij loopt soepeler, start makkelijker en kan ineens weer kilometers maken. Zonder medicijndozen vol oplapmiddelen. En misschien denk je: “Mijn auto rijdt nog wel, ik merk nergens last van.” Maar de motor sputtert niet altijd meteen, de leidingen barsten niet van de ene op de andere dag. Schade bouwt zich langzaam op. Tot het ineens niet meer gaat.

Wil je ook weer zuivere brandstof tanken? Begin vandaag nog met Puur Gezond Keto!

Delen
BLOG 11: Marianne kon niet anders

BLOG 11: Marianne kon niet anders

Welkom bij mijn persoonlijke blog, over keto vasthouden in een niet-keto-wereld! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. Je kunt er wat van leren, al heb ik dat liever niet. Vandaag neem ik je mee naar Marianne… 

Het is zes uur ’s avonds. Marianne zit aan tafel met haar man en twee pubers. Haar man schept friet op de borden met saté erbij. De kinderen dopen stokbrood in de pindasaus. Ze lachen om elkaar. “Alles smaakt beter met pindasaus.”

Marianne heeft voor zichzelf de macaroni-ovenschotel gemaakt uit Startgids 2. Eén van haar lievelingsgerechten. Haar startgids ligt nog halfopen op het aanrecht. Ze is blij dat het haar lukt om dit keer écht vol te houden. Ik voel me sterker. Ik ben al bijna zes kilo kwijt. Dit keer gaat het me lukken.

“Moet dat nou zo streng?” vraagt haar dochter, terwijl ze nog een stuk stokbrood afbreekt.
“Ga je dan nooit meer normaal eten?” bromt haar zoon.
Haar man lacht: “Joh, straks mag ze niks meer.”

Marianne haalt haar schouders op en neemt een hap van haar macaroni. Laat ze maar praten.

De volgende ochtend komt haar zus op de koffie. Ze heeft gebak bij zich en voor Marianne het weet staat er een punt op een schoteltje voor haar neus. “Ik kon het niet laten, jij vindt deze ook zo lekker toch? Ik dacht voor één keer moet dat kunnen.”

Marianne schrikt ervan. Wat moet ik doen? Het ruikt zo lekker. Heel even weet ze niet hoe ze moet reageren.

Dan herpakt ze zich. “Ik had al wat lekkers gemaakt dat past in mijn dieet, dat eet ik liever.” Ze schuift het gebakje van zich af en haalt de eiercake uit de koelkast. Lekker koud met slagroom en een paar aardbeien. Haar zus eet beide gebakjes op en kijkt haar een beetje beteuterd aan. “Is het wel gezond, wat je aan het doen bent?”

En ik? Ik wacht geduldig. Mijn kansen liggen niet hier thuis.

Een paar dagen later is er een verjaardag. Een vriendin viert haar vijftigste, de woonkamer staat vol hapjes: toastjes met brie, schalen chips, slagroomtaart. Marianne heeft thuis goed gegeten, maar toch voelt ze de spanning. Rustig blijven. Er is altijd kaas. En worst. Ik hoef niks anders.

Ik fluister in haar oor: “Toe maar, Marianne. Eén chipje. Niemand die het merkt. Je wilt toch niet ongezellig zijn?”

Ze pakt een stukje kaas, een plakje worst. Haar vriendin duwt de taart naar voren: “Neem je niet?”
Marianne schudt haar hoofd. “Nee hoor, ik doe even niet mee.”
“Weet je het zeker? Ik kan ook een klein puntje afsnijden. Je bent zo goed bezig, dan mag je toch ook wel een keer meedoen?”

Ze heeft gelijk. Ik heb het eigenlijk wel verdiend. Marianne knikt. “Een klein stukje voor de smaak.”

Ik juich van binnen. De eerste stap is gezet. Nu is het slechts nog een kwestie van tijd.

De rest van de avond houdt ze zich in. Kaas en komkommer. Geen chips, geen tweede stukje taart.

Eenmaal thuis knort haar maag. Op het aanrecht ligt nog een stuk stokbrood. Er is patat over. Nee, dat doe ik niet. Niet nu. In de koelkast vindt ze twee gekookte eieren, een kippenpootje en een restje knoflooksaus. Tevreden denkt ze: Ik heb het gered. Zie je wel: ik kan dit gewoon. Meteen weer terug in het ritme.

Een paar dagen later wil ze net aan haar lunch beginnen: een bakje met de eiersalade. Ze heeft de vork al in haar hand als de telefoon gaat. Haar zus: “Het gaat niet goed met mama. Ze is gevallen, we zitten op de EHBO. Wil je komen?”

Marianne legt haar vork neer en schuift het bakje opzij. Eén moment gaat het door haar hoofd: Ik zou dit mee kunnen nemen, in mijn tas…

Maar dan fluister ik in haar oor: “Kom op, je hebt nu wel wat anders aan je hoofd. Daar heb je toch geen tijd voor. Nu gaat het om je moeder, dat eten dat zie je wel.”

Ze laat het bakje staan. Neemt niets mee. Alleen jas en sleutels. Ik red me wel daar, ze hebben vast wel iets.

Ik grijns. Want dat is precies de smoes die ik haar influister. Maar diep vanbinnen weet ze het: dit is al de eerste stap naar misgaan.

Het ziekenhuis ruikt naar ontsmettingsmiddel en koffie. Haar moeder zit met een ingetapete enkel in een rolstoel te wachten, zichtbaar overstuur. Marianne’s maag knort. De uren kruipen voorbij.

Dan gaat de deur open. Er komt een dienblad: koffie, thee, gevulde koeken.

Ik fluister in haar oor: “Kijk eens, Marianne. Je hebt nog niks gegeten. Je bent kapot en je hebt het moeilijk. Je moeder zit hier. Je hebt nú iets nodig. Die koek helpt je even door.”

Niet doen. Je wilt dit niet. Je was zo goed bezig.

Ik buig me dichter naar haar toe: “Kom op, Marianne. Dit is geen moment om moeilijk te doen. Iedereen neemt er één. Je kan niet anders. Het moet gewoon.”

Haar zus schuift het schaaltje dichterbij. “Neem er nou maar een, je hebt vast honger.”

Zou ik er last van krijgen? Het is niet keto… maar misschien één keertje?

En Marianne hoort zichzelf zeggen: “Ja… ik kan niet anders. Ik moet wel wat eten.” Ze pakt de koek. Eén hap. Nog een hap.

Ik glimlach. Het is begonnen.

Haar moeder mag na een dag of twee weer naar huis, maar heeft hulp nodig: traplopen met krukken is nog te zwaar, boodschappen doen lukt niet, de wondverzorging en alle andere zorg vragen aandacht. Marianne regelt het regelen: ze zet haar eigen leven opzij, ze doet de boodschappen, brengt haar moeder naar de huisarts, wast beddengoed, kookt en helpt met de dagelijkse verzorging.

De nachten wisselt ze af met haar zus en broer. De nachten zijn kort als haar moeder ’s nachts pijn heeft. Rustmomenten zijn zeldzaam.

De kleine overwinningen van daarvoor, de ketomaaltijden, de Startgids op het aanrecht, het kiezen voor zichzelf, verdwijnen langzaam naar de achtergrond. Ik moet er toch voor haar zijn. Dit is belangrijker dan mijn dieet, het kan niet anders.

Ze slaat maaltijden over tijdens zorgrondes en pakt iets snels als ze even pauze heeft. De zak chips die bij een buurvrouw op de keukentafel staat, is ineens bereikbaar. De koekjes op tafel bij het bezoek verdwijnen ongemerkt.

Ik fluister in haar oor als ze moe op de bank ploft: “Je hebt het zo druk, het kan niet anders. Het helpt je je hoofd erbij houden. Morgen weer streng.”

Maar morgen gaat het net zo.

De dagen lopen in elkaar over. Een broodje uit de kantine na een doktersafspraak. Een stuk appeltaart bij een bezoek aan haar moeder. Een zak drop tijdens het wachten bij de fysio. Thuis eet ze weer gewoon mee met het gezin. Er wordt met geen woord meer gesproken over keto.

De boekjes liggen nu dicht op de koelkast. Eerst lagen ze open op het aanrecht, vol vouwen en koffievlekken, maar dat lijkt een ander leven.

Weken worden maanden. De kilo’s komen terug, de moeheid ook. ’s Ochtends hijst ze zich weer met moeite uit bed, de pijn in haar botten is weer terug. Zie je wel, het lukt me nooit. Ik ben een mislukkeling.

Ik leun achterover en glimlach. Ik hoef niet eens veel meer te doen… ik heb haar goed te pakken. Ik heb haar laten geloven dat dit de normaalste zaak van de wereld is. Dat er geen alternatief was. Dat ze echt geen keuze had.

En zolang ze dat gelooft, blijf ik rustig achteroverleunen. Want dan is ze van mij, niet voor één dag, maar voor maanden.

Niet dat koekje is mijn grootste feest. Niet dat broodje, niet die drop. Mijn grootste feest is het moment dat Marianne zegt: “Ik kan niet anders.” Want dan weet ik: ik heb haar niet voor een dag. Ik heb haar voor maanden.

En weet je wat mijn nachtmerrie zou zijn? Dat Marianne even stil zou staan en dacht: is het waar dat ik geen keuze heb? Dat ze zou zien dat ze altijd een keuze heeft, hoe klein ook. Dat zij zelf de baas is over wat ze eet en niet ik. Dan zou ik veel van mijn macht verliezen.

Daarom fluister ik steeds weer: “Het kan gewoon niet anders.” Want dat is mijn enige kans om haar bij me te houden.

Wil je mij nog beter leren kennen? In het Keto & Support Pluspakket krijg je elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en leer je weer de baas te worden. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!

Delen
BLOG 10: Vacature praatjesmaker

BLOG 10: Vacature praatjesmaker

Welkom bij mijn persoonlijke blog! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. 

Ik heb een idee. Nee, niet zomaar een idee: een meesteridee. Het geweldigste idee ooit. En ik kwam erop toen ik laatst even langsging bij Marjan. Marjan is terug van vakantie. Voor de zomer deed ze haar best. Ze had zich vastgebeten in keto en voelde zich lichter, energieker. Voor het eerst in jaren dacht ze: dit werkt.

Maar eerlijk? Het viel haar zwaar. Want keto gaat niet vanzelf. Ze moest kiezen, ze moest opletten, ze moest “nee” zeggen waar ze vroeger “ja” zei. En daar stond ik, fluisterend: “Kom op, één keer mag toch wel? Je hoeft het jezelf niet zo moeilijk te maken.”

En toen kwam onze vakantie, ik heb het geweldig naar m’n zin gehad met Marjan. Een ijsje hier, een stokbrood daar, een avond wijn. En nu zit ze weer in haar oude patroon en zit ik naast haar… Ze zucht, pakt een kop thee en zegt tegen zichzelf: “Misschien werkt TheNewFood gewoon niet voor mij. Misschien moet ik iets anders proberen. Iets dat makkelijker is. Iets dat wél bij mij past.”

En precies op dat moment ziet ze op Instagram zo’n filmpje. Een vrouw aan een keukentafel, bakjes ingrediënten voor haar neus. Ze gooit wat dingen bij elkaar, een ei, prei, een klodder roomkaas. In de voice-over klinkt het opgewekt: “Wanneer je dit en dat bij elkaar doet, hup even in de airfryer, dan krijg je dit heerlijke koolhydraatarme taartje.”

De vrouw neemt een hap en kijkt recht in de camera, met die brede, blije blik. Alsof ze zojuist het geheim van moeiteloos geluk heeft ontdekt.

Bij het filmpje staat: “Wil je meer van dit soort makkelijke recepten? Zet HERFST in de comments en je krijgt de link naar mijn kookboek. Gezond, lekker, moeiteloos.”

Marjan voelt het meteen. Makkelijk. Moeiteloos. Lekker. Haar hart maakt een sprongetje. Ja, dit is het! Hier hoef ik niet te worstelen. Geen schema’s, geen strijd. Dit wordt mijn laatste poging, dit gaat me redden.

Ze reageert met HERFST en al direct ontvangt ze een link naar het kookboek. Maar nog voor ze kan afrekenen, verschijnen de upsells: een zomereditie, een airfryerboek, een borrelplankboek. En dan nog een programma: “In 6 weken van je suikerverslaving af… nu geen €650 maar slechts €95.”

Marjan aarzelt niet. Klik, klik, klik. Voor ze het weet, staat haar mandje op meer dan 200 euro. Maar ze voelt zich opgelucht. “Dit gaat werken, want dit is makkelijk en moeiteloos. Dit kan ik.” Ik gniffel. Want ik zie hoe eenvoudig dit spel is. Eén filmpje, één hap, één blik in de camera… en een winkelmandje vol illusies.

En dan daar, naast Marjan op de bank, krijg ik mijn meesteridee. Waarom zou ik genoegen nemen met een gastblog bij TheNewFood, terwijl ik een heel imperium kan bouwen? Ik ben tenslotte de uitvinder van verleiding.

Dit is briljant: ik richt mijn eigen bedrijf op. Monster Media BV. Nu alleen nog iemand die de filmpjes voor mij maakt…

Vacature: Praatjesmaker bij Monster Media BV

Bedrijfsprofiel
Ik ben het koolhydratenmonster. Directeur en oprichter van Monster Media BV, de grootste illusiefabriek van de 21e eeuw. Mijn business is simpel: ik verkoop geen resultaten, ik verkoop beloftes. En geloof me: dat verkoopt véél beter.

Functieomschrijving
Jij wordt het gezicht van mijn bedrijf. Met jouw filmpjes laat je mensen geloven dat afvallen makkelijk, moeiteloos en zelfs gezellig is. Je schuift wat bakjes naar elkaar toe, noemt een paar ingrediënten, laat een muffin of ovenschotel “uit de oven” rollen en neemt een hap. Klaar.

Wat ga je doen?
– Je zit in een keuken, met een tafel waar je aan kunt werken en een camera-opstelling.
– Je schuift drie dingen bij elkaar en in de voice-over klinkt: “Wanneer je dit en dat bij elkaar doet, hup even in de airfryer, dan krijg je deze heerlijke koolhydraatarme ovenschotel/muffin/taart.”
– Je neemt een hap.
– Je kijkt recht in de camera, met die doordringende, blije blik, alsof je zojuist het geheim van moeiteloos geluk hebt ontdekt.
– Je sluit af met een geschreven oproep onder je filmpje: “Wil je meer makkelijke recepten? Zet HERFST in de comments.”
– Je strooit gul met hashtags: #makkelijk #lekker #moeiteloos #afvallen #koolhydraatarm.

Functie-eisen
– Je gelooft zelf heilig in de woorden makkelijk, moeiteloos, simpel, lekker.
– Je kunt overtuigend glimlachen, zelfs als het gerecht nergens naar smaakt.
– Je hebt geen enkele moeite met het verkopen van lucht. Sterker nog: je geniet ervan.
– Je kunt mensen met één blik laten denken: dit is de oplossing voor al mijn problemen.
– Je beschikt over een eigen keuken met tafel en camera, zodat alles strak in beeld komt.

Arbeidsvoorwaarden
– Een croissantpak als uniform (met pizzahoed op aanvraag).
– Een bubbelbad vol frisdrank in mijn hoofdkantoor.
– Toegang tot mijn champagnefontein en mijn privévoorraad borrelnootjes.
– Gratis zakjes poeder en pillen uit eigen collectie.
– Bonussen voor elke kilo die je iemand belooft te laten verliezen.
– Een royaal winstpercentage op elke illusie die je verkoopt. Hoe meer mensen je verleidt, hoe meer je verdient.
– All-inclusive bedrijfsuitjes naar buffetten, om “research” te doen.
– Eeuwige roem als gezicht van de grootste illusiefabriek van de 21e eeuw.

En misschien denk je wel: dat gaat hem toch helemaal niet lukken. Hoe zou hij dat dan voor elkaar moeten krijgen?

Nou, luister goed. Mijn aanpak is zo simpel dat je bijna niet gelooft dat het werkt.

Stap 1: Beloof dat het snel gaat.
“Tien kilo kwijt in een week!”
“Binnen drie dagen maatje 38.”
“Nog voor kerst een compleet nieuw lichaam.”
Hoe absurder, hoe beter. Mensen willen magie.

Stap 2: Zeg dat het makkelijk is.
Mijn gouden woorden: moeiteloos, eenvoudig, simpel, lekker.
“Je hoeft niets te laten.”
“Gewoon een zakje oplossen in water en klaar.”
Mensen willen geen verandering, ze willen sprookjes. En ik verkoop sprookjes.

Stap 3: Speel met timing.
“Zeg je vakantiekilo’s vaarwel in 7 dagen.”
“Start maandag en zie volgend weekend al verschil.”
“Doe mee en straal op oud & nieuw.”
Altijd is er wel een haakje. En zo niet, dan verzin ik er één.

Stap 4: Beloof dat het blijvend is.
“Nooit meer jojo’en.”
“Voor altijd slank.”
“Een nieuw lichaam voor de rest van je leven.”
Hoop verkoopt beter dan waarheid.

Stap 5: Laat het hun eigen schuld lijken.
Als het mislukt, hoef ik niks te zeggen. Mensen doen het zelf:
“Zie je wel, ik ben zwak.”
“Anderen lukt het wel, waarom mij niet?”
Perfect. Want schuldgevoel is mijn gouden ketting. Daarmee hou ik ze vast.

En natuurlijk… de reviews, die heb ik ook al klaar:

“Ik verloor 12 kilo in 10 dagen, gewoon door de filmpjes te kijken. Ik hoefde niets te doen!” – Anita, 43

“Ik herken mezelf niet meer in de spiegel. Letterlijk. Mijn man zei: wie bén jij? Fantastisch!” – Corry, 56

“Ik dronk drie zakjes per dag en na een week paste ik weer in mijn trouwjurk. Moeiteloos! En het blijft er écht af.” – Hennie, 62

“Ik lag de hele dag op de bank en toch viel ik af. Ongelooflijk maar waar. Dit is mijn nieuwe levensstijl!” – Gerard, 51

“Binnen twee weken was ik niet alleen slank, maar ook twintig jaar jonger. Zelfs mijn huisarts wilde het geheim weten.” – Sjaan, 67

Zie je wel? Mijn businessmodel is waterdicht. Vijf simpele stappen, een handvol gouden woorden en een paar stralende nepreviews. 

Mijn hoofdkantoor maak ik in de vorm van een gigantische donut. Voor de deur een standbeeld van mezelf, twintig meter hoog, met in elke hand een croissant. Een champagnefontein in de lobby, een bubbelbad vol frisdrank op de bovenste etage. Mijn personeel loopt rond in pizzapakken en croissantkostuums.

Overal ter wereld verschijnen mijn filialen. In elke supermarkt een schap met Monster Approved-producten. Mijn online cursus vertaald in dertig talen. Van Alaska tot Australië fluister ik in hoofden: “Het kan ook makkelijk. Het is moeiteloos. Gewoon doen.”

Binnenkort ligt de hele wereld aan mijn voeten. Want zeg nou zelf: wie wil er nou niet geloven in sprookjes?

Delen
Gary Taubes, een moedige journalist

Gary Taubes, een moedige journalist

Keto-pionier Gary Taubes is geen arts, maar wetenschapsjournalist. In 2002, een jaar nadat ik zelf begon met keto, verscheen er een lang artikel van hem in de krant: “What if It’s All Been a Big Fat Lie?”. Een zorgvuldig opgebouwd pleidooi voor keto dat de hele voedingswereld op zijn kop had moeten zetten. Maar dat gebeurde niet. Want de weerstand was enorm. Toen, en nog steeds…

Groepsdenken en belangen

Na zijn studie natuurkunde en lucht- en ruimtevaarttechniek verdiepte Gary Taubes zich in de geschiedenis van de wetenschap. Hij ontdekte hoe hele vakgebieden door groepsdenken en belangen de verkeerde kant op konden gaan.

Ook bij voeding ontdekte hij hetzelfde patroon. Iedereen was ervan overtuigd dat vet gevaarlijk was. Maar het bewijs daarvoor bleek flinterdun. En intussen stroomden suiker en koolhydraten ons dagelijks leven binnen, zonder dat iemand de vinger opstak om te vragen: zou dát misschien het echte probleem zijn? Taubes zocht het uit.

De vette leugen

In 2001 schreef hij erover in de New York Times: “What if It’s All Been a Big Fat Lie?” (in het Nederlands: Stel dat het allemaal een vette leugen is geweest). Hij legde uit hoe we bang zijn gemaakt voor vet, hoe calorieën tellen een mantra was geworden, en hoe de voedingsindustrie en de wetenschap samen een verhaal hadden gecreëerd dat niet klopte.

Wij hebben het artikel vertaald, je vindt het hier. Voor het eerst las een breed publiek over de rol van insuline, over de echte impact van suiker en koolhydraten, en over de misleiding in de voedingsrichtlijnen. Het artikel sloeg in als een bom en wordt nog steeds gezien als een van de belangrijkste omslagpunten in de publieke discussie.

Het was niet een luchtig opiniestukje, maar een grondig opgebouwd dossier waarin hij alle puzzelstukjes legde: de geschiedenis van de voedingsrichtlijnen, de belangen van de suikerindustrie, de rol van insuline, en de foute aannames over vet. Voor veel mensen was dat de eerste keer dat iemand al die losse flarden bij elkaar bracht in één verhaal. Het was taai, maar ook heel overtuigend. En precies daardoor is het nog steeds een van de meest geciteerde artikelen over voeding ooit

De rol van farma en de voedingsindustrie

In zijn boeken laat Taubes zien dat het geen toeval is dat vet jarenlang als de vijand werd aangewezen. De rode draad in zijn werk: het is geen vergissing dat suiker en koolhydraten zo lang vrijuit gingen. Het was strategie.

Hij liet zien hoe de suikerindustrie onderzoek financierde dat vet zwart maakte, zodat suiker buiten beeld bleef. Hij beschreef hoe de Amerikaanse voedingsrichtlijnen in de jaren ’70 niet voortkwamen uit harde wetenschap, maar uit politieke deals en lobby. En hij trok de vergelijking met tabak: een product dat schadelijk en verslavend is, maar jarenlang verdedigd werd door slimme marketing.

Ook de farmaceutische industrie neemt hij onder de loep. Zolang insulineresistentie geen officiële diagnose is, blijven miljoenen mensen hangen in het voorstadium van ziekte – precies de fase waarin medicijnen worden voorgeschreven.

Keto is de correctie van een vergissing

Gary Taubes is de man die al vroeg durfde te zeggen: misschien klopt alles wat we geleerd hebben over voeding niet. Hij inspireerde artsen, onderzoekers en talloze lezers wereldwijd om opnieuw naar voeding te kijken.

En hij maakte duidelijk dat keto geen hype is, maar een noodzakelijke correctie van een enorme vergissing. Zijn werk laat zien dat we niet naïef hoeven te vertrouwen op “de wetenschap” als die gestuurd wordt door belangen. Dat we mogen blijven vragen stellen. En dat we soms lef nodig hebben om de waarheid boven tafel te krijgen.

Meer van Gary Taubes

  • Artikel: Stel dat het allemaal één grote, vette leugen is geweest?

  • Lezingen & events: regelmatig spreker bij LowCarbUSA en internationale conferenties

  • Boeken:

    • Good Calories, Bad Calories (2007) – in het Nederlands verschenen als Het dieetleugenboek. Hierin legde hij uit waarom calorieën tellen en vet mijden nooit de oplossing was.

    • Why We Get Fat (2010) – een toegankelijk boek dat in eenvoudige taal duidelijk maakte waarom koolhydraten, niet vet, de oorzaak zijn van obesitas.

    • The Case Against Sugar (2016) – een vlijmscherp betoog waarin hij suiker vergelijkt met tabak: een product dat ons ziek maakt, terwijl de industrie dat decennialang ontkent.

    • The Case for Keto (2020) – zijn meest recente boek, waarin hij laat zien dat keto geen hype is, maar een onderbouwde en bewezen aanpak die artsen en patiënten wereldwijd gebruiken

Wil jij jezelf ook gezonder eten?

Wil jij ook starten met gezond keto eten? Je kunt op een gezonde en effectieve manier beginnen, met weekmenu’s in de startgidsen, of start samen met ons nieuwe succesvolle Keto & Support Pluspakket. Al binnen enkele weken zul je merken dat je je heel veel beter en energieker gaat voelen, al veel gewicht kwijt bent en allerlei kwalen verminderen. Niet voor niets schrijft Gary Taubes: keto is hoe we zouden moeten eten!

Meer keto-zorgprofessionals 

Gary Taubes, een moedige journalist

Keto-pionier Gary Taubes is geen arts, maar wetenschapsjournalist. In 2002, een jaar nadat ik zelf begon met keto, verscheen er een lang artikel van hem in de krant: “What if It’s All Been a Big Fat Lie?”. Een zorgvuldig opgebouwd pleidooi voor keto dat de hele...

Dr. Cyves: de koolhydratenverslavings dokter

In de eerste jaren van zijn carrière als obesitas-chirurg stond Dokter Robert Cywes dag in, dag uit in de operatiekamer. Hij deed maagverkleiningen bij mensen met overgewicht. Duizenden keren sneed hij in buiken, verkleinde hij magen, en hoopte hij dat het daarmee...

Vaatchirurg: Je kunt zelf iets doen!

Dokter Lily Johnston, MD, MPH is een hoogopgeleide vaatchirurg en specialist in metabole gezondheid. Ze werd opgeleid aan topinstituten als de Mayo Clinic en Johns Hopkins, en werkte jarenlang in de frontlinie van de vaatchirurgie. Haar dagen bestonden uit complexe...

Internist Lenzkes adviseert keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Brian Lenzkes, internist uit Californië. Hij gaf zijn patiënten het bekende advies: minder vet, meer bewegen, calorieën bijhouden, en vooral volhouden. Maar toen zijn eigen gewicht bleef stijgen, zijn...

Huisarts Berry: we eten ons ziek!

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Ken Berry, huisarts in de VS. Rond zijn 35e had hij overgewicht, migraine, en beginnende diabetes. Hij merkte dat het standaardadvies hem niet hielp en zijn patiënten evenmin. Hij ging het anders doen....

Huisarts Haller behandelt met keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook de Belgisch huisarts Pierre Haller. Hij kwam keto in eerste instantie tegen als oplossing voor zijn eigen gezondheidsklachten. Hij voelde zich moe, merkte dat zijn gewicht toenam, en had steeds minder energie om...

Cardioloog twijfelt aan cholesterolverhaal

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van gezond koolhydraatarm/keto. Zo ook dokter Marc Waskowsky, cardioloog in het Isala ziekenhuis te Zwolle. Tegenwoordig adviseert hij zijn patiënten op de hartpoli om de koolhydraten drastisch te gaan minderen, in plaats van dat...

Keto in de spreekkamer bij POH Joke

Joke Postma, POH (praktijkondersteuner) bij huisartsenpraktijk Havelte, viel zelf in een jaar 25 kilo af met de aanpak van TheNewFood en is nu fitter en energieker dan ooit. Ze gunde ook al haar patiënten dit succes en inmiddels adviseren Joke en haar collega deze...

Delen
BLOG 9: Gea start maandag weer

BLOG 9: Gea start maandag weer

Welkom bij mijn zomerblog, over keto vasthouden op vakantie! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. 

Uhm, bijna altijd. Soms, heel soms, raak ik mensen kwijt. En geloof me: dat doet pijn. Niet omdat ik niet vaker klanten verloren heb, mensen gaan op dieet, proberen van me af te komen, dat hoort erbij. Meestal komen ze vanzelf terug. 

Weet je nog van Gea? Daar, langs de snelweg in Frankrijk. Gea dacht dat ze het zo goed voor elkaar had. Water, kaas, olijven. Ze was trots, ze had me thuisgelaten. En toen… één croissant. Eén kleine opening. Dat was genoeg. Ik kroop naast haar op dat muurtje achter het tankstation. En ik bleef… ik ben er nog steeds, ook nu Gea op de terugweg is. Zwaar, loom, met een opgeblazen buik en veel spijt… Maar ik heb genoten van haar vakantie!

De auto zoemt over de snelweg naar huis. Achterin liggen de koffers, zwaar van zand en muffe handdoeken. De kinderen dommelen, hoofden tegen de ramen, oortjes half uit hun oren gegleden. Haar man zwijgt, blik op de weg, de radio zacht. Gea voelt de gordel snijden in haar buik. Haar hoofd klopt, haar maag trekt, zuur brandt in haar keel.

Ze schuift ongemakkelijk heen en weer. Ik voel me ellendig. Hoe heb ik dit weer zo ver laten komen? Ik voel me zó dik en akelig. Ze pakt haar telefoon. Scrollend zoekt ze afleiding. En dan ziet ze het. Het succesverhaal van de dag van TheNewFood. Els, 35 kilo kwijt. Stralend. Vrij. Geen pillen meer, geen pijnlijke gewrichten. Een glimlach die alles zegt: licht, leven, vrij.

Gea slikt. Dat wil ik ook. Dat moet ik ook. Als we straks thuis zijn, pak ik de Startgidsen er weer bij. Dan word ik ook zo’n succesverhaal. Ik ga het gewoon proberen. Ik rol me loom uit op de achterbank, mijn slabbetje nog scheef van croissantjes en wijn. Ik grijns. “Proberen, Gea. Mijn lievelingswoord. Hou het vast. Ik kan er jaren mee vooruit.”

Maandag

Alles is in huis voor dag 1. De Startgids ligt open op het aanrecht. Ze ademt diep in. Dit keer gaat het lukken. De ochtend gaat vlekkeloos. Koffie, ontbijtje uit de startgids, water. De lunchsalade… Hoop gloeit in haar borst. Wat voelt dit goed.

Later in de middag is het huis stil. Te stil, zo na die lange vakantie samen. Het lege huis drukt zwaar op haar. Haar buik voelt onrustig, haar hoofd wil iets eten. Alleen een plak kaas. Dat mag. Het worden er veel meer. Dan een overgebleven half stokbroodje. De korst ruikt naar vakantie. De eerste hap is vullend en troostend. Ze kauwt, sluit haar ogen. Nee. Nee, dit wilde ik niet.

Ik glijd naast haar, mijn ogen glinsteren. “Precies, Gea. Dit is hoe ik werk. Jij denkt dat je mij met een Startgids kunt wegjagen. Maar ik woon in je brein. Elke hap brood geeft mij nieuwe kracht. Jij voelt het misschien als falen, maar ik noem het gewoon verslaving. Net als roken, Gea. Je kunt niet een beetje proberen te stoppen.”

Een uur later rijdt ze naar de winkel. “Even bloemen halen om het huis op te vrolijken,” zegt ze tegen haar man. Hij knikt, nietsvermoedend. In de supermarkt begint het spel. Ze legt een pak koek in haar wagentje. Haalt hem eruit. Loopt verder. Komt terug. In. Uit. In. Uit. Haar hart klopt sneller. Haar handen trillen licht. Ik fluister in haar oor: “Zie je, zo sterk ben ik. Je hoofd wil niet, je handen doen het toch. Jij noemt dit twijfel. Ik noem dit macht. Ik ben de baas.”

Ze rekent de koek af. En chips. En chocola. In de auto scheurt ze het papier open. De eerste hap is zoet, kalmerend en troostend. Ze voelt ook schaamte, maar eet door. Koek, chocola, chips. Alles door elkaar, alsof ze tijden niets heeft gehad. Ze voelt zich misselijk, maar kan niet stoppen. Ik haat dit. Waarom doe ik dit? Morgen begin ik opnieuw. Morgen echt. Als alles op is zit ze leeg voor zich uit te staren.

Thuis vraagt haar man: “En de bloemen?” Ze haalt haar schouders op. “Vergeten.” Hij zegt niets, maar zijn blik prikt. 

Die nacht.

Ze slaapt onrustig en ligt tussendoor veel wakker. Ze woelt, zweet op haar rug. Haar buik opgeblazen, haar hoofd bonkt. Morgen hou ik vol. Morgen hou ik vol. Morgen hou ik vol. Morgen wordt alles anders. Ik zweer het. Ik leg mijn hand op haar schouder. “Dat beloven in de nacht, Gea, daar leef ik van. Dat is je verstand dat praat. Maar, als je ogen open gaan, ben ik er weer. Want ik woon niet in je verstand. Ik woon in je gewoontes. En gewoontes winnen altijd van goede voornemens.”

Ze staat op, pakt een mok in de keuken. Even een kop slaapthee. Misschien kan ik dan nog even slapen. Terwijl ze wacht tot de waterkoker klikt trekt ze de kast open. Ze weet dat er nog koekjes liggen. Ze eet in het donker, snel, alsof iemand haar betrapt. Boven draait haar man zich om in bed, merkt dat ze weg is. “Alles goed?” roept hij slaperig. “Ja, ja, alleen even thee,” zegt ze. Hij valt weer in slaap. Zij niet.

Dinsdag.

Vandaag gaat het dan echt gebeuren. Ze weet dat ze het niet moet doen, maar toch stapt ze op de weegschaal. Het getal brandt in haar ogen. Hoger dan ooit. Hoe kan dit? Ik heb gisteren toch echt m’n best gedaan? Ik gniffel. “Daar heb je het weer. Jij dacht dat een halve dag streng genoeg was om mij weg te jagen. Maar ik hou van die weegschaal. Eén getal en jij geeft jezelf op. Dat is hoe ik win.”

De dag sleept zich voort. Ze maakt de lunch uit de Startgids. Toe mascarpone met siroop. Een lepel pindakaas. Overgebleven toastjes van de vakantie. In de auto vindt ze nog drop en verpakte koekjes van de reis. Haar buik trekt, haar hoofd voelt plakkerig. 

Later die middag stormen de kinderen thuis naar binnen. “Mama, waar zijn de koekjes?” Ze voelt het bloed naar haar wangen stijgen. “Die waren op toch?”, zegt ze kortaf. Ze draaien zich om, teleurgesteld. Ze weet dat ze liegt. Ik ben een mislukkeling. Waarom lukt het me nooit.

Die avond loopt het weer helemaal uit de hand. Haar man zucht hoorbaar als hij haar betrapt en de lege verpakkingen ziet. Hij zegt niets, maar zijn stilte is oorverdovend. Gea besluit dat het geen zin meer heeft die week. Zaterdag is er een feestje. Dus dan is het niet slim om nu nog te starten. Maandag dan. Ik lach… “Feestjes, restjes, maandagen. Mijn gouden drie-eenheid.”

Zaterdag. Het feestje.

Ze lacht te hard, drinkt een glas wijn en eet taart. Een vriendin geeft haar een por in de zij. “Ik dacht dat jij ook weer was begonnen? Lukt het niet?” De vriendin knabbelt op een olijfje. Gea voelt het steken. Het is haar dus wel gelukt. Wat zal ze wel niet denken van mij. Met dit dikke lijf. Ik had beter niet kunnen gaan. Ze schudt haar hoofd en glimlacht, maar vanbinnen trekt alles samen.

Ze loopt weg van haar vriendin en pakt onderweg een schaaltje chips. Het gaat mij ook lukken. Maandag ga ik heel precies starten, zo streng mogelijk. Dit is mijn kans! Ik kijk haar aan en grijns: “Ik houd zoveel van maandagen. Mijn mooiste leugen.”

Maandag. Week 2.

Vandaag wil ze het echt weer proberen. Zo kan ze niet doorgaan. Het lijkt wel of alle remmen los zijn, juist nu ze weer aan het proberen is te starten. Ik moet nu echt stoppen. Even door die eerste dagen heen, dan gaat het wel weer. In de Startgids schrijft ze met potlood hoeveel ze elke week kan wegen. Als ik het deze week goed volhoud, kan ik makkelijk drie kilo kwijt zijn.

Ze schrijft op wat ze volgende week zal wegen en rekent uit wanneer ze haar streefgewicht bereikt zal hebben. Het lijkt ineens zo ver weg. Het gaat me nooit lukken, dat houd ik nooit vol zo lang. Even voelt het heel zinloos allemaal, maar dan herpakt ze zich. Ik ga het gewoon proberen, als die anderen het kunnen dan kan ik het ook!

Ik zet mijn ellebogen op tafel. “Zie je, Gea. Jij denkt dat je knop maandag zomaar omgaat. Maar dat is mijn mooiste leugen. De knop bestaat pas als jij écht kiest. Niet proberen of even kijken. Niet hopen dat het goed gaat.”

Na het ontbijt begint de twijfel. Misschien is het nu gewoon nog niet het goede moment. Ik moet ook echt weer wennen alleen thuis, zo na de vakantie. Ik kan misschien gewoon minder vaak eten. Ik kijk haar vertederd aan. Het ontroert me gewoon hoe ze er zelf elke keer weer in gelooft. En hoeveel smoesjes ze weet te verzinnen. Natuurlijk gaat het niet om het juiste moment. Maar om inzien dat je niet de baas bent.

Die avond eten ze pizza. Ze probeert de blikken van haar man te ontwijken, maar ziet het toch. Die mix van medelijden en teleurstelling. “Waarom doe je dit jezelf aan?” vraagt hij zacht. Ze haalt haar schouders op, zegt niets. Ik had het beloofd. Ik zou beter voor mezelf gaan zorgen. Weer vrolijk worden, weer vrij voelen. Net als voor de vakantie. Toen lukte het wel met keto. Ze schuift nog een punt pizza op haar bord.

Maandag. Week 5.

De Startgids ligt weer klaar. Maar nog voor het ontbijt zucht ze diep. Tranen prikken in haar ogen. Waarom moet dit zo moeilijk zijn. Waarom kunnen anderen wel gewoon eten wat ze willen. Ik vind het verschrikkelijk oneerlijk. Zouden die succesverhalen wel echt waar zijn? Niemand vertelt dat het zó moeilijk is, het gaat bij iedereen vanzelf. Ben ik de enige waarbij het zo moeilijk is? Ik denk dat het voor mij gewoon niet werkt.

Ik ga naast haar zitten. “Precies, Gea. Jij bent geen succesverhaal. Jij bent míjn verhaal. Mijn verslaafde. Beginnen, stoppen, uitstellen, dromen. Jij probeert steeds weer. Ik win steeds weer. Want dit is wat verslaving doet: ze fluistert beloftes in de nacht, laat je steeds weer struikelen, en houdt je gevangen in ‘morgen gaat het lukken’. En jij? Jij gelooft het elke keer weer.”

’s Avonds komt ze op Facebook bij TheNewFood de video tegen over het Keto & Support Pluspakket. Ze luistert aandachtig, is dit het? Maar wat moet ik met nóg iets erbij? Ik heb de Startgidsen al, drie zelfs. Ik zou het zelf moeten kunnen. Gewoon eerst nog een keer zelf proberen.

Ze scrolt verder, maar het laat haar niet los. Misschien kan ik het niet alleen. Elke maandag weer hetzelfde. Hoe meer ik probeer, hoe erger het lijkt te worden met die koolhydraten. Ik kom er niet uit. Misschien… misschien heb ik die steun nodig. Iemand die elke dag naast me loopt. Iets wat me helpt vol te houden.

Ik schrik wakker uit mijn zoete droom. Neeeee! Niet het Pluspakket! Alles behalve dát! “Gea, luister naar me… doe dit niet! Je weet toch dat ik daar niet tegenop kan? Denk aan al onze mooie avonden samen… chips en chocola op de bank, koekjes in de auto, broodjes onderweg. Dat was óns leven, Gea, ons geheim!” Ik kruip naast haar oor om beter binnen te komen.

Ik ga steeds harder praten. “Gea, als jij dat pakket neemt, ben ik verloren. Elke dag een anker, elke dag motivatie… dan heb ik geen kans meer. Jij leert daar hoe ik in je hoofd kruip, hoe ik je uitstel laat fluisteren, hoe ik je telkens weer maandag laat beloven. Je gaat me doorzien! Nee Gea, ik ben je troost, je enige echte vriend, je geluk, ik ben er altijd voor je geweest… je kunt mij toch niet zó verraden?!”

Maar Gea hoort me niet meer. Het Pluspakket zit al in haar mandje. Ik gil het uit… maar zij glimlacht alleen.

Wil je weten waarom ik nachtmerries heb van dat pakket? Omdat je daar elke dag weer leert hoe jij de baas wordt. En dáár word ik stapelgek van. Het Keto & Support Pluspakket is mijn vijand.

Delen
Dr. Cyves: de koolhydratenverslavings dokter

Dr. Cyves: de koolhydratenverslavings dokter

In de eerste jaren van zijn carrière als obesitas-chirurg stond Dokter Robert Cywes dag in, dag uit in de operatiekamer. Hij deed maagverkleiningen bij mensen met overgewicht. Duizenden keren sneed hij in buiken, verkleinde hij magen, en hoopte hij dat het daarmee opgelost zou zijn. Voor even leek dat ook zo. Patiënten vielen af, hun gezondheid leek vooruit te gaan.

Het keerpunt

Maar vaak stonden ze na maanden of jaren weer voor hem. Met dezelfde problemen. Met dezelfde pijn. Een operatie kon hun maag kleiner maken, maar veranderde niets aan de gevoelens die ze wegaten met koolhydraten. “Ik zag dat ik wel in een buik kon snijden, maar niet in een hoofd of een hart.”

Dat besef was een keerpunt. Robert begon zich af te vragen of hij wel écht hielp. Hij zag dat obesitas geen gebrek aan discipline was, geen kwestie van luiheid, maar het gevolg van een dieper mechanisme: koolhydratenverslaving.

De dokter die zelf worstelde

Zijn inzichten kwamen niet alleen uit zijn werk. Ze kwamen ook uit zijn eigen leven. Robert noemt zichzelf eerlijk “a fat guy”. Hij weet hoe het voelt om te zwaar te zijn. Hoe je elke dag denkt: morgen begin ik echt. Hoe de drang naar eten sterker kan zijn dan je wilskracht.

Hij verloor zelf ruim 50 kilo met keto, maar zegt er altijd bij dat het nooit klaar is. Het is een dagelijkse keuze. Elke dag opnieuw kijkt hij naar de emoties die hem vroeger naar koolhydraten duwden. Dat maakt hem geen onfeilbare arts op een voetstuk, maar een mens die dezelfde strijd kent als zijn patiënten. Juist daardoor voelen ze zich gezien.

Een snack = emotie

“Een snack is nooit voeding. Een snack is altijd emotie.” Het werd zijn beroemdste uitspraak. En het klinkt misschien hard, maar wie eerlijk kijkt, herkent het meteen. De chips bij stress. De chocola bij verdriet. De koekjes bij vermoeidheid. Eten vult vaak niet de maag, maar het hart.

Zijn focus op gedragsverandering en medische achtergrond gingen hand in hand. Hij ontwikkelde het Carbohydrate Insulin Model of Obesity and Diabetes (CIMOD), waarbij hij overgewicht ziet als chronische koolhydraatbelasting en insulineontregeling. Als jeugdarts en vervolgens onderzoeker kreeg hij steeds meer inzicht in waarom koolhydraten ontsteking veroorzaken en metabole schade aanrichten.

Robert helpt zijn patiënten die patronen zien. Hij leert ze dat hun overgewicht geen fout is, maar een beschermlaag. Een manier van het lichaam om zichzelf te verdedigen tegen constante koolhydraatbelasting.

De arts die verder kijkt 

In zijn praktijk in Florida werkt Robert niet alleen met voeding, maar ook met alles wat daaronder ligt. Hij stelt vragen die anderen vaak overslaan:
– Wat maakt dat je grijpt naar eten?
– Wat wil er gevoeld worden?
– Wat heb je nodig, buiten eten om?

Soms gaat het om stress. Soms om oude pijn of trauma. Soms gewoonte. Hij en zijn team helpen mensen nieuwe manieren vinden om daarmee om te gaan. Contact zoeken. Creatief bezig zijn. Beter slapen. Leren voelen. Het klinkt eenvoudig, maar voor veel van zijn patiënten is het levensveranderend.

Tegen de stroom in

Robert is ook niet bang om tegen het systeem in te gaan. Jarenlang werkte hij mee in een wereld waar artsen steeds minder tijd kregen voor hun patiënten en steeds meer uren kwijt waren aan formulieren en verzekeringsgedoe. Hij koos ervoor daarmee te stoppen. Geen snelle vijf minuten consulten, maar een uur de tijd voor een eerste gesprek, en altijd ruimte om echt te luisteren.

“Ik wil mijn tijd besteden aan mijn patiënten. Alleen zo kan ik goed werk doen.” Dat betekende dat hij Medicare en verzekeraars vaarwel moest zeggen. Een pijnlijke keuze, maar de enige manier waarop hij zijn praktijk overeind kon houden.

Van snijden naar helen met keto

Tegenwoordig begint iedereen die bij Robert komt met een keto-aanpak. Niet als hype of tijdelijk dieet, maar als manier om het lichaam rust te geven en de honger en emoties in balans te brengen. Pas als dat niet genoeg is en iemand in gevaar komt, grijpt hij nog naar het mes. Voor de meesten is dat gelukkig niet meer nodig.

Zijn werk is veranderd. Waar hij ooit vooral sneden zette in buiken, helpt hij nu mensen snijden in hun patronen. Hij maakt geen magen kleiner, maar helpt zijn patiënten groter te worden in hun eigen kracht.

Een arts die hoop geeft

Het verhaal van Robert Cywes is dat van een arts die zichzelf opnieuw uitvond. Van een chirurg die inzag dat obesitas geen kwestie is van luiheid, maar van pijn. Van iemand die zelf de worsteling kent, en die daardoor anderen kan begeleiden met mildheid én scherpte. Zijn aanpak is tegelijk praktisch en diepgaand: keto als basis, maar altijd met oog voor de emoties en gewoonten die ons gevangen kunnen houden.

En precies dát maakt hem zo bijzonder. Hij leert mensen niet alleen wat ze moeten eten, maar vooral waarom ze eten. En dat is de sleutel om koolhydratenverslaving en emotie-eten te doorbreken.

Zijn aanpak

Dit aanpak van dokter Cyves sluit naadloos aan bij wat we in het keto & support pluspakket doen: niet alleen hulp bij keto eten, maar vooral ook bij hoe je uit je koolhydratenverslaving en het emotie-eten kunt komen. Inzicht in waarom je eet en begrijpen hoe je daar uit kunt komen.

Je kunt vandaag nog starten met de aanpak die ook deze arts aan zijn patiënten adviseert. Start op een effectieve manier met de weekmenu’s in de startgidsen, met of zonder dagelijkse supportAl binnen enkele weken zul je merken dat je je heel veel beter en energieker gaat voelen, al veel gewicht kwijt bent en allerlei kwalen verminderen. 

Meer van Dr. Robert Cywes

  • Online kijken/luisteren:
    • YouTube: The Carb Addiction Doc
    • The Carb Addiction Story – YouTube
    • Podcast: Fabulously Keto
  •  Boeken:
    • Medeauteur van Diabetes Unpacked
    • Medeauteur van Ketogenics Textbook
  • Lezingen & events:
    • LowCarbUSA Conferences
    • Society for Metabolic Health Practitioners (SMHP)

Lees hier meer over een koolhydratenverslaving

Meer keto-zorgprofessionals 

Gary Taubes, een moedige journalist

Keto-pionier Gary Taubes is geen arts, maar wetenschapsjournalist. In 2002, een jaar nadat ik zelf begon met keto, verscheen er een lang artikel van hem in de krant: “What if It’s All Been a Big Fat Lie?”. Een zorgvuldig opgebouwd pleidooi voor keto dat de hele...

Dr. Cyves: de koolhydratenverslavings dokter

In de eerste jaren van zijn carrière als obesitas-chirurg stond Dokter Robert Cywes dag in, dag uit in de operatiekamer. Hij deed maagverkleiningen bij mensen met overgewicht. Duizenden keren sneed hij in buiken, verkleinde hij magen, en hoopte hij dat het daarmee...

Vaatchirurg: Je kunt zelf iets doen!

Dokter Lily Johnston, MD, MPH is een hoogopgeleide vaatchirurg en specialist in metabole gezondheid. Ze werd opgeleid aan topinstituten als de Mayo Clinic en Johns Hopkins, en werkte jarenlang in de frontlinie van de vaatchirurgie. Haar dagen bestonden uit complexe...

Internist Lenzkes adviseert keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Brian Lenzkes, internist uit Californië. Hij gaf zijn patiënten het bekende advies: minder vet, meer bewegen, calorieën bijhouden, en vooral volhouden. Maar toen zijn eigen gewicht bleef stijgen, zijn...

Huisarts Berry: we eten ons ziek!

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Ken Berry, huisarts in de VS. Rond zijn 35e had hij overgewicht, migraine, en beginnende diabetes. Hij merkte dat het standaardadvies hem niet hielp en zijn patiënten evenmin. Hij ging het anders doen....

Huisarts Haller behandelt met keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook de Belgisch huisarts Pierre Haller. Hij kwam keto in eerste instantie tegen als oplossing voor zijn eigen gezondheidsklachten. Hij voelde zich moe, merkte dat zijn gewicht toenam, en had steeds minder energie om...

Cardioloog twijfelt aan cholesterolverhaal

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van gezond koolhydraatarm/keto. Zo ook dokter Marc Waskowsky, cardioloog in het Isala ziekenhuis te Zwolle. Tegenwoordig adviseert hij zijn patiënten op de hartpoli om de koolhydraten drastisch te gaan minderen, in plaats van dat...

Keto in de spreekkamer bij POH Joke

Joke Postma, POH (praktijkondersteuner) bij huisartsenpraktijk Havelte, viel zelf in een jaar 25 kilo af met de aanpak van TheNewFood en is nu fitter en energieker dan ooit. Ze gunde ook al haar patiënten dit succes en inmiddels adviseren Joke en haar collega deze...

Delen
BLOG 28: Het ziekmakende voedingscentrum

BLOG 28: Het ziekmakende voedingscentrum

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Wat is hét recept om mensen ziek te maken? Adviseer vijf tot zeven boterhammen per dag. Laat ze de hele dag door eten, mét tussendoortjes.
Zeg dat vet gevaarlijk is en dat je ook beter margarine smeert dan roomboter. Precies dat is wat het Voedingscentrum als “gezond” verkoopt. 

Voor wie zijn hun adviezen eigenlijk?

Het Voedingscentrum zegt zelf dat hun adviezen bedoeld zijn voor gezonde mensen met een gemiddeld gewicht. Maar wie zijn dat nog? Negentig procent van de Nederlanders is insulineresistent of op weg daarheen. Velen hebben overgewicht, prediabetes of andere klachten die direct met voeding samenhangen. Dan blijft er hooguit tien procent ‘gezond’ over, waarvan een deel ook al ziek is.

Als je het zo bekijkt, zijn de adviezen van het Voedingscentrum eigenlijk voor vrijwel niemand bedoeld. En toch zijn dit de adviezen die als standaard gelden in de zorg, in ziekenhuizen en op scholen. En bij je huisarts! 

Hoe kan insulineresistentie zoveel ziekten veroorzaken?

Veel mensen begrijpen niet goed waarom insulineresistentie zo schadelijk is. Het antwoord is dat insulineresistentie je lijf in een toestand zet van voortdurend verhoogde bloedsuikers en een hoog insulinegehalte. Dat leidt tot laaggradige ontstekingen, dit zijn kleine, sluimerende ontstekingen die je niet direct voelt, of merkt, maar die wel continu schade veroorzaken.

Als jij eet volgens het advies van het voedingscentrum dan zit jouw lijf vol met dat soort verwoestende ontstekingen zonder dat jij dat weet. Want juist die laaggradige ontstekingen vormen de voedingsbodem voor bijna alle chronische ziekten: hart- en vaatziekten, diabetes type 2, leververvetting, reuma, kanker en Alzheimer.

Ontstekingen: de verborgen motor

Ontstekingen zijn de échte motor van ziekte. En het wrange is dat de adviezen van het Voedingscentrum precies dat vuurtje aanwakkeren: Veel brood en andere koolhydraten → zorgen voor pieken in bloedsuiker en insuline, die ontstekingen voeden.

Plantaardige oliën en margarines → rijk aan omega-6, die in grote hoeveelheden ontstekingsbevorderend werken. Margarine heeft niets met boter te maken en al helemaal niet met gezond. Net als zonnebloemolie, bak en braadmiddelen etc.

Bewerkte producten en snacks → vol suiker en toevoegingen die je lijf belasten. Daarmee houdt het Voedingscentrum juist dat smeulende vuur in stand dat ons ziek maakt.

Voor wie is veel koolhydraten eten gezond?

Meer koolhydraten eten dan je lijf kan verwerken is voor niemand gezond. En toch is dat precies wat het Voedingscentrum al decennialang adviseert: brood, pasta, rijst, crackers, ontbijtkoek en granen als dagelijkse basis. Voor een enkeling kan dat misschien nog geen kwaad.

Maar het grootse deel van ons met insulineresistentie, is dit funest. Je bloedsuiker en insuline schieten omhoog, je lichaam blijft in vetopslag, en je legt de basis voor ernstige ziekten als hoge bloeddruk, diabetes type 2, leververvetting en zelfs Alzheimer.

En het gaat niet alleen om het koolhydratenadvies maar ook om hoe vaak je moet eten. Zes of zeven keer per dag dat je bloedsuiker en insuline omhoogschieten. Zes of zeven keer dat je lichaam in de vetopslag gaat en geen rust krijgt. Bloedsuikers en insuline blijven voortdurend hoog waardoor je lijf stukje bij beetje kapot gaat. En tóch wordt dit allemaal verkocht als gezond.

Dit is ook precies waarom zóveel mensen insulineresistent worden.

Waar komen de adviezen vandaan?

Maar ze bedoelen het toch goed? Ze doen toch hun best om “eerlijk te zijn over eten”? Ik denk dat je niet eerlijk kunt zijn als je je informatie uit onbetrouwbare bronnen haalt. En dat doen ze. Het Voedingscentrum doet zelf geen onderzoek. Zij nemen hun adviezen over van de Gezondheidsraad. En die kijkt weer naar internationale richtlijnen van organisaties zoals de WHO en de EFSA. En daar gaat het mis.

Want in die commissies en adviesgroepen zitten wetenschappers die vaak banden hebben met de voedingsindustrie en/of de farmaceutische industrie. Zo blijven graanproducten, brood, pasta én suiker de basis van onze voeding, terwijl natuurlijke vetten al jarenlang ten onrechte als gevaarlijk worden weggezet. En nergens het advies om koolhydraten echt drastisch te minderen om je systeem tot rust te brengen.

En trouwens: de top van het Voedingscentrum zelf is óók niet vrij van belangen. Veel leidinggevenden hebben eerder hoge functies gehad bij bedrijven als Unilever en Nestlé. Precies de bedrijven die miljarden verdienen aan brood, margarine en andere bewerkte producten die nog altijd in de Schijf van Vijf blijven staan. Dus: follow the money.

Waarom die achterhaalde adviezen?

Het Voedingscentrum zegt dat ze hun adviezen pas aanpassen als alle wetenschappers het erover eens zijn. Dat klinkt netjes, maar in de praktijk betekent het dat er bijna nooit iets verandert. Want in die groepen van “wetenschappers” zitten óók mensen met banden met de graan- en suikerindustrie en de farmaceutische industrie. En die hebben er geen enkel belang bij dat de adviezen veranderen.

En het bizarre is: de adviezen die ze nu geven zijn helemaal niet gebaseerd op echte overeenstemming. Het idee dat vet slecht zou zijn bijvoorbeeld, kwam uit zwakke onderzoeken en de lobby van de suiker- en graanindustrie. Er waren toen meteen al wetenschappers die waarschuwden dat dit niet klopte, omdat vet van levensbelang is! Maar dat werd genegeerd… en nog steeds! Ondanks al het bewijs.

Dus nee, ‘de wetenschap’ is het helemaal niet ‘allemaal eens’ met de huidige adviezen… En toch doen ze wel of dat zo is.

Gezondheid of duurzaamheid?

De laatste jaren heeft het Voedingscentrum er nog iets bij geplakt: duurzaamheid. Minder vlees, meer plantaardig, minder belasting voor het klimaat. En dat betekent dat ze nu iets als “gezond” bestempelen, omdat het beter is voor het klimaat. Terwijl het voor jouw lijf misschien helemaal niet goed is. Maar wat heb jij eraan dat je eten duurzaam is, als het je bloedsuikers en hormonen ontregelt en je ziek maakt?

En dan hebben we het nog niet eens gehad over hun cholesterol-leugens…

De macht achter de stilte

Als insulineresistentie écht erkend zou worden als de kern van zoveel ziekten, dan zou ons hele voedingsadvies op de schop moeten. Dan zouden veel minder mensen medicijnen nodig hebben voor hoge bloeddruk, cholesterol, suiker, reuma, noem maar op. En dat zou miljarden euro’s aan omzet kosten voor de voedings- en farmaceutische industrie. Dus spelen ze gewoon dat ze het niet zeker weten.

Want, ik zei het vorige week al, gezonde mensen leveren simpelweg minder op.

Maar wie kan je dan wel vertrouwen?

Het Voedingscentrum houdt vast aan adviezen die achterhaald zijn en schadelijk kunnen zijn voor de meeste mensen. Hun adviezen zijn algemeen, oppervlakkig en niet afgestemd op jou. Vertrouw hen dus vooral niet. Maar de vraag is: wat voor “centrum” zouden we wél kunnen vertrouwen? Ik denk: een centrum dat niet leunt op belangen of politieke spelletjes, maar op wat ons lichaam ons laat zien.

Een centrum dat leert van echte ervaringen, van mensen die hun gezondheid hebben teruggewonnen door anders te eten. En dat centrum… dat zijn wij zelf! Laten we leren van elkaar. Lees de ervaringsverhalen die we hier delen. Lees de verhalen van mensen die eindelijk echt (en veel) afvielen en gezonder werden, alleen door anders te gaan eten. Heel veel anders dan het Voedingscentrum ons voorschotelt.

Durf te kijken wat voor jóu werkt en durf je eigen lijf te volgen. Dat is de enige gids die je echt kunt vertrouwen.

Delen
BLOG 8: Ik ben haar kwijt

BLOG 8: Ik ben haar kwijt

Welkom bij mijn zomerblog, over keto vasthouden op vakantie! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. 

Uhm, bijna altijd. Soms, heel soms, raak ik mensen kwijt. En geloof me: dat doet pijn. Niet omdat ik niet vaker klanten verloren heb, mensen gaan op dieet, proberen van me af te komen, dat hoort erbij. Meestal komen ze vanzelf terug.

Maar Anja, Anja was mijn levenswerk. Ik was erbij toen ze nog een meisje was. Acht jaar. Fris, gezond, geen idee van hoe ik haar wereld zou veranderen. Jarenlang heb ik haar geleid, verleid, omgeleid. En wat was ik trots op haar! Ze deed het geweldig.

Ik heb haar leren eten als beloning, als troost, als wapen tegen moeheid. Ik heb haar slaperig gemaakt, loom na de maaltijd, en dan gefluisterd dat ze “iets lekkers” nodig had om weer op te knappen. De hele dag door eten. En het werkte. Het werkte geweldig. Decennia lang. Ik kreeg haar aan de pakjes, de koeken, de snacks, gebak. Niet alleen als het feest was, maar alle dagen, de hele dag door. 

Elk jaar dat we naar Spanje reden, zat ik stevigerer op het dashboard. Ik maakte haar moe, liet haar zoeken naar snelle energie, gaf haar buikpijn, hoofdpijn, pijnlijke gewrichten, maagzuur… En toch bleef ze me trouw. De lieverd.

Tot keto kwam. Eén woord, vier letters, en ik was uitgewist. Geen koelbox vol, geen snacks onderweg, geen pillen meer. Ze rijdt nu naar Spanje zonder mij. Zonder míj! Maar voor ik haar definitief loslaat, wil ik het hele verhaal vertellen. Hoe ik begon, hoe ik bouwde, hoe ik haar helemaal van mij maakte… en hoe ik haar verloor. Zo triest!

1969 – Eerste keer Spanje

Anja is 8 jaar, kerngezond. Geen klachten, geen medicatie. Slaapt als een roos, springt uit bed met energie, kan uren rennen zonder moe te worden. Het is nog donker als haar moeder in de keuken staat, in een katoenen jurk met een wit schort. Op het aanrecht een rij bolletjes ham en kaas. Ernaast appels, een thermoskan koffie voor vader, thee voor moeder en één glazen fles ranja met beugeldop voor de kinderen.

Het gezin eet zoals bijna iedereen in die tijd: aardappels, groenten en vlees zijn de basis. Brood met kaas of worst voor ontbijt en lunch. Pasta en pizza kennen ze alleen van horen zeggen. Toetjes zijn bijzonder en komen hooguit in het weekend op tafel: een schaaltje yoghurt met suiker of pudding als er visite is. Frisdrank is voor feestjes. Snoep is schaars, een koekje bij de thee is een traktatie.

Voor mij viel er thuis nog weinig te halen, maar ik wist: op vakantie kon ik alvast een klein kiempje planten.

Buiten staat de beige Peugeot 404. De auto ruikt naar benzine en warm vinyl. Achterin geen gordels; Anja zit tussen haar broer en zus, voeten bungelend. De tas met eten staat voorin, buiten mijn bereik. Op de radio Hilversum 1, zacht. Willeke Alberti zingt Mijn dagboek. Vader neuriet mee. Ze rijden uren zonder stop. Bij een pomp in Frankrijk is alleen benzine, een toilet, ijsjes en een rekje met zakjes drop. Ze kiest een ijsje.

Eén ijsje voor een hele dag rijden… beschamend weinig voor mij.

Twee dagen later rennen we over het strand. Ze is fris, snel, geen spoor van moeheid. Ik kan hier niets beginnen. Nog niet. Maar ik heb vertrouwen in de toekomst…

1979 – De koelboxjaren

Anja is 18 jaar, gezond. Geen medicatie. Soms loom na eten, maar herstelt snel. Vol energie, soepele gewrichten, geen pijntjes.

Nog steeds overheerst aardappels, groenten en vlees, maar er komt wat meer variatie. Toetjes als vla, yoghurt met suiker of hopjespudding staan vaker op tafel, ook doordeweeks. Frisdrank komt soms bij het avondeten, vooral op vrijdag of zaterdag. Koekjes bij de koffie zijn standaard geworden. In de supermarkt verschijnen de eerste pakjes sap, kant-en-klare sauzen en diepvriespizza’s, maar het blijft nog iets bijzonders.

Die extra suikermomenten thuis waren voor mij pure trainingstijd. Ik hoefde nog niet veel te doen, alleen af en toe even porren om een tweede schep vla te nemen. Die nieuwe zoete gewoontes thuis, die kon ik op vakantie mooi uitbreiden tot iets dagelijks…

Vader tilt trots de nieuwe koelbox naar buiten. Het plastic ruikt naar fabriek. Moeder vult hem met broodjes, krentenbollen, appels en perziken in krantenpapier. Bovenop één blikje cola “voor als het écht nodig is”.

Anja draagt een T-shirt met oranje biezen, korte sportbroek, sandalen. Ze luistert op haar oranje walkman naar ABBA’s Chiquitita.

Bij de eerste pomp in Frankrijk: warme asfalt, benzine, ijs. Binnen zakjes drop, rollen King en Mars-repen. Ze kiest drop. Rustig aan, meisje, ik plant alleen nog maar zaadjes.

In de auto gaat het zakje open, ze deelt met haar broer. Het eten is onderweg nu voor het eerst echt binnen handbereik.

Op de camping in Spanje drinkt ze het blikje cola uit de koelbox, daarna plonst ze het zwembad in. Nog vol energie, maar ik heb de eerste draadjes van mijn web gespannen.

1989 – Met partner

Anja is 28 jaar, redelijk gezond. Regelmatig pijnstillers. Soms moe en loom na eten, eerste signalen van zwaarder gevoel. Gewicht een paar kilo hoger dan vroeger. Af en toe een stijve schouders en zere handen.

Pasta en pizza zijn ingeburgerd. Supermarkten bieden meer “wereldkeuken”-producten, zoals macaroni, nasi en bami-pakketten. Er wordt vaker kant-en-klaar gekocht, zeker voor sauzen en soepen. Broodconsumptie blijft hoog, wit en bruin brood zijn standaard. Frisdrank staat vaker op tafel, ook doordeweeks. Snoep, chips en ijs zijn makkelijker verkrijgbaar en worden vaker in huis gehaald.

Nu begon ik warm te draaien. Thuis had ik al een voorraad aan kleine verleidingen, op vakantie kon ik dat uitbouwen tot een dagelijks eetfestijn met pasta, stokbrood en ijs bij de tent…

De koelbox is voller dan ooit: twee grote flessen cola, paprikachips, broodjes kaas en ham, een tros bananen. In de boodschappentas: Tucjes, Sultana’s, Snickers, winegums. Ze draagt een bloemenjurk, hij een spijkerbroek. Autoradio op Veronica, cassettebandjes van Doe Maar, Madonna, Phil Collins.

Eerste pompstop in Frankrijk. Warme broodjes, gevulde koeken, koffiegeur. “Zullen we?” “Het is vakantie,” zegt ze, en de koek is binnen. In de auto gaat de chips open. Even later zegt ze: “Ik word altijd zo slaperig van chips, doe mij nog maar een cola.” Eten, dip, suiker om wakker te worden en ik ben er elke stap bij.

Op de camping kopen ze wijn, stokbrood, worst en kaas. Eten met hun voeten in het zand, vet glanst in de zon. Nog fit genoeg voor een wandeling, maar mijn nieuwe traditie staat: vakantie is eten, overal en altijd.

1999 – Met kinderen

Anja is 38 jaar, veel klachten en kwalen. Dagelijkse maagzuurremmers, pijnstillers voor terugkerende hoofdpijn, flinke gewrichtsklachten in knieën. Slecht uithoudingsvermogen, sneller buiten adem. Regelmatig moe na eten, zoekt dan iets te eten om “door te gaan”.

Het eetpatroon is totaal veranderd. Pakjes drinken voor kinderen zijn normaal, toetjes na het eten zijn standaard. Pasta, rijst en wraps zijn populair, aardappels worden minder vaak gegeten. Kant-en-klaarmaaltijden, diepvriespizza’s en bewerkte vleeswaren vullen de koelkasten. Snackmomenten zijn normaal: tussendoortjes op school, op het werk en thuis de hele dag door. Frisdrank wordt zonder nadenken ingeschonken.

Ik hoefde alleen nog maar het ritme op vakantie te verlengen: thuis snackten ze al de hele dag, nu kon ik dat gewoon zonder pauze door laten lopen…

De keuken is een georganiseerde chaos: pakjes drinken, Sultana’s, Liga’s, winegums, chips. Koelbox vol broodjes, frisdrank, fruit. Naast de deur een boodschappentas “voor onderweg” met alles wat niet meer paste. Op de oprit krijgt het eerste kind al een koekje. In de auto: Sky Radio, daarna Kinderen voor Kinderen 11. Meezingen en snaaien tegelijk.

Een uur later roept de jongste: “Mama, ik heb honger!” Ze geeft de tas door, chipszakken ritselen open. Zo hoort een reis te klinken.

Bij de pomp in Frankrijk ruikt het naar friet en kroketten. “Zullen we een patatje doen?” vraagt ze. Hij knikt. Een dienblad vol verdwijnt in minuten, en de kinderen beginnen meteen aan hun ijsjes. Terug in de auto drinkt Anja cola, wrijft over haar buik en zucht. Ze pakt een maagzuurtablet. Dat zuchtje… dat is de geur van succes voor mij.

Op de camping slikt ze nog een pil en gaat liggen voor een middagdutje. Nu heb ik niet alleen de reis, maar ook de aankomst in mijn zak.

2009 – Veertiger, auto als supermarkt

Anja is 48 jaar, flinke gezondheidsproblemen. Dagelijkse maagzuurremmers, meerdere bloeddrukpillen, pijnstillers voor hoofdpijn en gewrichtspijn (knieën en onderrug). Gewrichten stijf bij opstaan. Energie laag, slechte conditie, moe na eten, gebruikt eten als “brandstof” om wakker te blijven.

Ultra-bewerkte producten zijn overal. Kant-en-klare sauzen, maaltijdpakketten, bewerkte vleeswaren, ontbijtgranen vol suiker. Frisdrank is standaard in huis, vaak in grote flessen. Pasta, pizza en fastfood zijn vanzelfsprekend onderdeel van het weekmenu. Suiker zit in bijna alles, ook in hartige producten. Eten is niet meer gebonden aan vaste momenten; er wordt de hele dag door gesnackt.

Ik hoefde thuis al niets meer te doen om ze te laten eten, en op vakantie werd ik gewoon een fulltime regisseur van het snackprogramma…

De keuken lijkt op een kruidenierszaak: koelbox dicht, drie tassen snacks, een krat frisdrank. Op het aanrecht croissants “voor morgenochtend onderweg” en een open rol koekjes. Nog voor de straat uit is, krijgen de kinderen een pakje drinken en een zakje snoep. Het is nu standaard dat iedereen iets eet zodra de motor draait.

Op de snelweg klinkt 3FM en een mix-cd. Bij Breda gaat er al een zak chips open. Alles mag altijd. Bij de eerste pomp in Frankrijk nemen ze een dienblad vol: warme broodjes, gebak, snacks. Buiten staand eten, kruimels op de grond, cola erbij. Na de lunch in de auto: loomheid. Ze pakt chips “om wakker te blijven”. Mijn mooiste illusie: eten als energiebron terwijl ik haar juist verder leeg trek.

Op de camping vullen ze de koelkast. Frisdrank, worstenbroodjes, kaas, yoghurtjes, koek, snacks. 

2019 – Vijftiger, mijn hoogtepunt

Anja is 58 jaar, toegenomen gezondheidsproblemen. Dagelijkse maagzuurremmers, meerdere bloeddrukpillen, cholesterolverlagers, pijnstillers voor knieën en heupen. Chronisch slecht slapen, opvliegers, meerdere keren per nacht wakker. Snel buiten adem, stijve gewrichten. Energie zeer laag, gebruikt eten constant als oppepper.

Alles is altijd en overal beschikbaar qua eten. Bezorgapps, fastfoodketens en supermarkten die tot laat open zijn maken dat eten 24/7 kan. Er is geen “speciaal moment” meer voor snacks; eten is continu binnen handbereik. De porties zijn groter, en er wordt vaker gegeten buiten de deur. Ultra-bewerkte voeding vormt ongemerkt een groot deel van het dagelijks menu.

Vakantie was nu voor mij gewoon werken in luxe: overal eten, altijd, en ik hoefde alleen te kiezen waar ik als eerste toesloeg…

Half vijf ’s ochtends, dubbele koelboxen, kratten fris, tassen vol snacks. Pillendoos klaar. Kleinkinderen krijgen meteen pakjes drinken en snoep.  De eerste suikers zitten erin voor we de straat uit zijn.

Kensington op Spotify, chips open voor Breda. Eerste pomp in Frankrijk: warme broodjes, taart, frisdrank. Buiten eet ze chocoladecroissants en slikt haar maagzuurremmer weg met cola. In de auto: eten, slok, eten, slok. Opvliegers, loomheid, koek “om wakker te blijven”.

Op de camping: koelkast vol frisdrank, vruchtenyoghurtjes, kaas, taart, snacks. Chips open “om bij te komen van de reis”. Als er ooit een jaar is geweest waarin ik niks hoefde te doen om alles te krijgen, dan is het dit. Mijn carrièrepiek.

2025 – Vier jaar keto en nu ben ik ze allebei kwijt

Anja is 64 jaar, energiek en gezond! Geen maagzuurremmers na 30 jaar, geen bloeddrukmedicatie, geen cholesterolverlagers. Geen pijnstillers, geen gewrichtspijn. Slaapt door, geen opvliegers. Bruist van energie, geen dutjes, geen eten nodig “om wakker te blijven”. Partner is van zijn diabetes type 2 af, gebruikt geen insuline en metformine meer, bloedsuiker stabiel en ook alle andere medicatie kwijt.

Het eetpatroon is volledig omgegooid: puur, onbewerkt, koolhydraatarm/keto. Geen pakjes, zakjes, suiker of frisdrank. Groente, vlees, vis, eieren, kaas, zuivel en noten vormen de basis. Eten gebeurt op vaste momenten, minder vaak en zonder tussendoortjes. Het koken is weer simpel, zonder lange ingrediëntenlijsten. Het lichaam krijgt weer wat het nodig heeft, niet wat ik wil.

En ik? Ik sta buiten, mijn neus tegen het raam van hun nieuwe leven. Geen opening, geen zwak moment. Zelfs op vakantie niet…

Ze rijden tussen Lyon en Valence. Het raam staat op een kiertje, warme lucht stroomt naar binnen. Anja kijkt opzij. “Weet je nog, hoe we hier vroeger altijd stopten voor friet?” Hij grinnikt. “En broodjes kroket… daarna lag ik de halve middag te slapen.” “En je suiker,” zegt ze.
Hij knikt. “Vier jaar geleden nog insuline en metformine, nu helemaal niks meer. Mijn bloedsuiker is stabiel, altijd.”

Ik klem mijn handen om de stoel. Zijn bloedsuiker… stabiel? Dat is mijn speeltuin!

“En je bloeddruk,” zegt ze. “Ook normaal. Geen pillen meer. En ik voel me beter dan toen ik veertig was.” Ze lacht. “We hebben gewoon geen pillendoos meer nodig. Hoe bizar is dat?” Bizar? Onacceptabel! Dat was mijn pensioenplan, die pillendoos!

Ze praten verder over avondwandelingen, zwemmen in zee, fit op vakantie.

Ik laat me achterover vallen. Het is voorbij, ik ben haar kwijt.

Eerst verloor ik haar. Nu hem. Mijn Spanje-jaren met Anja zijn voorbij. En het is allemaal de schuld van TheNewFood. Met hun praatjes over “geen honger meer”, “geen dips”, “geen pillen” en gezonder met puur en echt eten. Jullie hebben mijn zorgvuldig opgebouwde carrière in één klap weggevaagd. Haar verleid met recepten zonder brood, zonder suiker, zonder míj. Vier jaar lang maakten jullie haar sterker, slanker, fitter, energieker…

En ik? Ik zit werkloos op een campingstoel, te kijken naar een vrouw die me niet meer nodig heeft. Terwijl ik zóveel voor haar heb gedaan! Ik vertelde haar wanneer het tijd was om te eten, wanneer ze troost nodig had, wanneer ze zichzelf moest belonen. Ik zorgde voor dat gezellige gevoel onderweg, voor de patatstops, de koeken bij de koffie, de chips bij de tent. Ik gaf haar dips, zodat ze weer iets moest pakken. Ik hield haar dicht bij me.

En ik deed het niet alleen. Jarenlang werkte ik zij aan zij met mijn trouwe bondgenoot: de voedingsmiddelenindustrie. Hun ultra-bewerkte, verslavende troep deed al het voorbereidende werk voor mij. Ik hoefde alleen nog maar in te stappen.

Maar nu? Nu is het stil. Gefeliciteerd, TheNewFood… maar niet heus. Jullie hebben gewonnen. Voor nu. Maar ik vergeet niet. Ik let op. En ik wacht… want het kan altijd nog misgaan.

En haar pillendozen? Die bewaar ik.

Wil je mij nog beter leren kennen? In het Keto & Support Pluspakket krijg je elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en leer je weer de baas te worden. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!

Delen
BLOG 27: Lege ziekenhuisgangen

BLOG 27: Lege ziekenhuisgangen

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Lege ziekenhuizen

Kun je je het voorstellen? Een ziekenhuisgang waar het stil en leeg is. Geen rijen bij de balie, geen volle wachtkamers, geen afdelingen die uitpuilen. Alleen lege stoelen, lege gangen, en stilte. Het klinkt bijna onwerkelijk, toch? Maar het is precies wat er zou gebeuren als we het grootste, maar minst besproken gezondheidsprobleem écht zouden aanpakken.

Dat probleem heet insulineresistentie. Het is de stille motor achter een groot deel van onze welvaartsziekten. Maar zolang het genegeerd of gebagatelliseerd wordt, blijven deze gangen gevuld en blijft ziekte een verdienmodel.

Ziekte als verdienmodel

Je bent moe na de lunch. Je kunt eind van de middag niet wachten tot je weer iets kunt eten. ’s Avonds op de bank, na het eten, val je bijna in slaap. Je wordt onrustig als je te lang niet eet. Je voelt je vaak wat opgeblazen. Je bent vaak hongerig, zelfs vlak na het eten. En je gewicht… dat lijkt alleen maar omhoog te kruipen, hoe goed je ook je best doet. Veel mensen zien dit als losse kwaaltjes. Maar dit zijn geen losse signalen.

Het zijn tekenen van insulineresistentie, waarbij je lichaam onder hoge druk staat door voortdurend te hoge bloedsuikers en insulinewaardes. En hoe langer dat doorgaat, hoe groter de kans dat je in het verdienmodel van ziekte terechtkomt, een systeem waarin jouw klachten en ziekten vooral winst opleveren voor anderen.

Wat er in je lichaam gebeurt

Insulineresistentie betekent dat je cellen minder goed reageren op insuline. Je lichaam maakt steeds meer insuline aan om je bloedsuiker stabiel te houden. Dat kan jaren doorgaan zonder dat je het doorhebt. Ondertussen gebeurt er van alles: je slaat sneller vet op, verbrandt minder, je hormonen raken uit balans en er ontstaan sluimerende ‘stille’ verwoestende ontstekingen.

Het is geen klein ongemak, maar de motor achter een lange lijst ernstige ziekten: diabetes type 2, hart- en vaatziekten, Alzheimer, leververvetting, PCOS, overgewicht, reuma, hoge bloeddruk, bepaalde kankers, depressie, chronische vermoeidheid, huidproblemen en meer. Dit is geen “iets om in de gaten te houden”, maar je moet het zo snel mogelijk aanpakken als je gezond wilt blijven. Alleen dat gebeurt niet.

Waarom je arts dit niet vertelt

Artsen worden hier simpelweg niet in opgeleid. Hun focus ligt op ziekten die officieel meetbaar en gediagnosticeerd zijn. Insulineresistentie heeft geen officiële diagnose met eigen behandelcode. Het wordt gezien als een risicofactor, niet als ziekte. Daardoor leren artsen niet om het op te sporen, laat staan om het te behandelen. Insulineresistentie is de olifant in de spreekkamer: hét grote probleem maar onbesproken.

Dit is geen verwijt aan artsen, praktijkondersteuners of andere zorgprofessionals. Zij werken binnen het systeem dat hen is aangeleerd en volgen de richtlijnen die zij moeten volgen. Ze doen hun werk met de kennis en kaders die ze hebben. Het punt is juist dat ook voor hen het volledige plaatje vaak niet zichtbaar is, omdat het simpelweg niet in de opleiding of protocollen zit.

Dat is niet toevallig: de farmaceutische industrie heeft een grote vinger in de pap bij wat er in deze opleidingen wordt onderwezen.

En zelfs in het ziekenhuis…

Als er één plek is waar je zou verwachten dat voeding je helpt herstellen, is het het ziekenhuis. Toch is dat vaak de slechtste plek voor iemand met insulineresistentie. Toen ik zelf een paar jaar geleden werd geopereerd, kwamen ze speciaal langs met producten “om aan te sterken”: zoete toetjes en koolhydraatrijke snacks. Precies de dingen waarvan ik weet dat het mijn herstel juist tegen zou werken.

Keto eten in het ziekenhuis is een uitdaging en zeker geen standaardoptie. En kies je voor een “diabetesmaaltijd”, dan krijg je voeding die je bloedsuiker juist verder ontregelt. Ik ken mensen die door keto van hun diabetesmedicatie af waren, maar zodra ze in het ziekenhuis belandden, moesten ze weer koolhydraten eten (of ze kregen suiker via een infuus) en terug aan de insuline. Want protocollen.

De macht achter de stilte

Als insulineresistentie wél erkend zou worden als de oorzaak van al deze ziekten, dan zou ons hele voedings- en preventiebeleid moeten veranderen. Dat zou betekenen dat de adviezen van het Voedingscentrum op de schop moeten. Dat we onze voedingspatronen radicaal moeten omgooien. En dat raakt de belangen van de machtigste spelers ter wereld: de voedingsindustrie en de farmaceutische industrie.

Voor de voedingsindustrie zou het betekenen dat veel van hun winstgevende producten, granen, suikers, bewerkt ‘voedsel’, niet langer dagelijks gegeten zouden worden. Voor de farmaceutische industrie zou het betekenen dat miljarden mensen minder medicijnen nodig hebben voor hoge bloeddruk, cholesterol, suiker en ontstekingen. Gezonde mensen leveren simpelweg minder op.

Schokkende antwoorden

Je hoeft mij niet op mijn woord te geloven. Stel dezelfde vraag aan verschillende bronnen: “Wat is insulineresistentie en is het erg?” ChatGPT zegt dat het geen ziekte is, maar een toestand die meestal overgaat met leefstijlaanpassingen. Je arts stelt je gerust dat hij je waarden in de gaten houdt en pas ingrijpt als het erger wordt. Een diëtist vervangt snelle koolhydraten door langzame en veel groente en fruit.

Google en Thuisarts.nl noemen het een risicofactor voor diabetes en adviseren gezond eten en meer bewegen.  Je sportieve buurvrouw zegt dat je gewoon minder moet snoepen en meer moet bewegen. Vijf verschillende antwoorden. 

Maar ze missen allemaal de kern: dat insulineresistentie nu al schade aanricht in je lichaam, dat het niet “overgaat” als je doorgaat met een koolhydraatrijk eetpatroon, en dat het de motor is achter een groot deel van onze welvaartsziekten. Nergens het advies om minder koolhydraten te gaan eten, laat staan keto, zodat je lijf eindelijk tot rust kan komen. Precies dát wordt zelden hardop gezegd.

En het Voedingscentrum dan?

En wat zou het Voedingscentrum antwoorden op de vraag? Hun antwoord: er zijn geen aparte adviezen, volg gewoon de Schijf van Vijf en kies vooral volkoren brood en pasta en plantaardige olie, in plaats van roomboter. Precies datgene waarvan we weten dat het voor veel mensen met insulineresistentie juist het probleem in stand houdt en zelfs erger maakt!

Waarom ze dat antwoord geven zal je misschien nog meer verbazen dan alles wat je net gelezen hebt. Daar vertel ik je volgende week graag meer over in een nieuw blog.

Delen
Vaatchirurg: Je kunt zelf iets doen!

Vaatchirurg: Je kunt zelf iets doen!

Dokter Lily Johnston, MD, MPH is een hoogopgeleide vaatchirurg en specialist in metabole gezondheid. Ze werd opgeleid aan topinstituten als de Mayo Clinic en Johns Hopkins, en werkte jarenlang in de frontlinie van de vaatchirurgie. Haar dagen bestonden uit complexe operaties: bypasses aanleggen, verstopte bloedvaten openen, amputaties uitvoeren bij patiënten met ernstige diabetescomplicaties.

Ze deed haar werk altijd met vakmanschap en toewijding, maar in haar achterhoofd bleef één vraag rondspoken: waarom moet het altijd zó ver komen?

Steeds weer dezelfde patiënten

In haar operatiekamer zag Lily telkens hetzelfde profiel terugkomen. Patiënten met diabetes type 2, vaak al jaren afhankelijk van medicijnen. Overgewicht. Hoge bloeddruk. Slecht genezende wonden. Mensen die trouw hun medicatie namen en het standaardadvies volgden: vetarm eten, volkoren brood, fruit, weinig vetten, en vooral… doorgaan zoals altijd.

En toch lagen ze daar, met een voet of been dat niet meer te redden was.

“Ik was dagelijks bezig met de gevolgen van een ziekte die in veel gevallen voorkomen had kunnen worden. Dat is niet de zorg die ik wil leveren.”

De frustratie werd haar drijfveer

Lily besefte dat het medisch systeem vooral brandjes blust. We wachten tot de schade onherstelbaar is en dan grijpen we in. Maar niemand pakt de onderliggende oorzaak aan: insulineresistentie en chronisch hoge bloedsuikers.

Ze besloot verder te kijken dan de protocollen. Haar zoektocht bracht haar bij de wetenschap achter therapeutische koolhydraatbeperking en het ketogeen dieet. Ze las over de directe invloed van voeding op insuline, ontsteking en herstel. En het kwartje viel.

“Door koolhydraten te beperken, verlaag je insuline, stop je ontstekingen en geef je het lichaam weer de kans om te genezen. Niet pas over jaren, maar meteen.”

Keto in de spreekkamer

Lily probeerde keto eerst zelf. Ze schrapte het grootste deel van de koolhydraten, ging meer gezonde vetten en eiwitten eten, en koos voor echte voeding in plaats van bewerkte producten. Al snel merkte ze het verschil: meer energie, een heldere focus, een veel stabieler hongergevoel én meetbare verbeteringen in haar eigen gezondheid en vaatfunctie.

Die ervaring maakte haar nog zekerder: dit werkt. Dit moest ze ook haar patiënten aanbieden. Niet als snelle oplossing of tijdelijk dieet, maar als medische interventie die de oorzaak aanpakt en problemen kan verminderen én voorkomen.

In haar praktijk begon ze patiënten met diabetes, vaatproblemen en overgewicht te begeleiden met een koolhydraatarme of ketogene aanpak. De resultaten waren indrukwekkend:

  • Wonden die voorheen maar niet wilden genezen, trokken ineens dicht.
  • Bloedsuikers stabiliseerden zonder steeds hogere doseringen medicatie.
  • Mensen verloren gewicht, kregen energie terug en voelden zich mentaal sterker.

“Mijn mooiste moment? Wanneer een patiënt zegt: Waarom heeft niemand mij dit eerder verteld?”

Op het podium

Lily wilde meer doen dan alleen haar eigen patiënten helpen. Ze sloot zich aan bij de Society for Metabolic Health Practitioners (SMHP) en begon lezingen te geven op internationale congressen zoals LowCarbUSA. Ze traint nu ook andere artsen en verpleegkundigen in het veilig en effectief toepassen van koolhydraatbeperking.

Haar missie is duidelijk: artsen en patiënten leren dat er wél iets te doen is voordat er onherstelbare schade optreedt.

“We moeten zorg weer verbinden met gezondheid. Dat betekent dat we stoppen met alleen de gevolgen behandelen en eindelijk de oorzaak aanpakken.”

Nooit op de operatietafel

Vandaag de dag verdeelt Lily haar tijd tussen operaties, patiëntenzorg, onderwijs en het trainen van zorgprofessionals. Ze blijft opereren waar nodig, maar haar échte doel is ervoor te zorgen dat mensen nooit op haar operatietafel belanden.

“Het is niet ingewikkeld. Met de juiste voeding kun je zo veel ellende voorkomen. We moeten alleen durven beginnen.”

Wil jij jezelf ook gezonder eten?

Je kunt vandaag nog starten met de aanpak die ook deze arts aan haar patiënten adviseert. Start op een effectieve manier met de weekmenu’s in de startgidsen, met of zonder dagelijkse support.

Al binnen enkele weken zul je merken dat je je heel veel beter en energieker gaat voelen, al veel gewicht kwijt bent en allerlei kwalen verminderen. Net als Lily bij haar patiënten zag gebeuren!

Meer van dokter Lily Johnston

Meer keto-zorgprofessionals 

Gary Taubes, een moedige journalist

Keto-pionier Gary Taubes is geen arts, maar wetenschapsjournalist. In 2002, een jaar nadat ik zelf begon met keto, verscheen er een lang artikel van hem in de krant: “What if It’s All Been a Big Fat Lie?”. Een zorgvuldig opgebouwd pleidooi voor keto dat de hele...

Dr. Cyves: de koolhydratenverslavings dokter

In de eerste jaren van zijn carrière als obesitas-chirurg stond Dokter Robert Cywes dag in, dag uit in de operatiekamer. Hij deed maagverkleiningen bij mensen met overgewicht. Duizenden keren sneed hij in buiken, verkleinde hij magen, en hoopte hij dat het daarmee...

Vaatchirurg: Je kunt zelf iets doen!

Dokter Lily Johnston, MD, MPH is een hoogopgeleide vaatchirurg en specialist in metabole gezondheid. Ze werd opgeleid aan topinstituten als de Mayo Clinic en Johns Hopkins, en werkte jarenlang in de frontlinie van de vaatchirurgie. Haar dagen bestonden uit complexe...

Internist Lenzkes adviseert keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Brian Lenzkes, internist uit Californië. Hij gaf zijn patiënten het bekende advies: minder vet, meer bewegen, calorieën bijhouden, en vooral volhouden. Maar toen zijn eigen gewicht bleef stijgen, zijn...

Huisarts Berry: we eten ons ziek!

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Ken Berry, huisarts in de VS. Rond zijn 35e had hij overgewicht, migraine, en beginnende diabetes. Hij merkte dat het standaardadvies hem niet hielp en zijn patiënten evenmin. Hij ging het anders doen....

Huisarts Haller behandelt met keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook de Belgisch huisarts Pierre Haller. Hij kwam keto in eerste instantie tegen als oplossing voor zijn eigen gezondheidsklachten. Hij voelde zich moe, merkte dat zijn gewicht toenam, en had steeds minder energie om...

Cardioloog twijfelt aan cholesterolverhaal

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van gezond koolhydraatarm/keto. Zo ook dokter Marc Waskowsky, cardioloog in het Isala ziekenhuis te Zwolle. Tegenwoordig adviseert hij zijn patiënten op de hartpoli om de koolhydraten drastisch te gaan minderen, in plaats van dat...

Keto in de spreekkamer bij POH Joke

Joke Postma, POH (praktijkondersteuner) bij huisartsenpraktijk Havelte, viel zelf in een jaar 25 kilo af met de aanpak van TheNewFood en is nu fitter en energieker dan ooit. Ze gunde ook al haar patiënten dit succes en inmiddels adviseren Joke en haar collega deze...

Delen
BLOG 26: Rupsje nooit genoeg

BLOG 26: Rupsje nooit genoeg

Toen Matty Barnhoorn (1962), oprichter van TheNewFood, in 2001 strikt koolhydraatarm/keto ging eten veranderde dat haar leven compleet. Van altijd honger, naar eetrust en verzadiging. Van altijd aan de lijn, naar altijd op gewicht. Van allerlei gezondheidsproblemen, naar bruisende gezondheid. Van altijd moe en lusteloos, naar bergen energie. Elke dag weer! En dat alleen door anders te eten! Haar grootste wens is dat nog heel veel meer mensen deze aanpak ontdekken, zodat ook zij zich zo heel veel beter kunnen gaan voelen! In haar blogs deelt ze wat haar bezighoudt.

Soms voel ik me een rupsje nooitgenoeg. Niet omdat ik chocola wil, of ijs, of chips. Maar omdat ik blijf zoeken naar eten. Keto eten zelfs. Vleesje. Eitje. Kaasje. Pannenkoekje. Een restje. Iets. Alles. Het is alsof er geen verzadiging bereikt wordt. Alsof mijn lijf ergens op wacht wat maar niet komt. En ik weet inmiddels: dit gaat niet over honger in eten. Dit gaat over iets anders.

Het doet me denken aan dat boekje van Rupsje Nooitgenoeg. Die kleine rups die blijft eten, fruit, taart, augurk, worst, ijs, tot hij buikpijn krijgt. En dan? Dan trekt hij zich terug. Hij maakt een cocon. Een veilige plek. En daar, in die rust, verandert hij. Pas daarna wordt hij een vlinder.

Rust en veiligheid

Die cocon, daar ben ik soms naar op zoek. Niet bewust, maar wel lichamelijk. Alsof mijn lijf zegt: ik wil verdwijnen. Ik wil rust. Ik wil ergens zijn waar niemand iets van me wil. En eten lijkt dan even die cocon. Maar het is het niet. Wat mijn lijf op dat moment echt nodig heeft, is veiligheid. En wat ik de afgelopen jaren heb geleerd, is dit: je lijf kan pas stoppen met eten als het zich veilig voelt.

Dat klinkt misschien vreemd. Veel mensen denken dat veiligheid betekent dat je niet in gevaar bent: “ik ben toch veilig?” Maar je lichaam werkt niet op logica. Je lichaam werkt op signalen. En als het de hele dag in een staat van waakzaamheid staat, van stress, zorgen, alertheid, triggers, dan is het zenuwstelsel actief op overleven. En in die staat komt het verzadigingssysteem niet goed op gang.

Zoeken

Zolang je lichaam niet het signaal krijgt: je bent veilig, blijft het zoeken. Zoeken naar voeding. Naar rust. Naar verzachting. En als dat signaal niet uit je omgeving komt, uit aanraking, uit verbinding, uit echte rust, dan zoekt het naar iets anders. En eten is er altijd. Dat is waarom zoveel vrouwen niet kunnen stoppen met eten. Niet omdat ze zwak zijn. Maar omdat hun lichaam nooit geleerd heeft dat het veilig is.

Sommigen groeiden op in stressvolle of emotioneel onveilige situaties. Sommigen leven nu in constante zorg, overprikkeling of alleen-zijn. Soms heb je nooit ervaren wat het is om echt gedragen te worden. Om écht even te mogen rusten. En dan blijft je lijf zoeken. Niet naar voeding. Maar naar een cocon. Naar die plek waar het even stil is. Waar je niets hoeft. Waar je niets hoeft te verdienen, maar gewoon zijn.

Kalmeren

Als je merkt dat je blijft eten, terwijl je wéét dat je geen honger hebt, denk dan niet meteen: “ik moet mezelf beter in de hand houden.” Vraag je af: voel ik me veilig? Voel ik me gesteund? Gezien? Is er ruimte om los te laten? Je lichaam zoekt geen discipline. Het zoekt veiligheid. En weet je wat bijzonder is? Juist keto helpt je zenuwstelsel om te kalmeren. Omdat je bloedsuiker stabieler wordt. Omdat je minder schommelt.

Omdat je systeem eindelijk rustiger mag worden. Waardoor je eetrust krijgt. Niet omdat je ‘braaf’ eet. Maar omdat je eindelijk eet op een manier die je lichaam als veilig herkent. Maar dan komt die andere vraag: hoe kan het dan dat ik tóch die onrust voel, terwijl ik keto eet?

Te vaak eten

Dat zit hierin: soms zit er onrust in je lijf en dan ga je toch weer op zoek naar eten. Even iets kleins, en misschien nog even wat. Maar hoe vaker je eet, hoe meer je je lichaam het signaal geeft dat het niet veilig is. Elke keer dat je iets eet, geef je je systeem een prikkel. Je spijsvertering moet aan, je alertheid neemt toe, je lichaam bereidt zich voor op actie.

Als je dat toch weer de hele dag door doet, ook al is het keto, dan komt je lijf nooit écht in rust. Dan blijft het aan.

En je hersenen voelen dat. Dan voel je onrust. Hunkering. Drang om wéér iets te nemen. En zo beland je ongemerkt in een vicieuze cirkel:
→ je voelt onrust → je eet iets kleins → je lijf blijft actief → je voelt opnieuw onrust → je eet weer… En zo raak je de kalmering van keto juist kwijt. Met een beetje pech eet je al snel weer vanaf het moment dat je opstaat, de hele dag door, tot je gaat slapen. 

Rust voor je lijf

En dat terwijl je lijf op dat moment juist geen eten nodig heeft. Je lijf heeft tussenpozen nodig. Vertraging. Stilte. De ruimte om te voelen: ik heb gehad wat ik nodig heb. Zodat je zenuwstelsel écht mag zakken. En jij ook. Misschien ben jij nu rupsje nooitgenoeg. Merk je dat je steeds vaker gaat eten en er steeds meer eetonrust komt. Wel keto, maar toch weer onrust. Toch weer het móeten eten. En dat geeft ook weer stress.

Wees niet te hard voor jezelf als dat gebeurt. Het is geen drama. Het is een teken van je lijf. Het laat zien dat je toe bent aan je cocon. En dat die mag komen. Niet in eten. Niet in “meer meer meer.” Maar in rust. In aanraking. In verbinding. In ademen. In de poes of de hond aaien. In een knuffel. Huilen, loslaten… en in weten: ik hoef het niet allemaal zelf te dragen. Zo spreekt je lijf tot je. En jij mag leren luisteren.

En weet je wat soms óók helpt, als alles blijft draaien? Een dag of een paar dagen vasten. Niet als een trucje of controlemechanisme. Maar juist om je lichaam even te laten zakken in stilte. Geen prikkels. Geen keuzes. Geen zoeken. Even niks. Alleen rust. En ruimte om te voelen: het is goed zo. Voor veel mensen is dat precies wat nodig is om weer uit die cirkel te stappen. Zodat het rupsje in jou… eindelijk even mag stoppen.

Herkenbaar?

Misschien is dit precies het moment om jezelf wat extra ondersteuning te geven. Ook als je al langer keto eet en merkt dat er nog onrust zit,
kan mijn Support Pluspakket je helpen om daar verder in te zakken. Meer rust in je lijf. Meer inzicht in je patronen. Minder eetgedrag. En steeds meer thuiskomen bij jezelf. 

Delen
BLOG 7: Het all-inclusive buffet

BLOG 7: Het all-inclusive buffet

Welkom bij mijn zomerblog, over keto vasthouden op vakantie! Ik ben het koolhydratenmonster en ik heb eindelijk mijn eigen podium gekregen. Dat werd hoog tijd natuurlijk. Want ik ben goed in mijn werk en dat mag iedereen weten. Ik laat je zien hoe ik mensen verleid en hoe ik ze onderuithaal. 

Ze staan op Schiphol vol vertrouwen. Marja en Ilse. Twee zussen, twee koffers, één missie: keto! Allebei. Al maanden. En het gaat goed. Ze zijn slanker, voelen zich lichter, helderder, rustiger. En ze weten: dit is geen dieet meer. Dit zijn wij. Het resort hadden ze vorig jaar al geboekt, vóór ze begonnen. Grote buffetten. Cocktails. Maar ze kunnen dit, dat weten ze zeker. Natuurlijk ben ik er ook. Want voornemens zijn er om te mislukken.

In het vliegtuig zitten ze naast elkaar. Ze zijn voorbereid, eten mee voor onderweg, en een noodvoorraad voor op vakantie. Ze hebben het vakantieherstelplan gelezen, uitgeprint en besproken. “We gaan dit gewoon doen.” Ze laten de vliegtuigmaaltijd aan zich voorbijgaan. Ilse bestelt Spa rood, Marja neemt koffie. Samen genieten ze van de appelcakejes uit startgids deel 3.

Ze kijken naar de andere passagiers die wel de broodjes en koeken eten, en knikken naar elkaar. Goed bezig! 

Ik lig op het klaptafeltje voor ze terwijl ik een zak chips eet. Ze zien me niet. Ze denken dat ik thuis ben gebleven. O jongens, wat is dat toch schattig.

Ze komen laat aan in het resort. Alleen de bar bij het strand is nog open. Er is niks geschikts. Gelukkig hebben ze worstjes bij zich. De volgende ochtend staan ze bij het buffet alsof ze auditie doen voor een TheNewFood-reclame. Eieren, spek, avocado, kaas, olijven, zalm, vleeswaren, tomaat en koffie. Ze ontbijten in de tuin en lachen. Zie je wel dat het gewoon kan! Alles klopt.

Ik kijk toe vanaf het dak van het toastapparaat. Ik houd van dit soort mensen. Ze zijn het leukst om te breken, want ze zien het niet aankomen… Ik zwaai met een servetje en dirigeer een roombroodje richting een kind. “Huppakee! Vroeg geleerd is vroeg verpest.”

Ilse en Marja kijken om zich heen. Naast hen neemt een gezin plaats aan tafel. Hij heeft zijn bord hoog opgestapeld, alsof hij bang is dat het buffet straks sluit. Drie soorten broodjes, scrambled eggs, worstjes, ketchup, beleg, een stuk pizza, taart en een groot glas sinaasappelsap.

Ik klap in mijn pootjes. “Zulke mensen verdienen een standbeeld.”

Zijn vrouw eet muesli met yoghurt, honing en veel fruit. De twee pubers hebben croissants met pudding, pannenkoeken, gebakjes, crêpes met Nutella, verse ananas en sap. Ze praten niet. Ze eten. Alsof ze dagen hebben gevast. Alsof dit hun laatste kans is voor het einde der tijden.

Ik spring tussen de suikerklontjes en gil: “Zo zie ik het graag! Eén hap weg van het ziekenhuis, maar o zó gelukkig!”

Marja kijkt. Zo zat ik er vroeger ook bij, denkt ze. Ik moet er niet meer aan denken. Ze kijken elkaar aan. “Je ziet het ook aan mensen, hè,” fluistert Ilse. “Dat opgeblazen gezicht. Dat snaaierige.” “En dan denken ze nog dat ze goed bezig zijn,” zegt Marja. “Omdat er iets van fruit bij zit.”

Samen zijn ze sterk. Ze hebben hun vaste tafeltje in de tuin. De buffetten zijn overvloedig en elke dag weer een beetje anders. Er is keuze genoeg, ook voor de zussen. Alleen bij het zwembad en de bar aan het strand is er niets geschikts. Maar dat geeft niet, zeggen ze. Ze hebben genoeg aan drie maaltijden per dag. Ze hebben eetrust.

Ik doe mijn best. Ik fluister zachtjes tegen de zussen: “Het ziet er wel héél lekker uit hè… En kijk die mensen toch eens genieten. Je mist toch wel iets. Moet het echt zo streng?” Maar ze luisteren niet echt. In mijn notitieboekje schrijf ik op wie van de twee als eerst voor de bijl zal gaan. Dat heb ik al lang gezien. Twee weken is heel lang als je ergens nog een heel klein beetje twijfel hebt. 

Ze vullen hun dagen met kijken wat anderen eten en het daar over hebben. En met delen hoe goed ze bezig zijn. “Ik weet gewoon wat ik moet doen,” zegt Marja. “Ik hoef nergens meer over na te denken,” zegt Ilse. “En ik voel het echt in mijn hoofd. Zo helder. Zo rustig.” Marja knikt. “Dit is de beste versie van mezelf. En dat alleen maar door anders eten. Echt bizar.” “En zó logisch.”

Ik krab achter mijn oor met een kaasstengel. “Wat een stichtelijke dames. Mag ik straks een likeurtje als ze instorten?”

Ze genieten ondertussen van hun vakantie. Overdag zijn ze veel buiten, ze zwemmen, lezen, wandelen langs het water. Het is warm, het ritme traag. Rond een uur of vier is het druk bij het kleine stalletje aan de rand van het strand. Er is ijs. Veel ijs. Grote hoorntjes, dubbele bolletjes, coupes met slagroom. Mensen staan in een rij. Er zijn kinderen, gezinnen, koppels.

Het lijkt alsof iedereen ijs eet, en niemand zich ergens zorgen over maakt. Ilse blijft even stilstaan bij de rij. Ze bekijkt het bordje met de smaken. “Eén bolletje maar,” zegt het meisje naast hen. “Dat mag wel, hè mam?” Ilse zegt niets. Maar haar ogen blijven hangen op de ijsvitrine. Wat zou daar nou mis mee zijn…? Het is warm. Iedereen doet het. Een bolletje ijs, daar krijg ik toch geen spijt van?

Marja merkt het. Ze zegt: “Fijn dat we dat niet meer hoeven toch?” Ilse knikt. Ze lopen terug naar hun strandbedjes.

’s Avonds zitten ze op het terras bij de bar. Er is muziek, de lampjes zijn aan, mensen zitten met grote glazen wijn, schaaltjes chips, noten, luxe hapjes. Er klinkt gelach. Iemand proost. De ober loopt af en aan met witte borden en karafjes rosé.

“Zullen we iets bestellen?” vraagt Ilse. “We hebben net gegeten,” zegt Marja. “Ik zou het niet doen. Ik hoef in ieder geval niets” Ilse glimlacht. Maar haar ogen blijven hangen bij een schaal kaasstengels die op een dienblad voorbijgaat.

Alles ruikt naar vakantie. Denkt ze. Vroeger zou ik het gewoon hebben gepakt. Gewoon omdat ik er zin in heb. Niemand had daar iets van gevonden. Ik hoefde me toen niet steeds te verantwoorden. Toen was het gewoon gezellig. De gesprekken om hen heen zijn levendig. Ze vangen flarden op. “Gun jezelf nou gewoon wat, het is maar één keer vakantie” en “Het staat ervoor he!”

Ilse zwijgt. Ze nipt aan haar water. Marja zegt niks, maar ze voelt iets verschuiven.

Ik fluister zachtjes, terwijl ik onder Ilse haar stoel lig met een stuk taart in m’n bek: “Zie je wel, schat. Je hoeft dit niet vol te houden. Niemand snapt waarom je dit doet. Doe normaal. Word weer leuk. Wees gewoon… een van hen.”

Op dag vijf bemoei ik me persoonlijk met het ontbijtbuffet. Ik fluister tegen de kok: “Zet die schaaltjes met crème brûlée nét iets dichter bij de gekookte eieren, dat ze er niet omheen kunnen. Laat ze ruiken wat verlangen is.”

En daar staan het. Het blad met dampende kleine schaaltjes. Warm, vers, met zo’n perfect dun laagje suiker. Ilse blijft net iets te lang staan.

Ik strijk haar langs haar arm. Tik tegen haar pols. “Weet je nog? Vroeger? Papa die crème brûlée voor jullie maakte, op zondag. En nu staat het hier. Warm. Zacht. Je hebt ervoor betaald. Jij bepaalt, Ilse. Het is vakantie, lieverd. Neem het ervan. Het zal je zo gelukkig maken!”

Ze loopt door. Maar aan tafel is ze stiller. Ze prikt met tegenzin in een tomaat. “Heb jij dat ook,” zegt ze tegen Marja, “dat je het gewoon even zat bent?” “Wat bedoel je?” “Nou. Altijd maar opletten. Altijd maar nee zeggen. Altijd maar anders zijn.”

Marja schrikt, maar laat niets merken. Ik snap haar. Maar dit is precies waar het begint, denkt ze. “Ik heb dat gevoel gehad,” zegt Marja. “Maar het is weg. Omdat ik weet wat het me brengt.” “Ja, dat weet ik ook wel. Maar soms…” Ilse zwijgt.

Wat een schitterende breuklijn, denk ik. Eén barstje. En dan rammelt de boel vanzelf.

Bij het diner gebeurt het. Ilse loopt langzamer langs de gerechten. Marja hoort haar adem iets veranderen. “Ik ga straks even kijken of er weer crème brûlée is.” 

YES! En dan wil je daarna ook friet. En brood. En wijn. En een likeurtje. En misschien nog iets van ijs?

“Ilse…,” begint Marja. “Ik wéét dat jij het niks vindt,” zegt Ilse snel. “Maar ik wil het gewoon. Omdat het lekker is. Omdat ik het mis.” “Je mist het niet echt,” zegt Marja. “Je lichaam mist het niet, alleen je hoofd.” “Ja, en? Mijn hoofd hoort er ook bij.”

Altijd de uitzondering zijn. Altijd nadenken. Altijd uitleggen, denkt Ilse. Ik wil ook gewoon één keer normaal zijn. En ik wil niet dat zij steeds zo kijkt alsof zij het beter weet. Marja de heilige.

Ze staat op. Loopt naar het buffet. Er worden net nieuwe schaaltjes neergezet. Dat heeft zó moeten zijn. Ze pakt er twee.

Ik dans op de rand van het blad. “Ik wist het! Ik wist dat zij het zou zijn. Zó’n fijne meid. Vrouw naar mijn hart!”

De volgende ochtend bij het ontbijt zit Marja met een goed gevulde omelet en wat aardbeien. Ilse heeft twee chocoladebroodjes, een broodje met kaas en een grote kom met fruit. Ze kijkt niet op.

“Een voorafje, Ilse?” fluister ik. “Heb je gezien wat je de afgelopen dagen allemaal gemist hebt? Je kunt het nu inhalen, lieverd. Alles. Alles. Alles.” Maar ze kijkt niet op.

Ze wil het niet te gek maken. Zou Marja boos zijn? Ze zegt niets. Maar het smaakt toch net wat minder goed dan ze dacht. Halverwege de ochtend op het strand begint de honger. Het verlangen. De leegte.

Ik dans op haar zonnehoed. Dat heb je al lang niet meer gevoeld hè? Dat is weer die lekkere trek. Heerlijke rammelende, opgeblazen, knallende honger. Je hebt eten nodig, Ilse. Koolhydraten. Nu!

Tegen Marja zegt ze dat ze even naar haar kamer moet. Onderweg pakt ze snel koekjes van het koffiebuffet.

Ik huil van trots.

Bij de lunch is er geen houden meer aan. Wrap. Pizza. Warme broodjes. Zoete hapjes. Schaaltje friet. Mayonaise. Cocktail. Gejaagd eten. Snel. Alles tegelijk. Ze vraagt aan Marja: “Ben jij nou niet jaloers?” “Nee,” zegt Marja. “Ik blijf liever de baas over wat ik eet in plaats van andersom.”

Ik smijt een frietje op de grond. Wat een kutopmerking. Arme Ilse. Ze doet het juist zó goed!

’s Middags zitten ze samen op het balkon. Ilse voelt zich msselijk, vol en vies. Ze heeft het zuur. “Ik voel me echt ellendig.” “Ja,” zegt Marja. “Dat is wat het doet.” “Het was het niet waard.” Ze staat op het punt te huilen. “Het was even lekker, maar daarna… alsof ik werd overgenomen. Alsof er alleen maar meer in moest.” Waarom trap ik hier altijd weer in? denkt ze. Het was geen genieten. Het was verliezen. Mijzelf.

Marja kijkt haar aan. “Zullen we het herstelplan nog eens lezen?” “Ja,” zegt Ilse. “Alsjeblieft wel.”

Ik verslik me in mijn dropveter. Wát?? Niet dat vreselijke plan van TheNewfood! Niet dat ellendige document vol herstel en structuur en vooral meteen! Geen tel later. Oh, nee! Laat mij hier niet alleen! “Ilse, je hebt nog niks gehad! Je hebt amper geproefd! En nu wil je alweer stoppen? Niemand weet wat keto met je doet. Je krijgt vast tekorten. En rimpels. Of een ketovergiftiging. Hou toch op met die onzin.”

Maar ze horen me niet meer.

Die avond scheppen ze hun bord weer vol bij de barbecuehoek. Gegrild vlees. Vis. Groenten. Kruidenboter. Truffelboter. Olijfolie. Er verschijnt een glimlach op Ilse’s gezicht. Ze zucht diep. “Dankjewel, Marja. Dankjewel dat je bij me bent gebleven. En niet boos bent geworden.” Marja knikt. “Het is oké. Het had mij ook kunnen gebeuren. Ik ben blij dat het je gelukt is om te stoppen.” Ilse zit er nog wat verslagen bij: “Ik snap nu ook wel hoe zoiets compleet uit de hand kan lopen.”

Ik lig onder tafel met een servet over m’n hoofd. Het is donker hier. Mijn leven is een hel geworden. Wat een misselijkmakende vertoning. Een herstelplan, doodzonde is het! Ik had zo’n mooie vakantie voor haar in gedachten. Met ladingen koolhydraten, slapeloze nachten, buikpijn, nog veel meer aanvallen van het zuur. En ook veel drama en zussenruzies… Maar goed. Ik wacht wel weer. Nog negen dagen vakantie. 

Wil je mij nog beter leren kennen? In het Keto & Support Pluspakket krijg je elke dag steun bij verleiding, vallen en opstaan en leer je weer de baas te worden. Ik kom daar zelf ook elke dag even langs!

Delen
Internist Lenzkes adviseert keto

Internist Lenzkes adviseert keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Brian Lenzkes, internist uit Californië. Hij gaf zijn patiënten het bekende advies: minder vet, meer bewegen, calorieën bijhouden, en vooral volhouden. Maar toen zijn eigen gewicht bleef stijgen, zijn energie verdween en de frustratie groeide, begon hij te twijfelen. Waarom voelde hij zich zo slecht, als hij alles ‘goed’ deed? En waarom werd het bij zijn patiënten net zo weinig beter als bij hemzelf?

“Ik zei wat in het handboek stond. Maar mijn lichaam was het er niet mee eens.”

Brian stond dagelijks in zijn spreekkamer en zag mensen met overgewicht, hoge bloeddruk, vermoeidheid, diabetes type 2. Hij gaf advies, schreef medicijnen voor en plande controles in. Alles volgens de voorschriften. Maar er was één probleem: het werkte niet. Niet voor zijn patiënten en ook niet voor hemzelf. Hij had zelf overgewicht. Zijn bloedsuiker was te hoog. Hij was moe.

En naarmate de jaren vorderden, verdween ook zijn plezier in het vak. Hij begon zich af te vragen of het aan hem lag. Was hij gewoon te zwak, te druk, te weinig gedisciplineerd? “Ik dacht: misschien moet ik gewoon nóg minder eten. Maar ik was al chagrijnig, dus dat leek me ook niet handig.”

Hij begon zich in te lezen in koolhydraatarme en ketogene voeding. Iets waar hij eerder vooral schouderophalend aan voorbijging. Maar de theorie maakte ineens zó veel logisch: niet calorieën, maar insuline is belangrijk. Niet minder eten, maar anders eten. Niet vet vermijden, maar koolhydraten beperken. Hij besloot het zelf anders te doen. Minder koolhydraten. Meer vet. Gewoon écht eten. En niet meer de hele dag door.

“Ik dacht: ik probeer het drie weken. Wat heb ik te verliezen? Behalve mijn buik dan.”

Al na een paar dagen voelde hij verschil. Hij had minder trek. Meer energie. Zijn bloedsuiker daalde. Zijn stemming werd beter. En ineens realiseerde hij zich: dit is wat ik al die tijd gemist heb.

“Ik kreeg mijn leven terug. En mijn lunchpauze. Want ik had ineens niet meer elke twee uur een snack nodig.” Hij viel kilo’s af, sliep beter, en kon zijn werk weer met energie doen. Maar misschien nog belangrijker: hij voelde zich weer geloofwaardig tegenover zijn patiënten.

Nadat hij zelf herstelde, begon hij zijn patiënten andere vragen te stellen. Niet: hoeveel calorieën eet je? Maar: hoe vaak eet je? Hoe voel je je ná een maaltijd? Hoe reageert je lichaam? Hij stopte met standaardlijstjes en begon echt te luisteren. En hij merkte: mensen voelden zich gezien. Niet aangesproken op hun gedrag, maar erkend in hun worsteling. Hij leerde hen hoe insuline werkt, hoe honger voelt als je lijf ontregeld is, en wat er gebeurt als je eindelijk rust brengt in je systeem met keto.

“Als je je lichaam begrijpt, wordt het geen gevecht meer. Dan wordt het samenwerking.” 

Naast het behandelen van patiënten geeft hij regelmatig lezingen en presenteert hij een podcast om de aandacht te vestigen op het groeiende aantal onderzoeken die het therapeutische succes van deze voedings- en levensstijlbenadering ondersteunen. Brian werd co-host van de populaire podcast ‘Low Carb MD’, waarin hij samen met collega’s, wetenschappers én gewone mensen interviewt over hun keto-verhaal.

Zijn stijl is open, vriendelijk, mild en altijd eerlijk. Hij vertelt over zijn fouten, zijn twijfels, zijn hoop. En hij blijft zeggen: je kunt opnieuw beginnen, op elk moment. “Ik ben geen superman. Maar ik ben wel blij dat ik niet meer elke dag de strijd hoef aan te gaan met een mueslireep.”

Wil jij jezelf ook gezonder eten?

Wil jij ook starten met de aanpak van dokter Lenzkes? Je kunt op een gezonde en effectieve manier beginnen, door de weekmenu’s in de startgidsen te volgen, met of zonder dagelijkse support. Al binnen enkele weken zul je merken dat je je heel veel beter en energieker gaat voelen, al veel gewicht kwijt bent en allerlei kwalen verminderen. Net als de patiënten van deze huisarts.

TheNewFood: aanbevolen door artsen die zelf keto eten.
Ook artsen zoals dr. Brian Lenzkes verwijzen hun patiënten naar TheNewfood, onze boeken, weekmenu’s en aanpak. Waarom? Omdat het werkt. Praktisch, duidelijk en effectief, ook bij insulineresistentie, overgewicht, hoge bloeddruk, koolhydraatverslaving en diabetes type 2, .

Meer keto-zorgprofessionals 

Gary Taubes, een moedige journalist

Keto-pionier Gary Taubes is geen arts, maar wetenschapsjournalist. In 2002, een jaar nadat ik zelf begon met keto, verscheen er een lang artikel van hem in de krant: “What if It’s All Been a Big Fat Lie?”. Een zorgvuldig opgebouwd pleidooi voor keto dat de hele...

Dr. Cyves: de koolhydratenverslavings dokter

In de eerste jaren van zijn carrière als obesitas-chirurg stond Dokter Robert Cywes dag in, dag uit in de operatiekamer. Hij deed maagverkleiningen bij mensen met overgewicht. Duizenden keren sneed hij in buiken, verkleinde hij magen, en hoopte hij dat het daarmee...

Vaatchirurg: Je kunt zelf iets doen!

Dokter Lily Johnston, MD, MPH is een hoogopgeleide vaatchirurg en specialist in metabole gezondheid. Ze werd opgeleid aan topinstituten als de Mayo Clinic en Johns Hopkins, en werkte jarenlang in de frontlinie van de vaatchirurgie. Haar dagen bestonden uit complexe...

Internist Lenzkes adviseert keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Brian Lenzkes, internist uit Californië. Hij gaf zijn patiënten het bekende advies: minder vet, meer bewegen, calorieën bijhouden, en vooral volhouden. Maar toen zijn eigen gewicht bleef stijgen, zijn...

Huisarts Berry: we eten ons ziek!

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook dokter Ken Berry, huisarts in de VS. Rond zijn 35e had hij overgewicht, migraine, en beginnende diabetes. Hij merkte dat het standaardadvies hem niet hielp en zijn patiënten evenmin. Hij ging het anders doen....

Huisarts Haller behandelt met keto

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van keto! Zo ook de Belgisch huisarts Pierre Haller. Hij kwam keto in eerste instantie tegen als oplossing voor zijn eigen gezondheidsklachten. Hij voelde zich moe, merkte dat zijn gewicht toenam, en had steeds minder energie om...

Cardioloog twijfelt aan cholesterolverhaal

Steeds meer artsen ontdekken de kracht van gezond koolhydraatarm/keto. Zo ook dokter Marc Waskowsky, cardioloog in het Isala ziekenhuis te Zwolle. Tegenwoordig adviseert hij zijn patiënten op de hartpoli om de koolhydraten drastisch te gaan minderen, in plaats van dat...

Keto in de spreekkamer bij POH Joke

Joke Postma, POH (praktijkondersteuner) bij huisartsenpraktijk Havelte, viel zelf in een jaar 25 kilo af met de aanpak van TheNewFood en is nu fitter en energieker dan ooit. Ze gunde ook al haar patiënten dit succes en inmiddels adviseren Joke en haar collega deze...

Delen