Cholesterol wordt vaak gebruikt als parameter om te bepalen hoe groot het risico is op het ontstaan van hart- en vaatziekten. De kans is groot dat u dit binnen uw praktijk ook doet. Maar hoe betrouwbaar zijn conclusies die we trekken uit LDL- of totaal cholesterol, als het gaat om het risico op hart- en vaatziekten? En is cholesterol überhaupt wel de boosdoener in dit verhaal?
In dit artikel ga ik in op bovenstaande vraagstukken en besteed ik er aandacht aan, hoe een koolhydraatarme/keto aanpak kan helpen bij het verminderen van het risico op hart- en vaatziekten.
DIRECT NAAR DE SAMENVATTING
1. Feiten over cholesterol
1a. De rol van cholesterol in het lichaam
Het is u uiteraard bekend, dat cholesterol betrokken is bij veel fysiologische processen (zie foto boven). Zonder cholesterol kunnen wij niet overleven. De belangrijkste processen, waarbij cholesterol betrokken is, zijn:
1. Aanmaak van nieuwe cellen en reparatie van kapotte cellen;
2. Aanmaken van hormonen; cholesterol is een onderdeel van hormonen als oestrogeen, testosteron en cortisol;
3. Aanmaak van vitamine D; een essentiële vitamine die onder andere beschermt tegen osteoporose en bijdraagt aan een gezond immuunsysteem;
4. Goede functie van het spijsverteringssysteem: cholesterol wordt in de lever omgezet in galzuren en galzouten die ondersteunen bij de vetvertering en opname van vetoplosbare vitaminen;
5. Bescherming van het zenuwstelsel: de myelineschede wordt gevormd uit cholesterol.
1b. Aanmaak van cholesterol door het lichaam
Vroeger werd aangenomen dat het menselijke lichaam cholesterol vooral uit voeding haalt. Mensen met een hoog cholesterolniveau moesten om die reden cholesterol uit voeding vermijden. Inmiddels blijkt dat cholesterol voornamelijk door het lichaam zelf aangemaakt wordt in de lever en darmen. De hoeveelheid cholesterol uit voeding blijkt nauwelijks van invloed op de hoogte van de cholesterolwaarden in het bloed. Het lichaam regelt dit namelijk zelf en is op zoek naar een continue balans: als het meer cholesterol uit voeding haalt, hoeft het minder cholesterol zelf te maken (en vice versa). (Ref 15)
2. Rol van cholesterol bij ontstaan van hart- en vaatziekten
Binnen de huidige medische behandeling wordt aangenomen dat cholesterol de oorzaak is van hart- en vaatziekten. Er wordt direct geacteerd op een hoog cholesterol: de patiënt krijgt statines voorgeschreven en een vetarm dieet-advies. De reden dat cholesterol de schuld krijgt, lijkt simpel: wanneer iemand hart- en vaatziekten krijgt, is cholesterol daar eigenlijk altijd bij betrokken, meestal in de vorm van plaques. Echter, ergens bij betrokken zijn, betekent niet dat het ook de oorzaak van het probleem is. In deze sectie ga ik daar dieper op in.
2a. Vaatwandbeschadigingen als oorzaak van hart- en vaatziekten
Cholesterol treedt op wanneer er sprake is van vaatwandbeschadigingen. De oorzaak van vaatwandbeschadigingen ligt echter niet bij het hoge cholesterolniveau, maar vooral bij hoge bloedsuikers, (andere gevolgen van) insulineresistentie, het gebruik van transvetten en producten die rijk zijn aan omega 6. Om homeostase in stand te houden, is het cruciaal deze vaatwandbeschadigingen direct te herstellen. Dit is het moment dat cholesterol, en dan voornamelijk LDL-cholesterol, een rol gaat spelen. Dit cholesterol hecht zich aan de beschadigingen, om celherstel te bevorderen. Echter, wanneer er veel vaatwandbeschadigingen ontstaan door continue blootstelling aan bovenstaande veroorzakers, hecht zich veel LDL-cholesterol, waardoor het risico bestaat dat er plaques ontstaan, c.q. aderverkalking.
De kans dat LDL-cholesterol zich hecht aan de vaatwand, en daar problemen veroorzaakt, wordt kleiner wanneer de oorzaak van vaatwandbeschadigingen zoveel mogelijk wordt weggenomen. Dit betekent: zorgen voor stabielere bloedsuikers, het verminderen van de andere gevolgen van insulineresistentie en gebruik maken van gezonde vetten. Het risico op ontwikkelen van hart- en vaatziekten neemt vervolgens af, ongeacht hoe hoog het LDL-cholesterol is. (Ref 12) (Ref 13) (Ref 16)
2b. Cholesterolratio’s bepalen risico beter
Naast het wegnemen van de oorzaak van vaatwandbeschadigingen, is het raadzaam om meer te focussen op de cholesterolratio’s, bij het bepalen of iemand een hoger risico heeft op hart- en vaatziekten. Deze cholesterolratio’s bepalen het risico op hart- en vaatziekten beter, aangezien de balans tussen HDL, LDL en triglyceriden wordt bepaald. Hiermee kan het risico op hart- en vaatziekten beter ingeschat worden, dan wanneer alleen gekeken wordt naar totaal cholesterol of LDL-cholesterol (Ref 14).
Zo vormt een hoog LDL-cholesterol geen risico’s, wanneer er ook sprake is van een hoog HDL-cholesterol. Zolang deze lipiden in balans zijn, wordt het teveel aan LDL-cholesterol ‘weggevangen’, het HDL-cholesterol helpt het LDL-cholesterol op te ruimen. Een hoog LDL-cholesterol vormt wel risico’s in combinatie met een laag HDL-cholesterol. Er is dan niet voldoende HDL-cholesterol aanwezig om het LDL-cholesterol op te ruimen. Dit is te bepalen met de LDL/HDL ratio. (Ref 17).
Wanneer cholesterolratio’s worden bepaald, kunt u uitgaan van de volgende streefwaarden/referentiewaarden:
Ratio triglyceride/HDL is lager dan 2 is goed, lager dan 1 is ideaal.
Ratio LDL/HDL lager dan 3,5 is ideaal. (Ref 17, Ref 18)
Afgezien van het bepalen van de cholesterolratio’s, kan ik me voorstellen dat u alles wilt proberen om mogelijke risico’s uit te sluiten, wanneer uw patiënt toch een hoog totaal cholesterol en LDL-cholesterolwaarde blijkt te hebben. Om die reden stel ik later in dit artikel een aantal aanvullende onderzoeken voor, die mogelijk meer inzicht geven in het risico op hart- en vaatziekten.
2c. Calculator voor cholesterolratio’s
Via onderstaande knop vindt u onze calculator voor cholesterolratio’s. Om de cholesterolratio’s te bepalen heeft u enkel triglyceridenwaarde, HDL-cholesterolwaarde en LDL-cholesterolwaarde nodig. U kunt meerdere metingen invoeren om een beeld te krijgen van het verloop van de ratio’s. De interpretatie van de ratio’s, de waarden en het verloop, gaan uit van de laatste wetenschappelijk inzichten zoals beschreven is onder 2b.
CALCULATOR RATIO'S (ONLINE OF DOWNLOADEN)
Ratio’s zeggen veel meer dan cholesterolwaarden op zichzelf staand. Uiteraard zegt het verloop van de ratio’s nóg meer dan een moment opname. Wij bieden twee mogelijkheden om de ratio’s te berekenen, waarbij ook eerdere uitslagen kunnen worden ingevoerd, zodat het verloop inzichtelijk wordt gemaakt. Dat geldt voor beide mogelijkheden.
ONLINE RATIO CALCULATOR
Hier vindt u de online calculator
DOWNLOADEN RATIO CALCULATOR
De downloadbare calculator kan eventueel per patiënt bij u lokaal worden opgeslagen, en steeds worden aangevuld met nieuwe gegevens.
Hier kun u onze cholesterolcalculator (geprogrammeerd in excel) downloaden
NB Bij de interpretatie van de ratio’s en het verloop gaan we uit van de nieuwste wetenschappelijke inzichten, zoals ook op deze pagina wordt besproken.
3. Koolhydraatarme/keto aanpak als behandelmethode
Inmiddels zijn er onderzoekers die stellen dat koolhydraatbeperking, in de vorm van een strikt koolhydraatarme/keto aanpak, moeten worden overwogen als behandelmethode bij mensen met dyslipidemie en/of een verhoogd risico op hart- en vaatziekten (Ref 4). Uit onderzoek (Ref 2) (Ref 3) blijkt, dat wanneer een patiënt start met deze aanpak, de triglyceriden- en HDL-cholesterolwaarden direct verbeteren. Vaak stijgt het LDL in het begin wel, maar dit is vrijwel altijd tijdelijk. Door verbetering van triglyciriden en HDL-cholesterol, verbeteren de cholesterolratio’s direct, ondanks (tijdelijke) verhoging van het LDL-cholesterol (Ref 3). Op de stijging van het LDL-cholesterol ga ik hieronder verder in.
Daarnaast wordt er ook veel gezondheidswinst waargenomen bij mensen die starten met een koolhydraatarme/keto aanpak. Andere parameters die in verband worden gebracht met het metaboolsyndroom en het risico op hart- en vaatziekten, verbeteren aanzienlijk. Denk hierbij aan: vermindering van buikvet/lichaamsvet, verlaging van triglyceriden, lagere bloedsuikers, lager HOMA-IR en betere insulinegevoeligheid (Ref 3).
3a. Tijdelijk stijging LDL-cholesterol bij koolhydraatarme/keto aanpak
Zoals ik eerder aangaf, wordt er soms een stijging van LDL-cholesterol waargenomen wanneer iemand net begonnen is met de koolhydraatarme/keto aanpak. We zien dat in dat geval LDL-cholesterol op termijn weer lager wordt, vaak zelfs tot een waarde die lager was dan de aanvangswaarde.
Verder is het trekken van conclusies aangaande het LDL-cholesterol pas zinvol op het moment dat iemand stabiel op gewicht is. Bij gewichtsverlies door een koolhydraatrme/keto aanpak. Is er sprake van verhoogde lipolyse en van verminderde opname van LDL-cholesterol door de lever, waardoor meer LDL-cholesterol in het bloed aanwezig is. Ik illustreer dit met een onderzoek waarin proefpersonen een periode vastten (totale abstinentie van eten), waardoor ze in ketose kwamen (mensen die koolhydraatarm/keto eten komen ook in ketose, dit is dus vergelijkbaar). Uit dit onderzoek blijkt dat vasten ervoor zorgt dat totaal cholesterol, LDL-cholesterol en Apo B significant toenemen, terwijl HDL en triglyceriden gelijk blijven. De toename van het totaal cholesterol, LDL-cholesterol en Apo B wordt door de onderzoekers in verband gebracht met gewichtsverlies. Het grootste gedeelte van het cholesterol is namelijk opgeslagen in lichaamscellen, voornamelijk vetcellen. De reden van de stijging ligt bij verhoogde lipolyse en verminderde opname van LDL-cholesterol door de lever als gevolg van een lager insulinepeil tijdens het vasten (Ref 1) Ref 2) (Ref 5) (Ref 6) (Ref 7).
Naast gewichtsverlies zijn er nog enkele andere redenen die een hoog LDL-cholesterol kunnen verklaren. Het is goed om te onderzoeken of één van deze redenen bij uw patiënt mogelijk een rol spelen:
– Het lichaam maakt gebruik van vetten als brandstof en heeft dus een grotere behoefte aan vetten in de bloedstroom om zo alle cellen te kunnen voorzien van brandstof. Deze vetten worden getransporteerd als lipoproteïnen. Kenmerkend hierbij is een laag triglyceridengehalte. Dit is kenmerkend voor mensen die strikt koolhydraatarm/keto eten.
– Het lichaam is aan het herstellen van een infectie of verwonding. Voor celherstel en -opbouw is cholesterol nodig.
– Er is sprake van een chronische infectie of verwonding, die het lichaam graag wil oplossen, maar waar het niet in slaagt. Dit kan leiden tot een blijvend hoog LDL-cholesterol. (Ref 8)
3b. Normalisatie LDL-cholesterol
In de afbeelding (Ref 2) hieronder, kunt u zien dat de normalisatie van het LDL-cholesterol in de meeste gevallen zo’n 6 maanden duurt. Mijn ervaring is dat het in sommige gevallen langer kan duren, maar dat de waarden vrijwel altijd binnen een jaar normaliseren. Wanneer iemand nog veel gewicht verliest of heeft te verliezen, kan dit langer duren. Hierboven gaf ik ook al aan dat het erg belangrijk is dat uw patiënt al enkele maanden redelijk stabiel op gewicht is. Dit wil ik bij deze nogmaals benadrukken.
3c. Aanvullende onderzoeken ter bepaling van het risico op hart- en vaatziekten
Kort samengevat kan gesteld worden dat het risico op het ontstaan van LDL-plaques sterk gereduceerd wordt wanneer iemand koolhydraatarm/keto eet. Toch kan ik me voorstellen dat u graag alle risico’s wil uitsluiten. Om die reden heb ik hieronder een aantal aanvullende onderzoeken opgesomd die gedaan kunnen worden voor een nog betere bepaling van het risico op hart- en vaatziekten.
CAC: Het meest betrouwbare instrument om te bepalen of er sprake is van artherosclerose is een CAC (calciumscan). Vaak wordt gezien dat mensen die koolhydraatarm/keto eten, een lage CAC-score hebben. Uit een lage CAC-score kan geconcludeerd worden dat het risico op hart- en vaatziekten voor de komende jaren minimaal is.
Lp(a): Om het risico op hart- en vaatziekten goed te kunnen bepalen aan de hand van een cholesterolprofiel, is het belangrijk dat onder andere Lp(a) bepaald wordt. Het blijkt dat Lp(a) een grotere rol speelt in het ontstaan van artherosclerose dan LDL-cholesterol, aangezien Lp(a) een hogere affiniteit heeft voor de arteriële proteoglycanen en fibrine. Behandeling van een hoog Lp(a) kan gedaan worden met nicotinezuur. Dit is vooralsnog het enige middel dat het Lp(a) effectief verlaagt (Ref 9).
ApoB: Ook ApoB zal bepaald moeten worden om een cholesterolprofiel en het risico op hart- en vaatziekten goed te kunnen interpreteren en te bepalen. ApoB is een structuureiwit dat sterk in verband wordt gebracht met artherosclerose. Ook mensen met normale cholesterolniveau’s kunnen bijvoorbeeld een verhoogd ApoB hebben, en daardoor een risico lopen op hart- en vaatziekten. Het gaat hierbij vooral om mensen met een verhoogd triglyceridengehalte en een verhoogde mate van insulineresistentie. Wanneer er een hoge ApoB-concentratie (>1,2 g/L) wordt gemeten, kan men er vanuit gaan dat er veel smLDL-deeltjes in het bloed aanwezig zijn. Deze smLDL-deeltjes dringen gemakkelijker de vaatwand binnen dan andere LDL-deeltjes en vormen dus een groter risico op hart- en vaatziekten (Ref 10).
LDL-c en LDL-p: Naast Lp(a) en ApoB zal ook LDL-c en LDL-p bepaald moeten worden, om zo een verhoogd cholesterol goed te kunnen interpreteren. Normaal gesproken wordt er met de LDL test een LDL-c test gedaan. Als deze hoog uitvalt, zou er een groter risico zijn op hart- en vaatziekten. Echter, met deze meting, wordt niet bepaald of het gaat om sm-LDL-deeltjes of grotere LDL-deeltjes. Grote LDL deeltjes zijn minder schadelijk dan kleine geoxideerde deeltjes. Het is daarom belangrijk om te bepalen hoeveel deeltjes (LDL-p) er in het bloed zitten. Iemand kan een hoog LDL cholesterol hebben, maar toch relatief weinig LDL deeltjes in het bloed hebben, waarmee het risico op hart- en vaatziekten veel genuanceerder bepaald kan worden. (Ref 11)
Sportarts Hans van Kuijk (tevens intiatiefnemer Gezond Dorp Leende) is in 2015 begonnen met de koolhydraatarme/keto aanpak. Hij heeft voorafgaand een lipidenprofiel laten bepalen. In 2017 heeft hij dit opnieuw laten doen en daarnaast ook een calciumscan laten doen.
Bepaling |
2015 (voor koolhydraatarm/keto) |
2017 (2 jaar koolhydraatarm/keto) |
Totaal cholesterol |
6,7 |
6,9 |
HDL-c |
0.89 |
1,4 |
LDL-c |
4,8 |
5,0 |
Triglyceriden |
2,17 |
1,06 |
Cholesterol/HDL ratio |
7,5 |
4,9 |
TG/HDL ratio |
5,6 |
1,7 |
Lp(a) |
– |
21 |
ApoA |
– |
1,43 |
ApoB |
– |
1,35;
|
Zoals te zien is, was al voorafgaand aan de start met de koolhydraatarm/keto aanpak, het totaal cholesterol en LDL-c verhoogd. Daarnaast waren cholesterolratio’s sterk afwijkend. Er was geen sprake van medicinale behandeling tegen dyslipidemie. Hans is begonnen met de koolhydraatarme/keto aanpak.
Twee jaar later heeft Hans opnieuw een compleet lipidenprofiel laten prikken. Hieruit bleek dat het LDL en totale cholesterol verhoogd zijn. Volgens de richtlijnen zou dit een reden zijn om te starten met statines. Echter is ook te zien dat zijn HDL en triglyceriden verbeterd zijn. Hierdoor zijn zijn ratio’s sterk verbeterd.
Aanvullend heeft Hans een Lp(a), ApoA en ApoB laten bepalen, allen vallen ruim binnen de referentiewaarden. Daarnaast kwam uit de CAC-scan een score van 0. Aan de hand van het complete profiel kan worden geconcludeerd dat er geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten is, en dat behandeling met statines niet hoeft te worden opgestart.
3d. ‘Hyperresponders’ en mensen met FH
Hyperresponders zijn mensen die na aanvang met een koolhydraatarme/keto aanpak een sterk verhoogd LDL-cholesterol krijgen. Dit geldt ook voor mensen met familiaire hypercholesterolemie (FH). Zoals hierboven beschreven, is een stijging van het LDL-cholesterol te wijten aan factoren als gewichtsverlies, verhoogde lipolyse en energievoorziening vanuit het vetmetabolisme in plaats van het koolhydraatmetabolisme. Dat geldt ook voor hyperresponders en mensen met FH. Bij beide groepen zien we dat LDL-cholesterol in de meeste gevallen in de loop der tijd lager wordt en dat choletserol-ratio’s altijd verbeteren. In enkele gevallen blijft het LDL-cholesterol hoger dan 9.5 mmol/L.
Uit ervaring kan ik zeggen dat ik enkele mensen heb gezien met een sterk verhoogd LDL-cholesterol, maar waarbij alle andere parameters prachtig waren, inclusief een CAC-score van 0. Het blijkt dus dat deze mensen, ondanks een LDL-cholesterol hoger dan 9,5 mmol/L blaken van gezondheid. Mijn advies is dus om ook bij hyperresponders en mensen met een FH bovenstaande onderzoeken te doen alvorens zij worden ingesteld op medicatie.
Aanvullend kan het verstandig zijn om bij hyperresponders te controleren op hypothyreoidie (d.m.v. TSH en T4, en eventueel T3, rT3 en rT4). Het blijkt namelijk dat bij mensen met een trage schildklier de LDL-receptoren ook minder goed functioneren, waardoor er meer circulerend LDL-cholesterol in het bloed aanwezig is. (Ref 8)
Samenvatting
• Wanneer iemand koolhydraatarm/keto gaat eten, wordt er bij aanvang vaak een stijging van het HDL waargenomen. Deze veranderingen zijn vaak blijvend.
• Wanneer iemand koolhydraatarm/keto gaat eten, wordt er bij aanvang vaak een daling van triglyceriden waargenomen. Deze veranderingen zijn vaak blijvend.
• Wanneer iemand koolhydraatarm/keto gaat eten, wordt er bij aanvang soms een tijdelijke stijging van het LDL waargenomen. Het LDL normaliseert vaak na enkele maanden en wordt vaak lager dan de startwaarde. Vooral afvallen lijkt een grote rol te spelen in het krijgen van een hoger LDL-cholesterol.
• Een hoog LDL is geen betrouwbare graadmeter voor het bepalen of iemand een hoger risico op hart- en vaatziekten heeft.
• Bij een verhoogd LDL-cholesterol is het aan te raden eventueel nader onderzoek te doen. Hierbij wordt geadviseerd de volgende bloedonderzoeken te doen: Lp(a), ApoB en LDL-p.
• Eventueel kan er een calciumscan gedaan worden om te bepalen wat de toestand van de vaten op dat moment is en of iemand een hoog risico op een cardiovasculair event heeft.
• Bovenstaand advies geldt ook voor hyperresponders (mensen met een snel stijgend cholesterol wanneer zij koolhydraatarm/keto gaan eten) en mensen met FH. Een aanvullend advies voor hen is het controleren van de schildklierwaarden.
VERDER LEZEN….
De enige échte behandeling van DM2
Insulineresistentie: meer dan DM2
|
Wie is Lara Schalk? Lara Schalk is verpleegkundige bij TheNewFood. Lara combineert haar schat aan kennis over gezonde koolhydraatarme/keto voeding met haar medische achtergrond. Voor TheNewFood schrijft zij onder meer artikelen en adviseert en begeleidt zij mensen bij deze aanpak. Ook één op één. Kijk hier voor de mogelijkheden, of stuur Lara een bericht. |
REFERENTIES
Ref 1: Berg, J. M., Tymoczko, J. L., & Stryer, L. (2002). Biochemistry 5th Edition & Intoduction to Genetic Analysis 7th Edition & Cd-rom. New York: Macmillan Higher Education.
Ref 2: Shai, I., Schwarzfuchs, D., Henkin, Y., Shahar, D. R., Witkow, S., Greenberg, I., … Stampfer, M. J. (2008). Weight Loss with a Low-Carbohydrate, Mediterranean, or Low-Fat Diet. New England Journal of Medicine, 359(3), 229–241. https://doi.org/10.1056/nejmoa0708681
Ref 3: Mansoor, N., Vinknes, K. J., Veierød, M. B., & Retterstøl, K. (2015). Effects of low-carbohydrate dietsv. low-fat diets on body weight and cardiovascular risk factors: a meta-analysis of randomised controlled trials. British Journal of Nutrition, 115(3), 466–479. https://doi.org/10.1017/s0007114515004699
Ref 4: Gjuladin-Hellon, T., Davies, I. G., Penson, P., & Amiri Baghbadorani, R. (2018). Effects of carbohydrate-restricted diets on low-density lipoprotein cholesterol levels in overweight and obese adults: a systematic review and meta-analysis. Nutrition Reviews, 77(3), 161–180. https://doi.org/10.1093/nutrit/nuy049
Ref 5: Castellana, M., Conte, E., Cignarelli, A., Perrini, S., Giustina, A., Giovanella, L., … Trimboli, P. (2019). Efficacy and safety of very low calorie ketogenic diet (VLCKD) in patients with overweight and obesity: A systematic review and meta-analysis. Reviews in Endocrine and Metabolic Disorders. https://doi.org/10.1007/s11154-019-09514-y
Ref 6: Sävendahl, L., & Underwood, L. E. (1999). Fasting Increases Serum Total Cholesterol, LDL Cholesterol and Apolipoprotein B in Healthy, Nonobese Humans. The Journal of Nutrition, 129(11), 2005–2008. https://doi.org/10.1093/jn/129.11.2005
Ref 7: Krause, B. R., & Hartman, A. D. (1984). Adipose tissue and cholesterol metabolism. The Journal of Lipid Research, 25(2), 97–110. http://www.jlr.org/content/25/2/97.abstract
Ref 8: Feldman, D. (2019, 16 november). Hyper-Responder FAQ. Geraadpleegd op 14 januari 2020, van https://cholesterolcode.com/hyper-responder-faq/
Ref 9: Jeanine E. Roeters van Lennep en Monique T. Mulder (2011). Lipoproteïne(a) als cardiovasculaire risicofactor. Ned Tijdschr Geneeskd. 155:A3582 https://www.ntvg.nl/system/files/publications/a3582.pdf
Ref 10: M. Castro Cabezas en A. Liem (2003). Apolipoproteïne B in de klinische praktijk ter bepaling van het atheroscleroserisico. Ned Tijdschr Geneeskd;147:1445-8 https://www.ntvg.nl/artikelen/apolipoprote%c3%afne-b-de-klinische-praktijk-ter-bepaling-van-het-atheroscleroserisico/volledig
Ref 11: Cromwell, W. C., Otvos, J. D., Keyes, M. J., Pencina, M. J., Sullivan, L., Vasan, R. S., … D’Agostino, R. B. (2007). LDL particle number and risk of future cardiovascular disease in the Framingham Offspring Study—Implications for LDL management. Journal of Clinical Lipidology, 1(6), 583–592. https://doi.org/10.1016/j.jacl.2007.10.001
Ref 12: Facchini, F. S., Hua, N., Abbasi, F., & Reaven, G. M. (2001). Insulin Resistance as a Predictor of Age-Related Diseases. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 86(8), 3574–3578. https://doi.org/10.1210/jcem.86.8.7763
Ref 13: Simopoulos, A. P. (2008). The Importance of the Omega-6/Omega-3 Fatty Acid Ratio in Cardiovascular Disease and Other Chronic Diseases. Experimental Biology and Medicine, 233(6), 674–688. https://journals.sagepub.com/doi/10.3181/0711-MR-311
Ref 14: Millán , J., Pintó , X., Munoz , A., Zúñiga , M., Rubiés-Prat , J., Pallardo , L., … Pedro-Botet, J. (2009). Lipoprotein ratios: Physiological significance and clinical usefulness in cardiovascular prevention. Vascular Health and Risk Management, 757. https://doi.org/10.2147/vhrm.s6269
Ref 15: Harvard Health Publishing. (2019, 31 juli). How it’s made: Cholesterol production in your body. Geraadpleegd op 29 januari 2020, van https://www.health.harvard.edu/heart-health/how-its-made-cholesterol-production-in-your-body
Ref 16: Ginsberg, H. N. (2000). Insulin resistance and cardiovascular disease. Journal of Clinical Investigation, 106(4), 453–458. https://doi.org/10.1172/jci10762
Ref 17: Ivor Cummins. (2014, 4 augustus). Cholesterol Conundrum – Know Your Metrics. Geraadpleegd op 18 februari 2020, van https://www.youtube.com/watch?v=YRFRRqe0vrE&t=5s
Ref 18: https://thenewfood.nl/arts-beter-cholesterol-zonder-pillen/
UPDATE
In de Telegraaf (bijlage Vrouw) stond een uitgebreide reportage over Delia, waarin ze vertelt hoe ze haar leven terugkreeg door anders te gaan eten met de aanpak van TheNewFood.
Delia (53 jaar) kreeg in 2013 een hartaanval en moest met spoed worden opgenomen in het ziekenhuis. Ze bleek toen al ernstig diabetes type 2 te hebben met een HbA1c van 147. Steeds meer gezondheidsproblemen volgden. Ze moest afvallen van haar artsen, maar dat lukte maar niet. Gelukkig ontdekte ze de TheNewFood. Met deze aanpak lukte het haar wel om af te vallen, en van haar diabetes type 2 af te komen.
Je bleek dus al langer diabetes type 2 te hebben?
“Ja! Natuurlijk schrok ik hier enorm van; ik had het niet zien aankomen. Het is heel veel, wat er dan allemaal gebeurt. Ik moest meteen aan de medicatie natuurlijk, ik kreeg metformine, gliclazide en cholesterolverlagers. Ik heb zelfs een periode insuline gespoten.
Ik heb ook nooit geweten dat je door diabetes een hartaanval kunt krijgen. Maar dat schijnt dus regelmatig voor te komen. Het bleef maar door mijn hoofd spoken dat me dit was overkomen, terwijl ik dacht meestal wel gezond te eten. Ik heb ook altijd veel aan beweging en sport gedaan.”
Je werd steeds dikker?
Helaas werd ik steeds dikker en ik kreeg te horen dat ik af moest vallen. Ik wilde er alles aan doen om weer gezond te worden, dus heb ik allerlei diëten geprobeerd. Uiteindelijk at ik bijna alleen maar rauwkost… En toch bleef ik aankomen! Ik weet nu dat het waarschijnlijk door de medicatie kwam, maar toen was ik ten einde raad.
Ik had ook de STARTGIDS van TheNewFood in huis gehaald. Deze had ik goed doorgelezen, maar vervolgens weer terug in de kast gelegd: ik durfde het niet aan. Ik zou allemaal dingen moeten eten die me ten strengste waren afgeraden. Die vetten waren immers niet gezond… Ik wilde naar een diëtiste.”
Wat was het advies van de diëtiste?
“Toen ik uiteindelijk bij de diëtiste kwam, bleek dat ze bekend was met een koolhydraatarme/keto aanpak. Ze vertelde me dingen die me erg bekend voorkwamen: ik herkende dit vanuit de STARTGIDS. Ik vertelde haar dat en ze vroeg me het boek mee te nemen.
Zo gezegd, zo gedaan… Ik nam de startgids mee naar de volgende afspraak. Ze was blij verrast en stond volledig achter de aanpak, ze gaf zelfs aan me hierbij te willen begeleiden. Ik ben de volgende dag direct begonnen met de weekmenu’s en die begeleiding was niet nodig.”
Werkte je arts mee?
“Ik kreeg toestemming van mijn internist om de bloedsuikerverlagende medicatie al direct te laten staan. Dat ging meteen heel goed! Ik kreeg zelfs te lage waardes en wist niet zo goed wat ik moest, want dit was ik niet gewend… Ik heb toen mijn huisarts gebeld. De doktersassistente gaf aan, dat ik een boterham moest eten om mijn bloedsuiker weer omhoog te krijgen. Uiteindelijk at ik een koolhydraatarme boterham.
Geen ‘gewone’ boterham, want ik had eindelijk een manier gevonden om mijn bloedsuiker lager te krijgen en ik was vastbesloten nooit meer koolhydraatrijk te eten! Na enkele dagen was mijn lijf gewend aan deze aanpak en ik begon me zekerder te voelen. Ik hield me strikt aan de weekmenu’s: die koolhydraatarme boterhammen waren nooit meer nodig!”
Je bloedsuiker verbeterde dus snel?
“Ja, ik had vanaf dag één eigenlijk al normale bloedsuikers. Toch merkte ik na een paar weken, dat mijn bloedsuikers weer wat gingen schommelen. Mijn diabetesverpleegkundige zei dat dit normaal was. Ik hoefde me helemaal geen zorgen te maken! Ik moest vooral doorgaan en volhouden. Dat was niet moeilijk, want ik voelde me fantastisch. Ik viel snel af en had er het volste vertrouwen in.”
Hoe bevalt het eten?
“Ik eet echt heerlijk! Nee, ik mis helemaal niets, het is zoveel lekkerder dan al dat magere en light eten. Ook zo fijn dat je nooit meer honger hebt. Het is allemaal makkelijk en er is zoveel keuze in de boeken. Naar mijn werk is het ook heel goed te doen. Ik neem de lekkerste dingen mee, soms laat ik collega’s proeven en dan zijn ze stomverbaasd!
Dat je zo lekker kunt eten en dan toch kunt afvallen en zoveel gezonder worden: dat kunnen ze bijna niet geloven. Zij zaten ook altijd op dat vetarm natuurlijk en dit is zo anders. Al heel wat collega’s zijn ook aan de boeken begonnen. Sommigen met het hele gezin en ze zijn allemaal al flink afgevallen.”
Gebruik je nu nog medicatie?
“We zijn nu een jaar verder. Mijn bloedsuikers zijn nu fantastisch: nuchter rond de 4.5 mmol/L en ook mijn HbA1c is normaal: 41. Niet alleen ben ik van de medicatie af, ook ben ik dertig kilo afgevallen. Eindelijk heb ik weer een gezond gewicht! Sporten gaat weer goed en ik voel me een compleet ander mens, vrolijker en energieker.
Mijn specialist zei laatst nog: Ik weet niet wat je aan het doen bent, maar ga vooral zo door!”
“Ik ben inmiddels ook gestopt met de cholesterolverlagers. Dat heeft wel even geduurd. Ik had veel bijwerkingen, maar durfde eigenlijk niet te stoppen vanwege mijn hartproblemen. Maar mijn waardes waren wel al verbeterd door het koolhydraatarme/keto eten. Uiteindelijk zei de huisarts dat ik wel een poosje kon stoppen, om te kijken hoe dat zou gaan. Toen heb ik de stoute schoenen aangetrokken en heb ik dat dus gedaan. En het gaat goed! De bijwerkingen zijn verdwenen.”
Wat wil je anderen meegeven?
“Ik begrijp dat het voor anderen soms onwerkelijk lijkt, maar heb vertrouwen in deze aanpak. Ik ben er een levend bewijs van, hoe goed deze aanpak werkt! Laat je niet uit het veld slaan door eventuele tegenslagen, maar ga door! Uiteindelijk kan jij ook bereiken wat ik heb bereikt…
Ik ben nu zó gelukkig. Ik kan mezelf nu ex-diabeet noemen en ik ben weer helemaal gezond! Dat gun ik iedereen! Het enige waar ik spijt van heb, is dat ik hier niet veel eerder mee ben begonnen. Want dat had me veel ellende kunnen besparen. Dus ga ervoor! En niet een beetje halfhalf, maar voor honderd procent, je bent het waard!”
Wil jij ook jouw ervaring met deze aanpak delen? Laat het ons weten! Wij nemen persoonlijk contact met je op voor een interview. Laten we nog meer mensen inspireren om anders te gaan eten en weer slanker, energieker en gezonder te worden!
VERSLA OOK DIABETES 2 MET EEN GEZOND KOOLHYDRAATARM/KETO MENU!
Zij zijn veel afgevallen!
Zij versloegen diabetes 2
Ik heb een belangrijke vraag aan je: stel je wordt levensgevaarlijk ziek van pinda’s en je kunt dan alleen gered worden door medicijnen. Je hebt dus een pinda-allergie. Wat doe je dan? Ga je dan toch pinda’s eten? Welnee, dan eet je geen pinda’s natuurlijk! Logisch toch?
Ik heb nog een belangrijke vraag: stel je wordt levensgevaarlijk ziek van het eten van koolhydraten en je kunt dan alleen gered worden door medicijnen. Je hebt dus diabetes type 2 (ofwel suikerziekte). Wat doe je dan? Ga je dan toch koolhydraten eten? Welnee, dan eet je geen koolhydraten natuurlijk! Logisch toch?
Een simpele vraag en het antwoord is eigenlijk ook heel simpel. Alleen, dit is niet wat we doen. Want mensen met diabetes type 2 eten gewoon koolhydraten. En moeten dan een paar keer per dag pillen nemen of medicatie in zichzelf spuiten om die koolhydraten er weer uit te halen zodat ze in leven blijven. Dat is toch niet logisch?
ALS BEPAALD ETEN JE ZIEK MAAKT MOET JE HET NIET ETEN
Mensen met diabetes type 2 worden ziek van (teveel) koolhydraten, omdat hun lijf er niet goed mee kan omgaan. Wanneer bepaald eten je ziek maakt dan moet je dat niet meer eten. En precies op die manier kun je dus heel makkelijk diabetes 2 terugdraaien. En genezen!
Toch wordt koolhydraatarm/keto eten gezien als een soort wondermiddel. Of iets ‘nieuws’. Of ‘gevaarlijks’. Maar dat is het allemaal niet; het is niets anders dan het wegnemen van de oorzaak van de ziekte. Net als geen pinda’s eten als je daar levensgevaarlijk ziek van wordt.
WAT GEBEURT ER NORMAAL ALS JE DOKTER DIABETES TYPE 2 CONSTATEERT?
Wanneer je diabetes type 2 blijkt te hebben, dus wanneer jouw lijf niet goed met koolhydraten om kan gaan waardoor je bloedsuikers verhoogd blijven, dan schrijft je huisarts je pillen of spuiten voor. Die pillen en spuiten moeten de koolhydraten die je hebt gegeten, uit je bloed halen, omdat je lijf dat zelf niet meer kan of wil, waardoor je ziek wordt.
KUNNEN PILLEN EN SPUITEN DIABETES TYPE 2 GENEZEN?
Nee. Het is een doekje voor het bloeden. Pillen en spuiten kunnen de koolhydraten (die allemaal worden omgezet in suiker) uit je bloed vissen, maar ze kunnen er niet voor zorgen dat die suiker wegblijft uit je bloed. Want steeds als je koolhydraten eet, komt er weer een nieuwe lading suiker in je bloed.
Je lichaam wil deze oplossing met pillen en spuiten ook helemaal niet. Want in de loop van de jaren heb je steeds meer pillen en spuiten nodig om die suikers uit je bloed te halen. Je wordt nooit meer beter, je wordt alleen maar zieker en zieker.
KAN KOOLHYDRATEN LATEN STAAN DIABETES TYPE 2 WEL GENEZEN?
Ja! Simpelweg: als je lijf niet kan omgaan met zoveel koolhydraten dan stop je met eten wat je ziek maakt. Net als bij een pinda-allergie. Het resultaat: je hebt geen medicatie (meer) nodig. En je bent niet meer ziek. Logisch toch?
IS KOOLHYDRAATARM ETEN OM DIABETES 2 TE STOPPEN NIEUW?
In 1917 wisten ze dit allemaal al. Dat was voordat er pillen en spuiten kwamen die mensen uiteindelijk eigenlijk alleen maar zieker maakten. In 1917 kregen mensen met diabetes 2 het advies om koolhydraten te schrappen uit hun menu. Een strikt koolhydraatarme/keto aanpak dus.
Artsen adviseerden toen dus om de oorzaak weg te nemen. Terwijl ze nu vooral bezig zijn om de gevolgen te behandelen. Omdat artsen tegenwoordig de oorzaak niet wegnemen, kunnen ze mensen niet genezen van diabetes 2. Daarom zeggen ze tegen hun patiënten: je wordt nooit meer beter. Is dat eigenlijk niet heel raar?
EEN EEUWENOUD RECEPT!
Zie hier het ‘bewijs’ dat deze simpele oplossing al eeuwenoud is!
Hiernaast een meer dan 100 jaar oud recept voor kaassoufflé! Deze foto komt uit een kookboekje voor diabeten uit 1917. Via deze link kun je het hele kookboek bekijken.
Wil jij ook de oorzaak van diabetes type 2 aanpakken?
Als je nu denkt: ik wil niet meer ziek zijn, ik wil geen pillen en spuiten meer en uiteindelijk steeds zieker worden. Dan nodig ik je uit om het anders aan te pakken. Op de ouderwetse manier! Op ‘onze manier’. Al binnen een dag zakken je bloedsuikers! De meeste mensen kunnen al binnen enkele weken helemaal stoppen met insuline en bloedsuikerverlagende pillen.
Ex-diabeet Marcel: “ “Het is toch ook bijna niet te bevatten. Je ziet je ochtendwaardes zakken naar 5 of 6 en je denkt klopt dit wel? In het begin heb ik vaak opnieuw gemeten, omdat ik dacht dat er iets met de meting niet goed was gegaan!” (lees hier het verhaal van Marcel).
BLOEDDRUK EN CHOLESTEROL verbeteren ook heel snel. Medicatie kan vaak al binnen enkele maanden helemaal worden afgebouwd.
Hoe kunnen wij jou helpen?
Informatie & stappenplan Wil je starten met een koolhydraatarme/keto aanpak om zo snel mogelijk van je diabetes type 2 af te komen? Op deze pagina vind je een stappenplan. Je kunt daarmee direct aan de slag gaan.
Persoonlijke hulp Wij kunnen je ook persoonlijk helpen als je het liever niet in je eentje doet (maar een groep niet prettig vindt); want dat is best spannend en misschien ben je er wat onzeker over. Verpleegkundige Lara Schalk kan je 2 maanden begeleiden voor een speciale lage prijs. Hier vind je meer informatie over persoonlijke begeleiding bij diabetes 2 omkeren.
Steeds meer zorgprofessionals komen tot inkeer!
Gelukkig komen er steeds meer zorgprofessionals die het anders aanpakken. Zij richten zich wel op gezonde koolhydraatarme/keto voeding, als belangrijk onderdeel van de behandeling en ter preventie van gezondheidsproblemen. We zijn enorm blij met deze professionals! Hier vind je een aantal van deze zorgprofessionals.
|
Dit artikel heb ik geschreven samen met Lara Schalk. Heb je nog vragen na het lezen van deze informatie? Stuur me even een bericht. Matty Barnhoorn TheNewFood |
|
Wie is Lara Schalk? Lara Schalk is verpleegkundige bij TheNewFood. Lara combineert haar schat aan kennis over gezonde koolhydraatarme/keto voeding met haar medische achtergrond. Voor TheNewFood schrijft zij onder meer artikelen en adviseert en begeleidt zij mensen bij deze aanpak. Ook één op één. Kijk hier voor de mogelijkheden, of stuur Lara een bericht. |
BOEKEN Koolhydraatarm/keto eten
Succesvolle praktische aanpak met makkelijke koolhydraatarme/KETO menu's en heerlijke recepten voor elke dag.
Vaatchirurg dokter Haroun Gajraj besloot te stoppen met cholesterolverlagende medicijnen en in plaats daarvan te beginnen met een gezonde koolhydraatarme/keto aanpak, inclusief roomboter en veel eieren op het menu. Hij onderzocht het effect. “Je zou verwachten dat een dieet vol verzadigde vetten een negatieve uitwerking op mijn cholesterol meting zou hebben – maar nee, de waarden daalden verder en zelfs zeven maanden later zijn ze nog altijd laag.”
Hij viel af, vooral rond de maagstreek. “Inmiddels leef ik al zeven maanden met dit dieet en zonder cholesterolverlagende medicatie. Ik ben 58 en slik geen enkele medicatie en voel me beter dan ik me in jaren heb gevoeld. Ik maak me echter wel zorgen om de voorstellen om mensen eerder cholesterolverlagende medicijnen voor te schrijven.”
Bijwerkingen
Bij zijn eigen arts melde dokter Gajraj hij dat het nemen van medicatie hem bijwerkingen opleverde die vervelend waren, ondanks dat dit niet het geval was. “Hij reageerde nauwelijks. Bewijzen vanuit de farmaceutische industrie dat afgelopen maand gepubliceerd werd – bewijs waarvan ik vermoed dat de data voornamelijk afkomstig is uit de farmaceutische industrie – suggereert dat bijwerkingen zeldzaam zijn. Eerdere studies hebben echter al aangetoond dat een op de vijf mensen die cholesterolverlagende medicatie innemen lijden aan bijwerkingen; van spierpijn en diarree tot geheugenverlies en wazig zicht.”
Koolhydraatarm
“De grote verandering in mijn leefstijl die ik heb doorgevoerd sinds te zijn gestopt met cholesterolverlagende medicatie is het schrappen van suikers en veel koolhydraten en het eten van meer dierlijke vetten. Veel experts geloven inmiddels dat suikers de werkelijke slechterik zijn wat betreft hartaandoeningen.
“Er is inmiddels ruimschoots bewijs dat verzadigde vetten niet de veroorzakers zijn van hartaandoeningen. Zoals de recente analyse van 70 studies uitgevoerd door de universiteit van Cambridge.” Vertelt Dr Gajraj. Hij geeft aan dat cholesterol verlagende middelen, wat hem betreft, alleen voorgeschreven dienen te worden voor mensen die daadwerkelijk een hartafwijking hebben. “Maar dat is vooral omdat ze ontstekingsremmend werken door CRP (C-reactief eiwit) verlagend werken. Dit kan echter ook worden bereikt met lichaamsbeweging, het verminderen van gewicht en omega 3 supplementen. In feite zijn ze dus ook dan niet nodig.”
Geen bewijs
Dr Gajraj benadrukt dat het streven naar een zo laag mogelijk cholesterol niet klopt. “Bij een recent onderzoek in Noorwegen waarbij 52,000 mannen en vrouwen 10 jaar lang werden gevolgd bleek dat vrouwen met een laag totaal cholesterol een groter risico liepen te overlijden, aan hartafwijkingen of andere oorzaken, waaronder kanker. Dit bevestigd vindingen van eerdere studies.”
Hij geeft ook aan dat bij mannen bleek dat zowel een hoog als een erg laag cholesterol verbonden leek te zijn met overlijden. Waarden tussen de 5mmol/l and 7mmol/l werd als optimaal genoemd. Dit bleek al het nationale gemiddelde van Noorwegen te zijn. “Daarnaast worden in een aantal studies hoog cholesterol bij ouderen in verband gebracht met verlengde levensduur.”
Grotere kans op diabetes door medicatie
Voor Dr Gajraj was de keus om te stoppen met cholesterolverlagende middelen een bewuste en goeddoordachte keuze. “Alle vier mijn grootouders en mijn zus hebben diabetes. Onderzoek in Canada heeft aangetoond dat cholesterolverlagende middelen de kans op diabetes vergroten, dus dat geeft me weinig vertrouwen.”
Bron: Vaatchirurg stopt met statines
Koolhydraatarm eten Zó doe je dat!
Succesvolle praktische aanpak met makkelijke koolhydraatarme menu’s en heerlijke recepten voor elke dag.
-
STARTGIDS Boek
€16,45
-
STARTGIDS DEEL 2 Boek
€16,45
-
STARTGIDS DEEL 3 BOEK
€16,45
-
VEGA-STARTGIDS Boek
€16,45
-
EENPANSPECIAL Boek
€16,45
-
OVENSPECIAL Boek
€16,45
-
ZOMERSPECIAL Boek
€16,45
-
ONTBIJT & LUNCHSPECIAL Boek
€16,45
-
SOEPSPECIAL Boek
€16,45
-
KERSTSPECIAL Boek
€16,45
-
STAMPPOTSPECIAL Boek
€16,45
-
VEGA-SPECIAL Boek
€16,45
Ik let altijd op welke keuzes mensen maken bijvoorbeeld in de supermarkt of bedrijfskantine. Het verbaast me steeds weer hoeveel mensen nog kiezen voor margarine om te bakken en voor op brood, terwijl het lang niet zo lekker is als roomboter en zéker niet gezonder. Waarom kiezen mensen het dan toch?
Voor het antwoord op deze vraag moeten we terug naar de jaren ’70 van de vorige eeuw. Toen werd nog gedacht dat roomboter een ongezond product is vanwege de verzadigde vetten. Er kwamen allerlei vervangers voor roomboter op de markt, gemaakt van plantaardige oliën. We dachten toen dat dat gezonder was. We dachten dat nep-eten uit de fabriek gezonder was dan écht eten!
Maar inmiddels weten we dat vetten zoals roomboter niet de oorzaak zijn voor hart-en vaatziektes. Roomboter blijkt zelfs erg gezond! En margarine blijkt helemaal niet zo gezond als we dachten. Helaas is blijkbaar lang niet iedereen hiervan op de hoogte. Daarom geef ik je vier redenen.
Vier redenen waarom je beter voor roomboter kunt kiezen:
1. Roomboter is een natuurproduct gemaakt van melk
Roomboter is gemaakt van twee ingrediënten: Room, afkomstig van melk en eventueel zout. De room wordt gekarnd tot deze dik is. Roomboter ondergaat geen chemische bewerkingen, die de samenstelling verandert. Roomboter is een puur natuur product.
Roomboter bevat van nature vitaminen A, D, E en K. Bovendien zit er kalium, jodium en calcium in. Allemaal onmisbare voedingsstoffen.
Ingrediënten roomboter: Melkvet (room), eventueel zout, water
2. Margarine is een sterk chemisch bewerkt product gemaakt van olie
Margarine (en halvarine) heeft niets te maken met boter. Margarine wordt niet uit melkvetten gemaakt maar uit geraffineerde oliën en vetten. Om margarine wel op boter te laten lijken vinden allemaal chemische bewerkingen plaats en worden chemicaliën toegevoegd die het product nog ongezonder maken. Aan margarine wordt in de fabriek vitamine A en D toegevoegd.
Ingrediënten margarine*: Water, plantaardige oliën 45% (zonnebloemolie(26%), lijnzaadolie(11%), palmolie, koolzaadolie(2%)), emulgatoren (mono- en diglyceriden van vetzuren, zonnebloemlecithine), droge melkbestanddelen, conserveermiddel (kaliumsorbaat), voedingszuur (citroenzuur), vitamines A en D, natuurlijke aroma’s, kleurstof. *Voor elke soort margarine/halvarine geldt een andere samenstelling.
3. Gezonde vetten voor een gezond lijf
Terwijl wij sinds de jaren 70 minder vet zijn gaan eten, is het aantal mensen met diabetes 2 en overgewicht juist enorm toegenomen! Minder vet eten zorgt er blijkbaar niet voor dat je slanker en gezonder wordt.
Uit onderzoeken waarin mensen méér vet en minder koolhydraten aten, blijkt wel dat mensen slanker en gezonder werden, met lagere bloedsuikers en minder kans op hart- en vaatziektes. Meer vet zorgt dus wél voor een slanker en gezonder lijf.
Roomboter bevat tweemaal zoveel vet als margarine. Het vet in roomboter is bewezen gezonder. Roomboter heeft (nog meer dan andere volvette zuivel) een positieve invloed op de kans op hart- en vaatziekten en diabetes type 2, zo blijkt uit steeds meer onderzoeken.
Afname hart- en vatziekten
In Zweden is de bevolking de afgelopen jaren weer steeds meer roomboter gaan eten. Het aantal hart- en vaatziektes in Zweden is in diezelfde periode evenredig afgenomen! Gezonde vetten, zoals roomboter, kokosvet en andere gezonde vetten zijn onmisbaar in een gezond dieet.
Ook in de praktijk zien we vrijwel altijd, dat in korte tijd de bloedwaardes en algehele gezondheid aanzienlijk verbeteren wanneer mensen overstappen op een menu met méér gezonde vetten, volvette zuivel en veel minder koolhydraten. Een effectieve aanpak die ik ook gebruik in de startgids.
4. Roomboter is veel lekkerder!
Niet geheel onbelangrijk: Roomboter is gewoon veel lekkerder! En het verzadigt ook stukken beter dan vele vetarme of vetvrije vervangers.
Mijn advies: Geniet vanaf nu lekker van pure roomboter, het mág! En laat margarine, halvarine en andere ‘nep-boters’ in pakjes, bakjes en flessen bak- en braadproducten vooral staan.
Zij zijn veel afgevallen!
Zij versloegen diabetes 2
BOEKEN Koolhydraatarm/keto eten
Succesvolle praktische aanpak met makkelijke koolhydraatarme/KETO menu’s en heerlijke recepten voor elke dag.
-
STARTGIDS Boek
€16,45
-
STARTGIDS DEEL 2 Boek
€16,45
-
STARTGIDS DEEL 3 BOEK
€16,45
-
VEGA-STARTGIDS Boek
€16,45
-
EENPANSPECIAL Boek
€16,45
-
OVENSPECIAL Boek
€16,45
-
ZOMERSPECIAL Boek
€16,45
-
ONTBIJT & LUNCHSPECIAL Boek
€16,45
-
SOEPSPECIAL Boek
€16,45
-
KERSTSPECIAL Boek
€16,45
-
STAMPPOTSPECIAL Boek
€16,45
-
VEGA-SPECIAL Boek
€16,45
Om te sporten zijn koolhydraten onmisbaar… Velen zijn hiervan overtuigd. Is het waar? In een interview weerlegt professor Tim Noakes, een Zuid-Afrikaanse wetenschapper en emeritus hoogleraar in de divisie Exercise Science and Sports Medicine aan de Universiteit van Kaapstad, de drie grootste mythen rond een koolhydraatarm voedingspatroon en dan vooral in combinatie met hardlopen.
Mythe 1: Vet is levensgevaarlijk
Dit is niet waar. Er is absoluut geen wetenschappelijk bewijs, dat een vetarm dieet gezonder is, of je hart beter beschermt, dan een vetrijk voedingspatroon.
Het is naar alle waarschijnlijkheid juist andersom. Het is waarschijnlijker dat een koolhydraatrijk dieet schade aanricht aan bloedvaten, vooral als je in meer of mindere mate insulineresistent bent. Volgens Noakes is dat de belangrijkste boodschap.
Boter, vlees en kaas
Er is een prachtig boek met de titel ‘The Big Fat Surprise – Waarom boter, vlees en kaas thuis in een gezonde voeding’, geschreven door Nina Teicholz. Nina deed tien jaar onderzoek naar de wetenschap achter het vetarme dieet zoals we dat na 1977 zijn gaan volgen. Zij heeft heel veel wetenschappelijke studies één voor één geanalyseerd op hun tekortkomingen en sterke punten. Zo kwam ze tot de conclusie dat er volstrekt geen wetenschappelijke basis is voor de claim, dat een vetarm dieet gezond is, of dat vetrijke diëten leiden tot hart- en vaatziekten.
Advies op basis van onderzoeken
“Het advies dat uit dit boek komt, is dat een vetrijk dieet vrijwel zeker gezonder is, op elk gebied, dan een vetarm dieet met veel koolhydraten. De wetenschap ondersteunt nu dit advies.” Nina Teicholz concludeert: “Praktisch komt dit neer op het eten van hele vette zuivelproducten, eieren en vlees. Zelfs vet vlees. “
Kortom, al deze rijke verzadigende voedingsmiddelen hebben we onszelf al die jaren voor niets ontzegd. Na tien jaar studie concludeert Teicholz dat we helaas volledig zijn misleid, eerst door de wetenschap en vervolgens door de industrie, waardoor we het tegenovergestelde gingen geloven.
Mythe 2: Koolhydraten zijn onmisbaar voor sporters.
De realiteit is dat de meeste sporters duursporters zijn die trainen en sporten met een betrekkelijk lage intensiteit. 95 procent van alle atleten die dit leeest, loopt waarschijnlijk marathons in meer dan drieënhalf uur en deze atleten doen waarschijnlijk meer dan dertien uur over Ironman triatlons. Dit is een laagintensiteitsoefening. Geen hoogintensiteitstraining, geen krachtsport. Van hoogintensiteitstraining is pas sprake, wanneer atleten vijf kilometer rennen in 15 minuten. Alles daaronder, komt neer op laagintensiteit.
Er is voldoende wetenschappelijk bewijs dat je hier vetreserves voor kutn gebruiken. Met andere woorden: je eigen vetreserves leveren alle energie die je nodig hebt voor deze activiteiten. Mensen die insuline resistent zijn, zoals een groot deel van de Zuid-Afrikaanse bevolking, worden dik van koolhydraatrijk eten. Dat helpt niet bij het neerzetten van een sportieve prestatie.
Mythe 3: Koolhydraten zijn nodig voor betere prestaties.
Een recente richtlijn geeft aan dat je 100 gram koolhydraten per uur moet drinken om een concurrerende prestatie neer te kunnen zetten. Dit is onzin. Je kunt misschien een klein beetje koolhydraten nodig hebben, maar als je lichaam gewend is om vet te verbranden, zal het alle energie het nodig heeft, uit vet kunnen halen.
Hardnekkige mythes
Achter elk van deze genoemde mythen gaat een industriële invloed en commerciële invloed schuil. Het is heel belangrijk dat mensen dat begrijpen. Mensen vragen mij vaak: “Is dit een complottheorie?” En het antwoord is nee, dit is gewoon een normale bedrijfsuitoefening. De taak van het bedrijfsleven is niet om u één Coca Cola per dag te laten drinken, maar tien per dag. En als je tien cola’s per dag drinkt, is het hun taak om je er twintig te laten drinken. Dat is het geval.
De nadelige consequentie hiervan is dat als je drie Coca Cola, of meer, op een dag drinkt, dat je gezondheid zal worden aangetast. Maar dat is niet het probleem van het bedrijfsleven. Een bedrijf moet zijn product zien te verkopen.
Argumenten
Mensen moeten begrijpen dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze gezondheid. Het beste is, om zo veel als je kunt, te lezen en alle argumenten te proberen te begrijpen. Ik was zelf vroeger een dikke koolhydraatrijke jongen, en nu ben ik een lange dunne man. Ik heb beide kanten gezien en ik weet nu wat we nodig hebben om gezond en sterk te blijven.
‘Boter, olijfolie, vette room en bacon zijn geen schadelijke voedingsproducten. Integendeel. Vet is het allerbeste voor mensen die gewicht willen verliezen. En er is geen verband tussen het eten van veel vet en hart- en vaatziekten’. Aldus een Zweeds onderzoekscomité dat enige tijd geleden een rapport uitbracht.
Zweden is het eerste land met nationale voedingsrichtlijnen die vetarme diëten de deur wijzen en een vetrijk, lowcarb eetpatroon stimuleren. Die omslag komt na een twee jaar durende, onafhankelijk uitgevoerde studie. Een comité boog zich over maar liefst 16.000 studies op het gebied van eten.
‘Angst voor vet volledig ongegrond’
Lange tijd adviseerde de Zweedse gezondheidszorg de bevolking om vooral verzadigd vet en calorieën te mijden. Koolhydraatarme diëten werden afgedaan als schadelijk, flauwekul en rages die niet op wetenschappelijk bewijs gebaseerd waren. In plaats daarvan spoorden gezondheidsdeskundigen diabetici aan om veel fruit (=suiker) en vetarme producten te eten waar wel veel suiker of kunstmatige zoetstoffen in zaten: gevaarlijke triggers voor suikerverslaafde mensen.
Door dit rapport gaan al die ideeën radicaal overboord. Professor Fredrik Nyström, lid van het comité en fel tegenstander van vetarme diëten liet eerder weten: ‘Het voelt geweldig dat we nu dit wetenschappelijke rapport hebben, en dat de twijfels ten opzichte van lowcarb diëten bij mijn collega’s verdwenen naarmate ons onderzoek vorderde. Als je alle recente wetenschappelijke studies naast elkaar zet, is het resultaat onbetwistbaar: onze diepgewortelde angst voor vet is volledig ongegrond. Je wordt niet vet van vet voedsel, net zoals je geen atherosclerose krijgt van calcium en niet groen wordt van groene groenen.’
Verbeterde gezondheid door Low-Carb
Volgens het rapport zorgt een LowCarb dieet voor een verhoging van het HDL cholesterol (het ‘goede’ cholesterol) en geen enkele nadelige gevolgen voor het LDL-cholesterol (het ‘slechte’ cholesterol). Dit geldt zowel voor het gematigde lowcarb dieet, waarbij minder dan 40 procent van de totale energie-inname uit koolhydraten bestaat, als het striktere lowcarb dieet, waarbij minder dan 20 procent van de totale energie-inname uit koolhydraten bestaat. Daarbij leidt het striktere koolhydraatarme eetpatroon tot verbeterde glucosewaarden voor mensen met obesitas en diabetes en een kleine verlaging van het aantal triglyceriden (een soort vetcellen die zich ophopen in het bloed, red.).
Aardappels of snoep ?
Nyström pleit al lange tijd voor het schrappen van koolhydraatrijke voeding waar veel suiker en zetmeel in zit, om zo gezondere waarden op het gebied van insuline, bloedlipiden en goed cholesterol te verkrijgen. Dit betekent dus: geen suiker, aardappelen, pasta, rijst, zetmeel en brood, en juist meer olijfolie, noten, boter, volvette room, ‘olieachtige’ vis (als zalm, makreel en sardientjes, red.) en grotere stukken vlees. Aangezien aardappelen ook veel glucose bevat, dat ons lichaam omzet in suiker, benadrukt de professor: ‘Als je dat eet, kun je net zo goed snoep eten.’
Dikke, slechte mensen?
Andere ‘wijsheden’ omtrent voeding die de professor resoluut van de hand wijst:
‘Calorieën zijn calorieën, waar ze ook vandaan komen’
‘Het gaat allemaal om het bijhouden van calorieën’
‘Mensen zijn dik omdat ze niet genoeg bewegen’
‘Het ontbijt is het allerbelangrijkste maal van de dag’
Vet verzadigd beter
Nyström: ‘Deze nonsens geven mensen met overgewicht een slecht gevoel over zichzelf. Alsof het allemaal aan hun slechte karakter ligt. Veel mensen voelen zich meer verzadigd als ze vet eten, en blijven dat ook, zodat ze niet meer elke vijf minuten hoeven te eten. Daar staat tegenover dat je je niet verzadigd voelt na het drinken van cola, of na het eten van vetarme fruityoghurt bomvol suikers. Natuurlijk is beweging in vele opzichten geweldig, maar wat echt invloed op je gewicht heeft, is dat wat je eet.’
Bron: Health Impact News
Koolhydraatarme diëten zijn jarenlang als controversieel gezien. Mensen geloofden dat deze diëten een hoog cholesterol veroorzaakte en hart- en vaatziekten. Maar inmiddels zijn er veel bewijzen dat het tegendeel waar is. Een koolhydraatarm dieet zorgt niet alleen voor meer gewichtsverlies maar heeft juist een bijzonder positief effect op de gezondheid!
10 bewezen gezondheidsvoordelen van Koolhydraatarme diëten
1. Makkelijk vol te houden door minder eetlust
De hoofdreden waarom mensen zich ellendig voelen en stoppen met het dieet is honger. Het voordeel van minder koolhydraten eten is dat het de eetlust vermindert. Onderzoeken laten zien dat als mensen koolhydraten weglaten en meer eiwitten en vetten gaan eten, ze minder honger hebben en daardoor uiteindelijk minder calorieën binnen krijgen.
Conclusie: Bij een koolhydraatarm dieet is het makkelijk om minder te eten omdat je minder eetlust hebt.
2. Koolhydraatarme diëten leiden tot meer gewichtsverlies
Koolhydraten beperken is één van de meest simpelste en effectiefste manieren om gewicht te verliezen. Onderzoeken wezen uit dat mensen op een koolhydraatarm dieet meer en sneller gewicht verliezen dan mensen met een caloriearm dieet.
Met een koolhydraatarm dieet verliezen mensen 2 tot 3 keer meer gewicht dan met een caloriearm dieet. En dat zonder honger! Koolhydraatarme diëten zijn effectief gebleken tot 6 maanden. Daarna komt het gewicht langzaam terug als mensen het dieet opgeven en terug gaan naar de oude eetgewoontes.
Koolhydraatarme voeding moet daarom niet gezien worden als een dieet, maar als een eetgewoonte. Dat is de enige manier om blijvend succes te hebben. Voor sommige mensen is het mogelijk om gezondere koolhydraten aan het dieet toe te voegen zodra het streefgewicht is gehaald.
Conclusie: Bijna zonder uitzondering verliezen mensen met Koolhydraatarme diëten meer gewicht dan met andere diëten. Vooral in de eerste 6 maanden.
3. Een groter deel van het vetverlies komt van de buikholte
Niet al het vet in het lichaam is hetzelfde. Waar vet wordt opgeslagen bepaalt hoe het de gezondheid en risico op ziekte beïnvloedt. We hebben vet onder de huid en visceraal vet (vet in de buikholte). Het visceraal vet zit rondom de organen. Te veel van dit vet kan leiden tot ontsteking, insuline resistentie en het visceraal vet wordt beschouwd als de grootste oorzaak van het metabool syndroom, wat een groot risico vormt voor de gezondheid.
Koolhydraatarme diëten zijn zeer effectief om vet in de buikholte te verminderen. Deze diëten zorgen niet alleen voor meer vet verlies dan andere diëten maar ook voor meer vet verlies in de buikholte. Dit zou op lange termijn het risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 verlagen.
Conclusie: Een grote percentage van het verloren vet bij koolhydraatarme diëten komt van de buikholte. Dit vet vormt het grootste gevaar voor de gezondheid.
4. Triglyceriden in het bloed worden verlaagd
Triglyceriden zijn vet moleculen. Het is bekend dat de nuchtere triglyceriden, de hoeveelheid die we na een nacht vasten in het bloed hebben, een sterke risicofactor is voor hart- en vaatziekten. De grootste oorzaak waarom deze triglyceriden in het bloed zitten is de koolhydraat inname en dan met name de suiker fructose. Als mensen minder koolhydraten eten hebben ze een verlaging van de triglyceriden in het bloed. Bij de gewone caloriearme diëten wordt het triglyceriden gehalte in het bloed in de meeste gevallen juist verhoogd.
Conclusie: Koolhydraatarme diëten zijn erg effectief op het verlagen van triglyceriden in het bloed. Oftewel de vet moleculen in het bloed die een groot risico zijn voor hart- en vaatziekten.
5. Verhoging van HDL cholesterol, het goede cholesterol
High Density Lipoprotein (HDL) cholesterol is het goede cholesterol. Eigenlijk is het verkeerd om het cholesterol te noemen want cholesterol is allemaal hetzelfde. HDL en LDL zijn de lipoproteïnen die het cholesterol in het bloed vervoeren. LDL vervoert het cholesterol van de lever naar de rest van het lichaam en HDL haalt het cholesterol uit het lichaam en vervoert het naar de lever. In de lever kan het worden hergebruikt of uitgescheiden.
Het is bekend dat hoe hoger het HDL hoe kleiner de kans is op hart- en vaatziekten. Om HDL te verhogen moet men vet eten en bij koolhydraatarme diëten wordt er veel vet gegeten. Het is daarom niet verassend dat het HDL cholesterol stijgt bij een LowCarb dieet. Terwijl bij diëten laag in vet het HDL cholesterol stabiel blijft of zelfs daalt.
Triglyceriden:HDL ratio is een andere factor om hart- en vaatziekten te voorspellen. Hoe hoger deze is, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten. Door het verlagen van de triglyceriden en het verhogen van het HDL is een LowCarb dieet een verbetering voor deze factor.
Conclusie: Koolhydraatarme diëten hebben een positieve invloed op het cholesterol
6. Sterke verbetering bij diabetes mellitus type 2
Als we koolhydraten eten worden deze in de spijsvertering afgebroken tot simpele suikers, ook wel glucose genoemd. Vervolgens worden ze opgenomen in het bloed en verhogen daarmee de bloedsuikers. Hoge bloedsuikers zijn giftig en daarom haalt het hormoon insuline de glucose uit het bloed en brengt het naar de lever- en spiercellen. Deze cellen kunnen glucose als energiebron gebruiken of opslaan als glycogeen. Bij gezonde mensen voorkomt de snelle reactie van insuline de piek van het stijgen van de bloedsuiker die schadelijk is voor ons. Echter hebben veel mensen problemen met dit systeem. Ze hebben insuline resistentie, waardoor niet alle glucose uit het bloed kan worden gehaald door de insuline. Dit kan uiteindelijk tot diabetes mellitus type 2 leiden. Het lichaam kan niet genoeg insuline produceren om de bloedsuikers te verlagen na een maaltijd. Ongeveer 300 miljoen mensen over de hele wereld hebben deze ziekte.
De simpele oplossing voor dit probleem is koolhydraten verminderen. Hierdoor is er minder insuline nodig om de bloedsuiker te verlagen. Hierdoor verlaagt het insuline én de bloedsuiker.
Volgens Dr. Eric Westman, die veel patiënten met diabetes heeft behandeld met een Lowcarb dieet, moet de dosis insuline met 50% worden verlaagd op de eerste dag. In een onderzoek met diabetes type 2 patiënten had 95,2% de glucose verlagende medicijnen verminderd of helemaal niet meer nodig in 6 maanden tijd.
Mensen die glucose verlagende medicatie gebruiken en starten met een koolhydraatarm dieet moeten regelmatig worden gecontroleerd, omdat de dosis vaak al na enkele dagen kan worden aangepast. Dit is belangrijk om hypoglycemieën te voorkomen.
Conclusie: De beste manier om bloedsuiker en insuline te verlagen is door de koolhydraat consumptie te beperken. Deze manier is ook heel effectief om diabetes mellitus type 2 te behandelen en mogelijk de ziekte te laten verdwijnen.
7. Een koolhydraatarm dieet verlaagt de bloeddruk
Een hoge bloeddruk, ook hypertensie genoemd, is een risicofactor voor meerdere ziektes zoals hart- en vaatziekten, nierziekten, hartaanval en vele andere. Koolhydraatarme diëten zijn effectief in het verlagen van de bloeddruk waardoor de risico op deze ziektes lager wordt.
Conclusie: Onderzoeken wijzen uit dat verminderen van koolhydraten leidt tot een significante verlaging van de bloeddruk. Verlaging van de bloeddruk zou moeten leiden tot een verlaging van de risico op vele ziekten.
8. Koolhydraatarme diëten zijn de meest effectieve behandelingen voor het metabool syndroom
Het metabool syndroom is een medische conditie die wordt geassocieerd met diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten. Het is een verzameling van symptomen:
• Te hoge middelomtrek
• Verhoogde bloeddruk
• Verhoogde nuchtere bloedsuikers
• Verhoogde triglyceriden
• Verlaagde HDL cholesterol
Het goede nieuws is dat alle 5 symptomen verbeteren met een LowCarb dieet! Helaas wordt er door de overheid en gezondheidsinstanties nog steeds een caloriearm dieet geadviseerd, wat niet alleen onderliggende metabole probleem niet oplost, maar het vaak nog verergert!
Conclusie: Koolhydraatarme diëten verbeteren al de 5 symptomen van het metabool syndroom. Een ernstige aandoening die mensen kwetsbaar maakt voor onder andere hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2.
9. Koolhydraatarme diëten verbeteren het LDL cholesterol
Low Density Lipoprotein (LDL) wordt ook het slechte cholesterol genoemd. Het is bekend dat mensen met een hoog LDL cholesterol meer kans hebben op hartaanvallen. Echter hebben wetenschappers ontdekt is dat het uitmaakt wat voor type LDL cholesterol het is. Ze zijn niet allemaal gelijk. De grootte van de deeltjes is belangrijk.
Mensen die het meeste kleine deeltjes hebben een verhoogde risico op hart- en vaatziekten. Terwijl mensen die het meeste grote deeltjes hebben een lage risico op hart- en vaatziekten hebben. Het blijkt dat Koolhydraatarme diëten de kleine LDL deeltjes omzetten naar de grote LDL deeltjes en ondertussen de LDL deeltjes in het bloed verlagen.
Conclusie: Als men een LowCarb dieet eet worden de slechte kleine LDL deeltjes omgezet naar de goede grote LDL deeltjes. Daarnaast helpt verminderen van koolhydraten mogelijk bij het verlagen van het totaal LDL deeltjes in het bloed.
10. Koolhydraatarme diëten werken therapeutisch voor verschillende hersenaandoeningen
Glucose is nodig voor de hersenen. Sommige delen van de hersenen kunnen alleen glucose verbranden. Dat is de reden waarom de lever glucose maakt uit eiwit als we te weining koolhydraten eten. Maar een groot gedeelte van de hersenen kunnen ook ketonen verbranden. Ketonen worden gevormd in tijden van honger of wanneer de koolhydraat inname te laag is. Dit is het mechanisme achter het ketogene dieet die voor tientallen jaren wordt gebruikt om epilepsie bij kinderen te behandelen die niet op medicatie reageren. In de meeste gevallen kan dit dieet de kinderen genezen.
Conclusie: Diëten die erg laag zijn in koolhydraten en ketogene diëten worden nu onderzocht bij andere hersenaandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer en Parkinson.
Bron: De evidence-based health site Authority Nutrition
Een toenemend aantal wetenschappers wijzen erop dat een strikt koolhydraatarm/ketogeen dieet, veelbelovend is bij de behandeling van depressies en bipolaire stoornis. Al 500 jaar voor christus werd aangetoond dat een ketogeen dieet het aantal aanvallen bij mensen met epilepsie met wel 90% kan laten afnemen. Inmiddels is ook het positieve effect van een ketogeen dieet bij Alzheimer, Parkinson en zelfs kanker aangetoond.
Ketogeen dieet
Bij een ketogeen dieet beperk je de koolhydraten tot maximaal 50 gram per dag en verhoog je de vetinname. Gras gevoed vlees, vis, zuivel, noten en avocado zijn hierbij belangrijke voedingsmiddelen.
Professor, Dr. El-Mallakh, gelooft ook dat er een ‘sterke relatie’ is tussen Ketogeen dieet en geestelijke gezondheid. Hij schreef een boek over het onderwerp, bipolaire depressie, en vorig jaar publiceerde twee case studies om zijn bevindingen te staven. ( oa The ketogenic diet for type II bipolar disorder)
Verband tussen voeding en geestelijke gezondheid
Het is vrij nieuw vertelt Michael Berk, professor in de psychiatrie aan de Deakin University School of Medicine in Australië. Maar de resultaten zijn buitengewoon consistent en tonen een verband tussen voeding kwaliteit en geestelijke gezondheid.
Jodi Corbit, een 47-jarige moeder vocht al tientallen jaren tegen heftige depressies toen ze het Atkinsdieet ging volgen in een poging om af te vallen. Tot haar verbazing viel ze niet alleen veel kilo’s af, maar leken ook haar depressies af te nemen. ‘Het was of er een sluier werd opgetild, ik kon het leven weer veel duidelijker zien,’ legt ze uit. ‘Dat veranderde alles.’
Veel vet en weinig koolhydraten
Er zijn meer wetenschappers en artsen die benadrukken dat veel koolhydraten eten slecht zijn voor is hersenen. De neuroloog Dr Pelmutter vertelt in zijn boek ‘Het glutengevaar’ (2013) dat hij wetenschappelijk bewijs heeft gevonden dat granen, koolhydraten en suiker gevaarlijk zijn. Eigenlijk alle voedsel dat gluten bevat.
Vet is je vriend zegt Dr Pelmutter, je hersenen hebben het meeste baat bij een koolhydraatarm vetrijk voedingspatroon.
Uit onderzoek, waarbij 23 studies zijn vergeleken, blijkt opnieuw dat een koolhydraatarm dieet niet alleen goed werkt om gewicht te verliezen, maar dat het ook zorgt voor een afname van het risico op hart- en vaatziekten. Een ander voordeel van een koolhydraatarm dieet is dat het de triglyceriden in het bloed verlaagt en HDL-cholesterol verhoogt wat bij een vetarm dieet niet het geval is.
Bloeddruk en bloedlipiden
Verlaging van bloeddruk zorgt voor minder beroertes en hartfalen. Bij bariatrische chirurgie (beter bekend als ‘maagbandje’) was ook een verlaging van bloeddruk te zien maar deze werd na 5 jaar weer hoger. Triglyceriden in het bloed die ook een risico vormen voor hart- en vaatziekten, worden ook verlaagd door een koolhydraatarm dieet. HDL-cholesterol wordt verhoogt die juist het risico op hart- en vaatziekten tegen gaan. Bij bariatrische chirurgie zijn ook de triglyceriden verlaagd maar is HDL-cholesterol niet verhoogd. LDL-cholesterol is bij bariatrische chirurgie wel verlaagd. Het is interessant dat een koolhydraatarm dieet geen invloed heeft op het LDL-cholesterol terwijl dit dieet veel verzadigd vet bevat. Verzadigd vet zou het LDL-cholesterol verhogen. Mogelijk komt dit door het gewichtsverlies en/of door de hoge inname aan onverzadigde vetten.
Bloedglucose en insuline
Risico op hart- en vaatziekten was verlaagd. De verlaging was niet groot maar wel belangrijk omdat het bij diabetes patiënten en niet-diabetes patiënten werd gevonden. Verlaging van de insuline is interessant omdat verlaging van insuline mogelijk meer invloed heeft op het voorkomen van hart- en vaatziekten dan verlaging van bloedglucose.
Discussie
Bij de onderzoeken waren verschillende koolhydraatarme diëten betrokken, met wisselende hoeveelheden koolhydraten en was het gemiddelde gewicht van de obese personen sterk uiteenlopend. Beide factoren hebben mogelijk invloed op de uitkomsten. Omdat maar enkele onderzoeken een follow-up van 24 maanden had kon er niet gekeken worden naar de lange termijn effecten. De lange termijn effecten van een koolhydraatarm dieet en of het daadwerkelijk invloed heeft op het voorkomen van hart- en vaatziekten moeten nog onderzocht worden.
Opzet van het onderzoek
Het onderzoek vond plaats in januari tot en met maart 2011. Er is op Pubmed, Cochrane en Scopus gezocht naar onderzoeken met de zoekwoorden ‘diet’, ‘trial’ en ‘low-carbohydrate’ vanaf 1980. De onderzoeken werden geselecteerd op het soort onderzoek, namelijk randomized control trials (RCT’s), met meer dan 100 deelnemers, bij volwassenen en minstens een follow-up van 3 maanden (na 3 maanden worden de parameters opnieuw gemeten). Er is gekeken naar de volgende parameters: gewichtsverlies, systolische en diastolische bloeddruk, BMI, middelomtrek, HDL-cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden in het bloed, insuline, nuchtere bloedglucose, CRP, urinezuur, creatinine en HbA1c. Onderzoeken die speciaal naar alleen diabetes patiënten keken of andere ziektebeelden werden niet meegenomen.
In het onderzoek van Santos et.al. (2012) werd door middel van een meta-analyse gekeken naar koolhydraatarme diëten en het effect op gewicht en risicofactoren van hart- en vaatziekten. De parameters die met elkaar zijn vergeleken werden bij dezelfde groep mensen voor en na het koolhydraatarm dieet gemeten. Het dieet werd niet vergeleken met andere diëten. Daardoor kwamen de positieve effecten van een koolhydraatarm dieet aan het licht. Normaal wordt er namelijk vooral gekeken naar welk dieet het beste is.
Bron: Santos, F.L., Esteves, S.S., Da Costa Pereira, A., Yancy Jr, W.S. en Nunes, J.P.L. (2012). Systematic review and meta-analysis of clinical trials of the effects of low carbohydrate diets on cardiovascular risk factors. Obesity reviews: an official journal of the international association for the study of obesity, 2012 (11), 1048-1066.
Het drinken van vruchtensap is door de hoeveelheid suiker potentieel net zo slecht als het drinken van met suiker gezoete dranken, waarschuwen Prof Naveed Sattar en Dr Jason Gill (Cardiovasculair en Medisch Onderzoek, Universiteit van Glasgow). Zij roepen dan ook op tot betere labels op verpakkingen om consumenten duidelijk te maken niet meer dan 150ml vruchten sap per dag te drinken. Medici maken zich zorgen over de hoge suikeropname en ziekten van hart- en bloedvaten.
EFruit drinken is niet gezond
Het idee dat een vruchtensapje net zo gezond is als een stuk fruit zorgt er volgens de onderzoekers voor dat mensen minder snel een limiet stellen aan hun vruchtensap consumptie.
“Veel mensen zien een stuk fruit en een vruchten sapje nog als gelijkwaardige producten terwijl een glas vruchtensap substantieel meer suiker bevat en minder, of zelfs geen, voedingsvezels.” Zo stelt Prof Sattar. “Daarnaast wordt het eten van fruit geassocieerd met een verminderd of neutraal risico op diabetes, terwijl er bewijs gevonden is dat het drinken van veel vruchtensap juist geassocieerd wordt met een verhoogde kans op diabetes.”
7 klontjes suiker per glas
Vruchtensap bevat vitaminen en mineralen die niet in frisdranken zitten, dat wil echter niet zeggen dat het effect van de aanwezige suikers bij het consumeren van grote hoeveelheden sap wordt verminderd, aldus Dr Gill. “Vruchtensap heeft een vergelijkbare energiewaarde en suikergehalte als suiker gezoete dranken. Een glas appelsap van 250ml bevat bijvoorbeeld 110kcal en 26gr suiker en een glas cola bevat gemiddeld 105kcal en 26.5gr suiker.”
Dik en insulineresistent door druivensap
Door middel van een test werd al eens aangetoond dat, ondanks de hoge antioxidant waarden, het drinken van 500ml druivensap per dag gedurende 3 maanden zorgde voor een toename van insuline resistentie en taille omtrek bij mensen met overgewicht.
Weinig besef van suiker in drankjes
Prof Sattar en Dr Gill voerden eveneens een test uit om het publieke bewustzijn betreffende de suikerwaarden van vruchtensap te onderzoeken. Ze deden dit aan de hand van een online poll met een groep van 2000 volwassenen. Deelnemers aan het onderzoek kregen foto’s te zien van de verpakkingen van verschillende non-alcoholische dranken en er werd gevraagd te raden naar de hoeveelheid suiker per weergegeven portie. De suikerwaarden van alle drankjes waren vergelijkbaar. Toch werd de hoeveelheid suiker in vruchtensap en smoothies onderschat met een gemiddelde van 48%. Het tegenovergestelde gebeurde met koolzuurhoudende frisdranken waarbij het suikergehalte gemiddeld met 12% werd overschat.
Onterecht gezond label
“Er lijkt een duidelijke publieke misvatting te bestaan waarbij men er vanuit gaat dat vruchtensap en smoothies een goed ‘laag-suiker’ alternatief zijn voor suiker gezoete drankjes.” Aldus Dr Gill.
Voldoende dierlijke eiwitten houdt ouderen mobiel volgens een Japans onderzoek, gepubliceerd in het Journal of the American Geriatrics Society. Door de verhoogde levensverwachtingen in veel landen ervaren veel ouderen ‘aftakeling’ van cognitieve functies en bij activiteiten in het dagelijkse leven. Dit kan een behoorlijke invloed hebben op de mobiliteit, gezondheid en het welbevinden van ouderen.
Eiwitopname daalt met de jaren
Bij het ouder worden lijkt het vermogen eiwit te absorberen en te verwerken te dalen. Om dit “eiwitverlies” te compenseren, kan de eiwitbehoefte toenemen met de leeftijd. In het onderzoek is de relatie onderzocht tussen de eiwitinname en de functionele capaciteit.
Onderzoek ruim duizend ouderen
Uit onderzoek onder een groep van 1007 ouderen met een gemiddelde leeftijd van 67,4 jaar bleek dat bij een hoge inname van dierlijke eiwitten er 39 procent minder kans was op functionele aftakeling, dan bij ouderen die een lagere inname hadden van dierlijke eiwitten.
Cognitie
De onderzoekers verzamelden gegevens over de eiwitinname via voedselvragenlijsten, en keken naar de invloed die eiwitinname had op de cognitieve functies. De onderzoeksgroepen werden ingedeeld naar inname van dierlijk eiwit, plantaardig eiwit en totaal eiwit.
Volgens onderzoeker Tsubota-Utsugi is het identificeren van voedingsfactoren die bijdragen aan het behoud van een goede functionele capaciteit belangrijk ter voorkoming van toekomstige verslechteringen binnen het dagelijks leven.
Twee keer per week vette vis
Uit eerder onderzoeken was al gebleken dat 2 keer per week vette vis eten (omega-3-vetzuren) het totale sterfterisico met 27 procent verlagen.
Adviezen om minder of geen vetrijke voedingsmiddelen als boter, room en chocola te eten leveren mogelijk een gevaar op voor de volksgezondheid en dienen dringend herzien te worden, waarschuwt vooraanstaande onderzoeker van hart- en bloedvaten Dr James DiNicolantonio (Ithica College, New York). “Deze theorie is gebaseerd op het achterhaalde idee dat verzadigd vet cholesterol verhogend werkt en dus ook een verhoogde kans op hart en vaatziekten oplevert.” Hij pleit dan ook voor nieuwe voedingsrichtlijnen, excuses voor de jarenlange foutieve informatie en grootschalige publieke voorlichting over de impact van koolhydraten en suikers.
Suiker en geraffineerde koolhydraten gevaarlijk
Dr DiNicolantonio wijst suiker en koolhydraten aan als de werkelijke veroorzaker van verhoogd cholesterol en de obesitas epidemie en dringt erop aan dat de richtlijnen aangepast worden. “Er is dringend een publieke voorlichtingsactie, vergelijkbaar met die uit de jaren ‘70 en ’80, nodig om mensen bewust te maken van de gevaren dat een dieet met een hoog gehalte aan koolhydraten en suikers oplevert.”
“Er is niet afdoende bewijst dat een dieet met een laag vetgehalte een positief effect heeft op de gezondheid. Literatuur suggereert zelfs een algemeen gebrek aan effect, goed of slecht, bij een reductie van vetopname.” Stelt Dr DiNicolantonio.
Achterhaalde theorien over vet
De basis voor het idee dat verzadigd vet de voornaamste veroorzaker is van hart- en vaatziekten stamt uit een onderzoek uitgevoerd in de jaren ’50. Hierbij werd een verband gevonden tussen de twee factoren, waarbij de auteur zijn conclusies trok uit data van 6 landen, waarbij een verdere 16 landen, die niet binnen de hypothese pasten, buiten beschouwing werden gelaten. Toch bleef dit onderzoek de basis van de grootschalige publieke voorlichtingscampagnes uit de jaren ‘70 en ’80 waarbij verzadigd vet als de grote boosdoener bij hart en vaatziekten werd aangewezen.
“Experts geloofden dat een reductie van vet in het dieet zou leiden tot minder obesitas en diabetes terwijl het tegenovergestelde waar was.” Dr DiNicolantonio vindt dat de omschakeling van vet naar koolhydraten de volksgezondheid heeft geschaad. Hij suggereert dat de toename van koolhydraten binnen het dieet verantwoordelijk is voor de toename van diabetes en obesitas. Niet alleen in de VS, maar wereldwijd.
Dieet met weinig vet niet gezonder
Het beste dieet voor een langdurige gezondheid van hart en bloedvaten bevat weinig geraffineerde koolhydraten, suikers en bewerkte voedingsmiddelen raadt Dr DiNicolantonio aan. “Dieten met een laag verzadigd vet gehalte helpen niet bij het verlagen van cholesterol, voorkomen van hart- en vaatziekten of het verzekeren van een langer leven.”
Brian Ratcliffe [voedingsprofessor Gordon Universiteit, Aberdeen] is blij met de uitspraken. “De laatste 30 jaar heeft geen duidelijke bevestiging van het dieetadvies volgens de voedingsrichtlijnen betreffende de reductie in opname van vet en verzadigd vet opgeleverd. DiNicolantonio heeft nog niet eens de associatie tussen een dieet met een laag vet gehalte en slechte stemmingen, en zelfs depressie, aangesneden.” Volgens hem hebben vele aanhangers van de huidige dieet theorie gekozen om de oncomfortabele feiten die niet binnen hun hypothesis passen te negeren.
Overgewicht is niet alleen een kwestie van te veel eten en te weinig bewegen, zoals ons altijd is geleerd. Overgewicht wordt veroorzaakt door hormonen. En die hormonen staan vooral onder invloed van wat je eet. “Je hebt wel degelijk goede en slechte calorieën. Voedingsautoriteiten sporen ons aan de verkeerde calorieën te eten.” Aldus wetenschapper Gary Taubes.
De waarheid over voeding
Het probleem van orthodoxe instanties als het Voedingscentrum is dat ze Taubes niet kunnen afserveren als halve gare. Hij is natuurkundige, won drie keer de hoogste Amerikaanse prijs voor wetenschapsjournalistiek en hij deed zijn huiswerk beter dan wie dan ook. Hij is er niet op uit een mening te verkondigen, maar zoekt simpelweg de waarheid over voeding. Dat die niet politiek correct blijkt te zijn, zal hem worst wezen.
Taubes sprak met 600 wetenschappers, spitte 150 jaar onderzoek naar de relatie tussen voeding, overgewicht en welvaartsziekten door en trok de waanzinnig foute conclusie dat de huidige voedingsadviezen niet alleen wetenschappelijke prietpraat zijn, maar dat ze ons vet en ziek maken. Zijn opmerkelijkste boodschap:
Vroeger hield je je bezig met exacte wetenschap. Waarom besloot je je 13 jaar geleden in voeding te verdiepen?
“Ik had me gespecialiseerd in wetenschappelijke dwalingen. Wetenschappers zijn net mensen en zien soms liever wat ze willen zien, dan wat er echt is. Soms omdat ze een bepaald belang dienen, soms gewoon omdat ze te verliefd zijn op hun eigen vooroordelen. Toen ik een paar jaar had geschreven over slordige natuurkundigen, wees iemand me op de voedingswetenschap. Ze zei: ‘Als je een tak van wetenschap zoekt waar ze er echt een potje van maken, dan moet je eens gaan neuzen in het onderzoek naar voeding, overgewicht en hart- en vaatziekten.’ Wat ik aantrof tart elke beschrijving. De huidige voedingsleer is geen wetenschap, maar een middeleeuwse godsdienst.”
Je zegt dat we niet dik worden omdat we te veel eten. Leg uit.
“Er zijn talloze studies die duidelijk laten zien dat sommige mensen op een bunkerdieet van zeg 5000 kcal nauwelijks aankomen, terwijl anderen nauwelijks afvallen op een hongerdieet van zeg 1700 kcal; bij gelijke activiteit. Het zijn dus niet primair de calorieën die maken dat we dik worden of afvallen. Wetenschappers weten al zeker 70 jaar dat gewichtsregulatie hormonaal gestuurd wordt.”
Wat gebeurt er dan bij mensen die dik worden?
“Je kunt alleen vet opslaan als er veel van het hormoon insuline in je bloed circuleert. Insuline is een pakhuishormoon: het zorgt ervoor dat voedingsstoffen worden opgeslagen, voornamelijk in de vorm van vet. Je hebt heel kleine beetjes insuline nodig, maar als je voortdurend meelproducten en suiker eet, of suiker drinkt in de vorm van frisdrank, pompt je alvleesklier voortdurend insuline in de bloedbaan. Dat is niet normaal. Al die insuline zet de sluisdeuren naar de vetcellen in één richting open. Het vet kan er in, maar er niet meer uit.”
Maar als je meer beweegt, dan gebruik je dat vet toch weer? Dan val je toch af?
“Bewegen is uitstekend, maar je moet niet de illusie hebben dat je er spectaculair van zult afvallen. Alle experts die ik sprak vertelden me dat het mensen niet lukt om af te vallen door meer te bewegen. Zelfs een studie onder 13000 fanatieke hardlopers liet zien dat de grote meerderheid elk jaar een beetje aankomt; zelfs degenen die vijf dagen per week 15 kilometer lopen. De reden ligt zo voor hand, dat niemand hem ziet: je krijgt honger en eet meer. En wat eten mensen? Voornamelijk zaken als pasta, sportkoekjes, pizza en brood, want dat is zogenaamd ‘gezond’. Maar al die extra koolhydraten gaan linea recta als vet naar de vetcellen, waar het vervolgens nog maar heel moeilijk uitkomt. Nogmaals, de insuline houdt het vet daar gevangen. Je kunt er niet meer bij.”
Je stelt dat dikke mensen niet dik zijn omdat ze te weinig bewegen, maar dat ze te weinig bewegen omdat ze dik zijn…
“Ja. Dikke mensen worden lethargisch en niet omdat ze ‘lui’ zijn. Obesitas is een ziekte van overdreven vetopslag. Dikke mensen hebben bij wijze van spreken voor maanden energie aan hun lijf, maar hun lichaamscellen kunnen er niet bij. Die verhongeren. Het energiegebrek is zo nijpend dat ze zelfs hun eigen spieren opeten. Het gevolg is dat deze mensen het koud krijgen, zo weinig mogelijk bewegen, kortom dat ze alles doen om energie te besparen. Ze zijn vet en ze lijden honger. De enige manier om ze te helpen, is de hormoonbalans te herstellen. Ervoor te zorgen dat de overvloedige stroom insuline stopt. En dat doe je door voornamlijk goede in plaats van slechte calorieën te eten. In de onderzoeken die zijn gedaan, zie je dat mensen vervolgens binnen een dag weer spontaan lichamelijk actief worden.”
De hersenen hebben toch glucose nodig om te functioneren?
“Zeker, maar het lichaam houdt de bloedsuikerspiegel uitstekend op peil, zelfs als je helemaal geen koolhydraten binnenkrijgt. Bovendien werken de hersenen en het hart nog effeciënter op ketonen, afbraakproducten van vetten die in geringe hoeveelheden ontstaan als je weinig suikers binnenkrijgt. Eskimo’s leven tijden achtereen zonder koolhydraten en ondervinden daar geen enkel nadeel van.”
Waarom wordt deze kennis niet toegepast?
“Tot ongeveer de jaren ’60 was dit alles tamelijk onomstreden. Mensen met een gewichtsprobleem werden door hun dokter op een koolhydraatbeperkt dieet gezet en iedereen zag dat het werkte. Toen slaagde een groepje onvoorstelbaar ambitieuze en eigenwijze wetenschappers erin de instanties ervan te overtuigen dat hart- en vaatziekten veroorzaakt worden door vet in het algemeen en verzadigd vet in het bijzonder. Een absolute dwaling, waar geen sliertje bewijs voor is, maar het gevolg was dat vet werd gedemoniseerd en mensen het advies kregen om veel complexe koolhydraten te eten. Parallel daarmee zag je dat we met z’n allen vetter werden. Het ironische is dat ongeveer op hetzelfde moment ook werd ontdekt dat hart- en vaatziekten juist worden veroorzaakt door de overdreven hoeveelheid geraffineerde koolhydraten in onze voeding en dat een hoog aandeel vet feitelijk juist beschermt. Maar de wetenschappers die dat vaststelden, zaten met een onmogelijke boodschap. Ik sprak voor mijn boek met een prominente onderzoeker uit Stockholm. Hij zei: ‘Pasta, rijst, koek, brood, gebak, suiker, dat zijn de items die voor een gevaarlijk cholesterolprofiel zorgen. Die overgewicht, diabetes en hartziekten veroorzaken. Tenzij je er heel matig mee bent. Dat is zo klaar als een klontje. Ik mag dat gerust constateren in wetenschappelijke artikelen die niemand leest, maar ik moet het niet in mijn hoofd halen om het in het openbaar te zeggen’.”
Worden wetenschappers gemuilkorfd?
“Niet letterlijk. Maar ze kunnen niet openlijk zeggen waar het op staat. Namelijk dat mensen minder geraffineerde koolhydraten en vooral minder suiker moeten eten om hun risico op overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten te verkleinen. Als ze dat doen, liggen ze er uit.”
Dan de hamvraag. Wat zijn goede calorieën? Wat raad je de lezeressen aan te eten?
“Slechte calorieën zijn items die de insulineproductie stimuleren. Alles wat rap wordt omgezet in glucose. Als je slank bent en volop energie hebt, heb je waarschijnlijk het geluk dat je extreem goed met suiker omgaat. Als je moet lijnen om overgewicht te voorkomen, heb je vrijwel zeker een insulineprobleem. En dan doe je er toch het verstandigst aan om geconcentreerde koolhydraten te ontwijken. De mens heeft gedurende zijn ontwikkeling vrijwel altijd koolhydraten gegeten. Dokters die in de vorige eeuw in de koloniën werkten, rapporteerden onafhankelijk van elkaar dat groepen die geen overgewicht, kanker en hart- en vaatziekten hadden, hun sublieme gezondheid verloren zodra de suikerconsumptie de twintig kilo per persoon per jaar overschreed. Het gaat om die grens. Nederlanders gebruiken nu ongeveer 40 kilo per persoon per jaar. Wat ik zelf eet? Vis, groenten, fruit, noten, eieren, boter, olijfolie, ongezoete zuivelproducten… Ik denk dat de lezeressen zelf slim genoeg zijn om te experimenteren. Probeer het maar eens een week. Je krijgt energie voor tien, hongeraanvallen verdwijnen en je wilt nooit meer terug!”
(Dit interview werd eerder geplaatst in een damesblad)
Experts wijzen op een gevaarlijke ontwikkeling die samenhangt met de wereldwijde obesitasepidemie. Uit een Engels onderzoek blijkt dat sinds 1991 drie keer zoveel mensen insuline nodig hebben. Het gaat vooral om mensen met diabetes type 2. Het krijgen van diabetes type 2 is onder meer te voorkomen door gezond, met minder koolhydraten, te eten. Zo blijft de bloedsuikerspiegel stabiel en heeft het lichaam geen grote hoeveelheden insuline nodig.
Te veel suikers
Diabetes ontstaat als het lichaam suikers (koolhydraten) in het lichaam niet meer zelf om kan zetten in energie. Normaal gesproken zorgt het hormoon insuline voor die omzetting, maar diabetespatiënten maken er zelf vaak niet genoeg meer van aan. Er blijven dan te veel suikers in het bloed achter en de bloedsuikerspiegel stijgt. Mensen met overgewicht hebben meer risico op het krijgen van diabetes (type 2) omdat de cellen van dikkere mensen minder gevoelig zijn voor het ontvangen van insuline.
Voor het onderzoek analyseerden deskundigen de voorschriften van diabetespatiënten. Ze ontdekten zo de enorme stijging van insulinegebruik tussen 1991 en 2010: van 136.800 gebruikers in 1991 naar 421.300 in 2010. Onder mensen met diabetes type 2 gaat het om acht keer (!) zo veel insuline: van 37.000 in 1991 naar 227.400 in 2010.
Steeds meer overgewicht
Uit de gegevens komt ook naar voren dat steeds meer mensen diabetes type 2 hebben, de variant waarbij overgewicht vaak een rol speelt. In 1991 leed het merendeel van de patiënten nog aan diabetes type 1, waarbij het eigen afweersysteem de oorzaak is en eetgewoonten er minder vat op lijken te hebben.
In 1991 kampten 98.400 mensen met diabetes type 1, tegenover 37.000 mensen met diabetes type 2. Nu zijn de rollen duidelijk omgedraaid: 134.900 mensen lijden aan diabetes type 1 en 227.400 mensen zijn gediagnosticeerd met diabetes type 2. Hoewel het hier specifiek om het Verenigd Koninkrijk gaat, laten cijfers in Nederland niets anders zien: 9 van de 10 diabetespatiënten hebben te maken met type 2. Dat duidt er dus op dat mensen over het algemeen dikker zijn en ongezonder leven.
Stabiele bloedsuikerspiegel
Het krijgen van diabetes type 2 is onder meer te voorkomen door gezond, met minder koolhydraten, te eten. Zo blijft de bloedsuikerspiegel stabiel en heeft het lichaam geen grote hoeveelheden insuline nodig.
Bron: Diabetes, Obesity and Metabolism
We weten dat suiker slecht voor ons is. Toch zijn velen van ons niet doordrongen van hóe slecht suikers (en geraffineerde koolhydraten die direct in suiker worden omgezet) zijn, zeker niet mensen die van nature slank zijn. Ook hebben veel mensen niet door hoeveel suiker ze ongemerkt eten, omdat suiker in heel veel producten verstopt zit. In soepen, dressings, ‘gezonde’ ontbijtproducten en sapjes, nootjes etc.
Als je wist wat suiker allemaal doet met je lijf zou je wel beter oppassen. Hier zes steengoede redenen om suiker en geraffineerde koolhydraten links te laten liggen:
1. Suiker is verslavend
Kun je je ’trek in iets zoets’, simpelweg niet weerstaan? Dat is wat suiker met je doet. We zijn biologisch geprogrammeerd om zoetigheid lekker te vinden en wanneer we het eten wordt er dopamine in onze hersenen aangemaakt; een geluksstofje. Ons brein herkent deze ontwikkeling en snakt naar meer suiker. In feite reageert het hetzelfde op suiker als op morfine en heroïne.
Maar die fijne ‘suikerrush’ is maar tijdelijk en wordt meestal al snel gevolgd door een ‘suikercrash’. Dan worden we moe en hongerig en willen we weer méér. Al snel is er sprake van een vicieuze cirkel: hoe meer suiker je eet, hoe meer je nodig hebt voor hetzelfde opbeurende effect.
2. Suiker verhoogt risico op hartproblemen
Een teveel aan suiker wordt opgeslagen in je lever, in de vorm van zogenaamde triglyceriden. Dat zijn vetachtige stoffen die aan vaatwanden blijven kleven als ze door onze bloedbaan stromen. Hoge triglyceridenwaarden dragen bij aan de ontwikkeling van ‘slagaderziekte’, waarbij slagaders zich vernauwen en het risico op een hartinfarct toeneemt. Daarnaast verlagen geraffineerde suikers het ‘goede cholesterol’ (HDL), terwijl dat het ‘slechte’ LDL-cholesterol in ons lichaam moet opruimen. Ook dat veroorzaakt een groter risico op hart- en vaatziekten.
3. Suiker veroorzaakt chronische ziekten en kanker
Suiker eten staat direct in verband met het ontwikkelen van chronische ziekten. Alleen al omdat dikker wordt als je veel suiker eet; met overgewicht heb je immers een veel grotere kans op hartziekten, bepaalde vormen van kanker en natuurlijk diabetes type 2.
Als je veel suiker (of geraffineerde koolhydraten) eet, stijgt ook je insulinepeil. Wanneer dit constant gebeurt, kunnen je cellen resistent voor insuline worden. Je lichaam maakt dan almaar meer insuline aan, waardoor je nog resistenter wordt. Insulineresistentie is uiteindelijk de voorloper van diabetes type II. Bovendien kan het leiden tot een hoge bloeddruk, kanker, hartziekten, veroudering van de hersenen, dementie en ga zo nog maar even door.
4. Suiker veroorzaakt ontstekingen
Door suikers krijg je gemakkelijker ontstekingen in je lichaam en die zijn weer het begin van zo’n beetje alle chronische gezondheidsproblemen; van artritis en eczeem tot dementie en beroerten.
5. Suiker bevordert stress
Een eetpatroon met veel suiker en geraffineerde koolhydraten heeft ook invloed op ons humeur en onze reactie op stress. Als onze bloedsuikerspiegel instabiel is, komen we terecht in een vicieuze cirkel: suikerpieken- en dippen die ons humeurig, prikkelbaar en hongerig maken. Dat gooit ons hele hormonensysteem overhoop, waardoor we ons naar en angstig kunnen voelen.
6. Suiker onderdrukt het immuunsysteem
Als je je afvraagt waarom je maar niet van die vervelende hoest of verkoudheid afkomt: suiker kan wel eens de boosdoener zijn. Suikers en geraffineerde koolhydraten staan erom bekend dat ze ons immuunsysteem minder werkzaam maken. Dat onderdrukkende effect start al binnen 30 minuten en duurt zo’n vijf uur. Als je dus gedurende de dag veel suiker eet, krijgt je immuunsysteem voortdurend een klap te verduren.
Hoeveel suiker is nog gezond?
Volgens de huidige richtlijnen ligt de grens voor vrouwen op 6 klontjes per dag en bij mannen op 9 klontjes per dag. Dat lijk heel wat, maar een flink bord tomatensoep bijvoorbeeld bevat al snel 4 klontjes suiker, evenals ontbijtyoghurt. Een groot glas frisdrank maar ook een groot glas vers sap bevat meer dan 6 klontjes suiker.
Stoppen met suiker werkt!
Het goede nieuws? Als je je suikerinname eenmaal terug schroeft, merk je al binnen een paar weken dat iets wat eerst nog heerlijk zoet smaakte, nu veel te zoet lijkt. Daardoor hunker je automatisch ook minder naar zoetigheid!
Bron: Irish Independent
Vetarme diëten zijn geen oplossing voor de obesitasepidemie, maar lijken daar juist aan bij te dragen. Dat stelt Daniela Drake, een gerenommeerde internist die geregeld over voeding en diëten schrijft voor de Amerikaanse krant The Daily Beast.
Internist kiest voor LowCarb
Onlangs kwamen er in Amerika nieuwe obesitasrichtlijnen uit die nog steeds aanzetten tot vetarm eten. Daniela is het daar niet mee eens. Ze vertelt over hoe ze in eerste instantie zelf ook aarzelde toen ze een ernstige obesitaspatiënt een vette bouillon voorschreef. ‘Ik was bang dat ze er een beroerte door zou krijgen. Als levenslange lijner was ik er vast van overtuigd dat verzadigd vet de vijand is; als arts zat ik gevangen in dieetrichtlijnen die vetvrij voedsel voorschrijven. Maar het ging niet goed met mijn patiënt en ik moest iets radicaal anders doen. Dus ik koos voor een vette maaltijd en hoopte er het beste van.’
Wat er gebeurde zal lowcarb-eters niet verbazen. De patiënte viel af en haar suikerwaarden werden beter. Ze had zelf geen astma klachten meer. Een koolhydraatarm, vetrijk eetpatroon redde haar leven.
Dikker door minder vet
Daniela was dan ook hoogst verbaasd toen ze zag dat de nieuwe richtlijnen in Amerika (en in andere westerse landen waar obesitas een groot probleem is, red.) niets zeggen over koolhydraatarme voeding. Er wordt alleen gesproken over het eten van minder calorieën, en dat terwijl algemeen bekend is dat minder calorieën ervoor zorgen dat je later juist weer aankomt.
‘Dus deze aanbeveling zou er echt toe kunnen leiden dat een natie met dikke mensen nog dikker wordt. Dit is precies wat mensen met obesitas ons vertellen: hoe meer ze lijnen, hoe dikker ze worden.’ Daniela is niet de enige deskundige met die opvatting. Zo benadrukt Kerry Stewart, onder meer Professor of Medicine: ‘Hoe minder vet we zijn gaan eten, hoe zwaarder we zijn geworden.’
17 versus 1600 onderzoeken
Daniela denkt dat we anders zouden reageren als obesitas in werkelijkheid een nare besmettelijk ziekte was, ‘met vette wormen’ . ‘Dan zouden we wel alert reageren. Voor onszelf en voor onze kinderen en ons land. We zouden zelfs zo bang zijn dat we onze hele dieetaanpak zouden heroverwegen. Maar de nieuwe obesitasrichtlijnen zeggen niets over de vetarm-vetrijk-discussie.’
De Amerikaanse commissie heeft voor haar obesitasrichtlijnen 17 onderzoeken geanalyseerd. De internist wijst daarom naar Zweden, waar een commissie zich over maar liefst 16.000 studies boog. Aan de hand van die uitkomsten besloot de Zweedse regering landelijk een lowcarb dieet te adviseren. Daniela noemt ook een reeks studies die aantoont dat verzadigd vet geen voor hart- en vaatzieken veroorzaken. En dat uit resultaten van de Women’s Health Initiative naar voren komt dat vrouwen die meer verzadigd vet aten niet meer risico op obesitas of hartzieken hadden.
Up-to-date aanpak
De internist sluit af door te zeggen dat een vetrijk dieet geen wondermiddel is en dat er geen ‘one size fits all-aanpak’ mogelijk is. Obesitas heeft bijvoorbeeld ook te maken met darmbacteriën en verkoudheid, hormonen en slaap, cultuur en gewoonte, goede en slechte calorieën. ‘Maar het is van groot belang dat artsen up-to-date zijn als ze patiënten helpen om weer gezond te worden.’
Bron: The Daily Beast
Zelfs door het eten van zogenaamde ‘goede’ koolhydraten rotten onze hersenen en lopen we het risico ziektes als dementie te krijgen. Ook dragen koolhydraten bij aan het ontwikkelen van depressie, epilepsie en hoofdpijn. Daarvoor waarschuwt de Amerikaanse neuroloog David Perlmutter.
Sluipmoordenaar
Perlmutter spreekt van ‘sluipmoordenaars’ in zijn boek Grain Brain: The Surprising Truth About Wheat, Carbs, and Sugar – Your Brain’s Silent Killers. Hij gelooft dat we terug moeten naar de manier waarop onze voorouders aten; met meer vlees en vet. Onze voeding zou voor zo’n 75 procent uit vet moeten bestaan en voor slechts 5 procent uit koolhydraten. In feite, zo stelt Perlmutter, zijn menselijke genen in duizenden jaar zo geëvolueerd dat we met een vetrijk, low carb dieet goed uit te voeten kunnen. Toch eten we tegenwoordig bijna het tegenovergestelde.
Symptomen bestrijden
‘Het idee van ‘vetarm’ zitten in ons hoofd en buik ingepeperd,’ zegt de neuroloog. ‘Het is nergens op gebaseerd en de oorzaak van de meeste moderne ziekten.’ Hij vervolgt : ‘Mensen krijgen een hersenziekte en vragen zich af welke wonderpil ze moeten nemen. Ze willen de symptomen bestrijden in plaats van de dieperliggende oorzaak van de ziekte. Terwijl we in feite met onze eetgewoonten en levensstijl een enorme rol ons eigen lot bepalen.’
Dementie
Eerder toonde onderzoek aan dat een koolhydraatrijk eetpatroon het risico op de dementie doet toenemen. Een studie, gepubliceerd in Journal of Alzheimer’s Disease, stelde dat oudere mensen die veel koolhydraten aten meer dan drie zo veel kans hadden op een cognitieve stoornis – waardoor ze weer vaker dementie ontwikkelden. Mensen die juist goede vetten aten, zoals in noten en gezonde oliën, hadden 42 procent minder kans op cognitieve stoornissen. Wie veel eiwitten (zoals in vis en vlees) binnen kreeg, had 21 procent minder kans op de stoornissen.
Diabetes 2
Ander onderzoek liet zien dat hoge bloedwaarden ervoor zorgen dat het brein suiker niet meer goed kan verwerken – zoals te zien is bij diabetes type 2.
Bron: Forbes
Door weinig koolhydraten te eten, krijgen kankercellen in ons lichaam minder kans. Het is algemeen bekend dat lichaamscellen zowel glucose als vet gebruiken, maar kankercellen gedijen alleen op glucose en kunnen niet overleven op ketonen (die vrijkomen als ons lichaam vet verbrandt). Ons lichaam zet koolhydraten om in glucose, dus als we minder koolhydraten eten, blijven de ketonen over en sterven kankercellen uit.
Er zijn steeds meer medici die de voordelen van een low carb dieet in zien en ook geloven dat die bepaalde kankers kan bestrijden. Onder hen is ook dr. Eugene J. Fine, professor aan het Albert Einstein College of Medicine in New York. Hij deed onderzoek naar het effect van low-carb eten op kankercellen.
Al langer bekend
Dit fenomeen werd al waargenomen in de jaren 20 van de vorige eeuw, door de Duitse biochemicus Otto Warbug. Hij won een Nobelprijs in 1931 omdat hij ontdekte dat kankercellen nauwelijks zuurstof nodig hebben en dat ze teren op suikers. Maar sindsdien is er geen grootschalig onderzoek gedaan naar het toepassen van een low carb dieet in de strijd tegen kanker, gedeeltelijk vanwege de door de regering hardnekkig verspreide boodschap dat een koolhydraatrijk dieet gezonder is.
Effectief tegen allerlei ziekten
Volgens dr. Fine is het nog te vroeg om te zeggen dat een low carb eetpatroon daadwerkelijk kanker geneest, maar hij beklemtoont wel dat een streng low-carb dieet bewezen effectief is in het bestrijden van allerlei ziekten, zoals epilepsie, obesitas, diabetes en hartziekten. Het mooie van een low carb of ketogeen dieet is dat het in ieder geval dat het niet giftig is en niet duur – in tegenstelling tot bijvoorbeeld chemotherapie, dat patiënten erg ziek maakt en een fortuin kost.
Gevorderd stadium
De onderzochte patiënten van dr. Fine hadden allemaal kanker in een gevorderd stadium. De deelnemers volgden het ketogeen dieet (waarbij ze dagelijks minder dan 50 gram koolhydraten aten), 28 dagen lang. Zes op de tien patiënten reageerden erg goed op de manier van eten; de kanker stabiliseerde of werd minder. Momenteel lopen er nog verschillende onderzoeken naar het ketogeen dieet en de bestrijding van kanker. De uitslagen daarvan zullen bepalen of de medische wereld het dieet gaat omarmen als middel tegen kanker in de toekomst.
Bang om (ooit) dement te worden? Dat lijkt niet nodig. Alzheimer wordt in zijn geheel veroorzaakt door het eten van koolhydraten, en dus kun je zelf het verschil maken. Dat beweert topneuroloog en auteur van het boek Grain Brain, David Perlmutter. De beroemde Amerikaanse tv-dokter Dr. Oz had hem in zijn show uitgenodigd.
Niet genen maar eetgedrag bepalend
Het controversiële boek gaat ervan uit dat zelfs mensen uit families waarin veel dementie voor komt, de cirkel kunnen doorbreken. Het krijgen van Alzheimer en aanverwante ziektes blijkt niet bepaald te worden door onze genen, maar door ons eetgedrag. Niet alleen producten met wit meel of suiker, maar ook hele granen beïnvloeden ons brein op een negatieve manier.
Van vijand naar vriend
De neuroloog legt uit hoe de koolhydratenconsumptie de afgelopen jaren is gestegen doordat vet als onze grootste vijand werd gezien. Hij benadrukt dat dat verkeerd is gedacht; koolhydraten zijn als ‘gif’ voor je hersenen en vet juist diens beste vriend. Het krimpen van je brein (wat onder meer gebeurt bij dementie) heeft volgens Perlmutter alles te maken met de voedingskeuzes die je maakt.
Dr. Oz verklaart hoe bloedsuikers in het brein problemen geven en dat koolhydraten – alle soorten – daar verantwoordelijk voor zijn. Daar horen dus ook zogenaamd ‘gezonde’ hele granen bij. En bol- en knolgewassen en fruit als je daar teveel van eet.
Veel gezonde groenten en vetten
Bladgroenten en andere groenten die boven de grond groeien worden juist ten zeerste aangeraden, samen met vetten als olijfolie, boter, kokosnotenolie, avocado’s, kaas en vlees.
Snelle reparatie
Er is overigens nog hoop voor wie nog veel koolhydraten eet. Volgens Perlmutter kan ons brein, dat elastisch is, zichzelf snel herstellen van de schade die koolhydratenconsumptie heeft aangericht.