Koolhydraatarme diëten zijn jarenlang als controversieel gezien. Mensen geloofden dat deze diëten een hoog cholesterol veroorzaakte en hart- en vaatziekten. Maar inmiddels zijn er veel bewijzen dat het tegendeel waar is. Een koolhydraatarm dieet zorgt niet alleen voor meer gewichtsverlies maar heeft juist een bijzonder positief effect op de gezondheid!
10 bewezen gezondheidsvoordelen van Koolhydraatarme diëten
1. Makkelijk vol te houden door minder eetlust
De hoofdreden waarom mensen zich ellendig voelen en stoppen met het dieet is honger. Het voordeel van minder koolhydraten eten is dat het de eetlust vermindert. Onderzoeken laten zien dat als mensen koolhydraten weglaten en meer eiwitten en vetten gaan eten, ze minder honger hebben en daardoor uiteindelijk minder calorieën binnen krijgen.
Conclusie: Bij een koolhydraatarm dieet is het makkelijk om minder te eten omdat je minder eetlust hebt.
2. Koolhydraatarme diëten leiden tot meer gewichtsverlies
Koolhydraten beperken is één van de meest simpelste en effectiefste manieren om gewicht te verliezen. Onderzoeken wezen uit dat mensen op een koolhydraatarm dieet meer en sneller gewicht verliezen dan mensen met een caloriearm dieet.
Met een koolhydraatarm dieet verliezen mensen 2 tot 3 keer meer gewicht dan met een caloriearm dieet. En dat zonder honger! Koolhydraatarme diëten zijn effectief gebleken tot 6 maanden. Daarna komt het gewicht langzaam terug als mensen het dieet opgeven en terug gaan naar de oude eetgewoontes.
Koolhydraatarme voeding moet daarom niet gezien worden als een dieet, maar als een eetgewoonte. Dat is de enige manier om blijvend succes te hebben. Voor sommige mensen is het mogelijk om gezondere koolhydraten aan het dieet toe te voegen zodra het streefgewicht is gehaald.
Conclusie: Bijna zonder uitzondering verliezen mensen met Koolhydraatarme diëten meer gewicht dan met andere diëten. Vooral in de eerste 6 maanden.
3. Een groter deel van het vetverlies komt van de buikholte
Niet al het vet in het lichaam is hetzelfde. Waar vet wordt opgeslagen bepaalt hoe het de gezondheid en risico op ziekte beïnvloedt. We hebben vet onder de huid en visceraal vet (vet in de buikholte). Het visceraal vet zit rondom de organen. Te veel van dit vet kan leiden tot ontsteking, insuline resistentie en het visceraal vet wordt beschouwd als de grootste oorzaak van het metabool syndroom, wat een groot risico vormt voor de gezondheid.
Koolhydraatarme diëten zijn zeer effectief om vet in de buikholte te verminderen. Deze diëten zorgen niet alleen voor meer vet verlies dan andere diëten maar ook voor meer vet verlies in de buikholte. Dit zou op lange termijn het risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 verlagen.
Conclusie: Een grote percentage van het verloren vet bij koolhydraatarme diëten komt van de buikholte. Dit vet vormt het grootste gevaar voor de gezondheid.
4. Triglyceriden in het bloed worden verlaagd
Triglyceriden zijn vet moleculen. Het is bekend dat de nuchtere triglyceriden, de hoeveelheid die we na een nacht vasten in het bloed hebben, een sterke risicofactor is voor hart- en vaatziekten. De grootste oorzaak waarom deze triglyceriden in het bloed zitten is de koolhydraat inname en dan met name de suiker fructose. Als mensen minder koolhydraten eten hebben ze een verlaging van de triglyceriden in het bloed. Bij de gewone caloriearme diëten wordt het triglyceriden gehalte in het bloed in de meeste gevallen juist verhoogd.
Conclusie: Koolhydraatarme diëten zijn erg effectief op het verlagen van triglyceriden in het bloed. Oftewel de vet moleculen in het bloed die een groot risico zijn voor hart- en vaatziekten.
5. Verhoging van HDL cholesterol, het goede cholesterol
High Density Lipoprotein (HDL) cholesterol is het goede cholesterol. Eigenlijk is het verkeerd om het cholesterol te noemen want cholesterol is allemaal hetzelfde. HDL en LDL zijn de lipoproteïnen die het cholesterol in het bloed vervoeren. LDL vervoert het cholesterol van de lever naar de rest van het lichaam en HDL haalt het cholesterol uit het lichaam en vervoert het naar de lever. In de lever kan het worden hergebruikt of uitgescheiden.
Het is bekend dat hoe hoger het HDL hoe kleiner de kans is op hart- en vaatziekten. Om HDL te verhogen moet men vet eten en bij koolhydraatarme diëten wordt er veel vet gegeten. Het is daarom niet verassend dat het HDL cholesterol stijgt bij een LowCarb dieet. Terwijl bij diëten laag in vet het HDL cholesterol stabiel blijft of zelfs daalt.
Triglyceriden:HDL ratio is een andere factor om hart- en vaatziekten te voorspellen. Hoe hoger deze is, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten. Door het verlagen van de triglyceriden en het verhogen van het HDL is een LowCarb dieet een verbetering voor deze factor.
Conclusie: Koolhydraatarme diëten hebben een positieve invloed op het cholesterol
6. Sterke verbetering bij diabetes mellitus type 2
Als we koolhydraten eten worden deze in de spijsvertering afgebroken tot simpele suikers, ook wel glucose genoemd. Vervolgens worden ze opgenomen in het bloed en verhogen daarmee de bloedsuikers. Hoge bloedsuikers zijn giftig en daarom haalt het hormoon insuline de glucose uit het bloed en brengt het naar de lever- en spiercellen. Deze cellen kunnen glucose als energiebron gebruiken of opslaan als glycogeen. Bij gezonde mensen voorkomt de snelle reactie van insuline de piek van het stijgen van de bloedsuiker die schadelijk is voor ons. Echter hebben veel mensen problemen met dit systeem. Ze hebben insuline resistentie, waardoor niet alle glucose uit het bloed kan worden gehaald door de insuline. Dit kan uiteindelijk tot diabetes mellitus type 2 leiden. Het lichaam kan niet genoeg insuline produceren om de bloedsuikers te verlagen na een maaltijd. Ongeveer 300 miljoen mensen over de hele wereld hebben deze ziekte.
De simpele oplossing voor dit probleem is koolhydraten verminderen. Hierdoor is er minder insuline nodig om de bloedsuiker te verlagen. Hierdoor verlaagt het insuline én de bloedsuiker.
Volgens Dr. Eric Westman, die veel patiënten met diabetes heeft behandeld met een Lowcarb dieet, moet de dosis insuline met 50% worden verlaagd op de eerste dag. In een onderzoek met diabetes type 2 patiënten had 95,2% de glucose verlagende medicijnen verminderd of helemaal niet meer nodig in 6 maanden tijd.
Mensen die glucose verlagende medicatie gebruiken en starten met een koolhydraatarm dieet moeten regelmatig worden gecontroleerd, omdat de dosis vaak al na enkele dagen kan worden aangepast. Dit is belangrijk om hypoglycemieën te voorkomen.
Conclusie: De beste manier om bloedsuiker en insuline te verlagen is door de koolhydraat consumptie te beperken. Deze manier is ook heel effectief om diabetes mellitus type 2 te behandelen en mogelijk de ziekte te laten verdwijnen.
7. Een koolhydraatarm dieet verlaagt de bloeddruk
Een hoge bloeddruk, ook hypertensie genoemd, is een risicofactor voor meerdere ziektes zoals hart- en vaatziekten, nierziekten, hartaanval en vele andere. Koolhydraatarme diëten zijn effectief in het verlagen van de bloeddruk waardoor de risico op deze ziektes lager wordt.
Conclusie: Onderzoeken wijzen uit dat verminderen van koolhydraten leidt tot een significante verlaging van de bloeddruk. Verlaging van de bloeddruk zou moeten leiden tot een verlaging van de risico op vele ziekten.
8. Koolhydraatarme diëten zijn de meest effectieve behandelingen voor het metabool syndroom
Het metabool syndroom is een medische conditie die wordt geassocieerd met diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten. Het is een verzameling van symptomen:
• Te hoge middelomtrek
• Verhoogde bloeddruk
• Verhoogde nuchtere bloedsuikers
• Verhoogde triglyceriden
• Verlaagde HDL cholesterol
Het goede nieuws is dat alle 5 symptomen verbeteren met een LowCarb dieet! Helaas wordt er door de overheid en gezondheidsinstanties nog steeds een caloriearm dieet geadviseerd, wat niet alleen onderliggende metabole probleem niet oplost, maar het vaak nog verergert!
Conclusie: Koolhydraatarme diëten verbeteren al de 5 symptomen van het metabool syndroom. Een ernstige aandoening die mensen kwetsbaar maakt voor onder andere hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2.
9. Koolhydraatarme diëten verbeteren het LDL cholesterol
Low Density Lipoprotein (LDL) wordt ook het slechte cholesterol genoemd. Het is bekend dat mensen met een hoog LDL cholesterol meer kans hebben op hartaanvallen. Echter hebben wetenschappers ontdekt is dat het uitmaakt wat voor type LDL cholesterol het is. Ze zijn niet allemaal gelijk. De grootte van de deeltjes is belangrijk.
Mensen die het meeste kleine deeltjes hebben een verhoogde risico op hart- en vaatziekten. Terwijl mensen die het meeste grote deeltjes hebben een lage risico op hart- en vaatziekten hebben. Het blijkt dat Koolhydraatarme diëten de kleine LDL deeltjes omzetten naar de grote LDL deeltjes en ondertussen de LDL deeltjes in het bloed verlagen.
Conclusie: Als men een LowCarb dieet eet worden de slechte kleine LDL deeltjes omgezet naar de goede grote LDL deeltjes. Daarnaast helpt verminderen van koolhydraten mogelijk bij het verlagen van het totaal LDL deeltjes in het bloed.
10. Koolhydraatarme diëten werken therapeutisch voor verschillende hersenaandoeningen
Glucose is nodig voor de hersenen. Sommige delen van de hersenen kunnen alleen glucose verbranden. Dat is de reden waarom de lever glucose maakt uit eiwit als we te weining koolhydraten eten. Maar een groot gedeelte van de hersenen kunnen ook ketonen verbranden. Ketonen worden gevormd in tijden van honger of wanneer de koolhydraat inname te laag is. Dit is het mechanisme achter het ketogene dieet die voor tientallen jaren wordt gebruikt om epilepsie bij kinderen te behandelen die niet op medicatie reageren. In de meeste gevallen kan dit dieet de kinderen genezen.
Conclusie: Diëten die erg laag zijn in koolhydraten en ketogene diëten worden nu onderzocht bij andere hersenaandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer en Parkinson.
Bron: De evidence-based health site Authority Nutrition
Je verliest meer gewicht met een koolhydraatarm dieet (zoals het Atkinsdieet) en houdt het dieet ook beter vol. Ook blijken mensen die een koolhydraatarm dieet volgen gezonder dan mensen die een vetarm dieet volgen. Mensen met diabetes type II kunnen vaak minder medicijnen gebruiken of zelfs stoppen met medicatie, als ze een koolhydraatarm dieet volgen.
Tot deze conclusie kwam de onafhankelijke nieuws- en commentaarsite Sign of the Times (SotT) maar liefst 23 vergelijkende gerenommeerde wetenschappelijke studies op een rijtje gezet. Ze wilden hiermee een eind maken aan de discussie over wat beter is; een vetarm (calorie-arm) of juist een koolhydraatarm vetrijk dieet.
Gewichtsverlies
– De koolhydraatarme groepen verloren vaak 2 tot 3 keer zoveel aan gewicht als de vetarme groepen.
– Opvallend, want de vetarme groepen hadden vaak een calorieënbeperking, terwijl de koolhydraatarme groepen zoveel aten als gewenst.
– zelfs als beide groepen voor het onderzoek evenveel calorieën aten, verloren de ‘koolhydraatarmen’ nog steeds meer gewicht.
– Qua abdominaal vet (vet rondom de buik en de organen), hadden de ‘koolhydraatarmen’ een duidelijk voorsprong.
HDL Cholesterol
Een van de beste manieren om het ‘goede’ HDL-cholesterol te verhogen is door meer vet te eten. Het is dan ook niet verrassend dat bij de low-carb diëten, waarbij meer vet gegeten werd, het HDL duidelijk verhoogde. Een hoger HDL-level zorgt voor een beter metabolische gezondheid en minder risico op hart- en vaatziekten.
LDL-cholesterol
De angst van sommigen dat koolhydraatarme diëten een hoger totaal- en LDL-cholesterolgehalte veroorzaken, is volgens de bevindingen ongegrond. Vetarme diëten zorgen weliswaar voor een lager totaal- en LDL-cholesterolgehalte, maar meestal is dat maar tijdelijk, zo komt naar voren. Na 3 tot 6 maanden is er geen verschil tussen beide dieetvarianten aan te tonen. Bij beide diëten werden er geen nadelige gevolgen op dit vlak gerapporteerd.
Triglyceriden
De hoeveelheid triglyceriden in je bloed is een sleutelaanwijzing voor het hebben van het metabolismesyndroom ( dat wordt veroorzaakt door te veel eten en te weinig bewegen). De beste manier om het aantal triglyceriden terug te dringen is door minder koolhydraten te eten, met name suikers. Aan de hand van deze studies is duidelijk geworden dat zowel bij een vetarm als vetrijk dieet het aantal triglyceriden in het bloed afneemt, maar dat het effect veel groter is bij de low-carb groepen.
Bloedsuikerspiegel, insulinepijl, diabetes type II
De onderzochte personen met diabetes type II die zich goed hielden aan een koolhydraatarm dieet en voldoende koolhydraten schrapten hadden veel succes. Meer dan 90 procent van de ‘koolhydraatarmen’ slaagden erin om veel betere resultaten te krijgen. Ze konden minder medicijnen tegen diabetes gaan gebruiken of hoefden die zelfs helemaal niet meer te nemen.
Bij niet-diabetici verbeterden de bloedsuikerspiegel en het insulinelevel in zowel de low-carb groepen als de vetarme dieetgroepen. Het verschil tussen deze groepen was meestal klein.
Bloeddruk
Bij beide diëtende groepen ging de bloeddruk omlaag. Maar de analyst van SotT merkt op dat het veel uitmaakte of de deelnemers hun dieet volhielden. Het percentage volhouders lag hoger bij mensen die low-carb aten in plaats van vetarm. Dat komt waarschijnlijk omdat het hongergevoel bij mensen die koolhydraatarm eten, afneemt, en omdat ze mogen dooreten totdat ze vol zitten en omdat vet verzadigd.
In de vergeleken onderzoeken werden steeds Onder de deelnemers aan de onderzoeken waren mensen met gezondheidsproblemen, inclusief overgewicht/obesitas diabetes type II en het metaboolsyndroom (of stofwisselingssyndroom). Dat zijn een paar van de grootste gezondheidsproblemen ter wereld.
Een vetarm dieet zou niet meer moeten worden voorgeschreven, aldus de onderzoekers.
Bron: sott.net
Een mooie, zuivere huid? Vermijd suiker en eet voedsel dat je bloedsuikerspiegel laag houdt. Dat benadrukken verschillende voedingsdeskundigen in een artikel van The Washington Post. ‘Je bent écht wat je eet,’ zegt Meagen McCusker, specialist op het gebied van dermatologie aan de University of Connecticut Health Center.
Ontstekingen door suiker
Ze legt uit dat suiker ontstekingen in het lichaam kan veroorzaken en een nadelig effect heeft op celmembramen (en biologische structuur die de binnenkant van een cel scheidt van de buitenkant, red). En bij een nog grotere inname zorgt suiker voor afbraak van collageen in ons lijf. Collageen is nu juist een eiwit dat onze huid stevig en elastisch houdt.
Geen eten uit pakjes
Juliet Rodman, diëtiste en mede-oprichter van Corporate Wellness Solutions, is het met MecCusker eens. ‘Blijf uit de buurt van alles dat uit een verpakking komt,’ zegt ze. ‘Vanwege de suikers, maar ook vanwege andere toevoegingen.’ Ze moedigt aan om groenten in verschillende kleuren te eten, plus noten en zaden. Op die manier krijgen we mineralen, vezels en vitaminen A, C en E binnen. Rodman noemt als voorbeeld het eten van noten en donkergroene bladgroentene: echte zinkbommetjes. In boerenkool zitten vitaminen A en C, en zonnebloempitten en amandelen puilen uit van vitamine E.
Vis en lijnzaad
In noten zitten eveneens gezonde vetten en eiwitten, voegt Alan Dattnee, dermatoloog in New York en eigenaar van Holistic Solutions, toe. Celmembramen hebben volgens haar baat bij omega 3-vetzuren die bijvoorbeeld in wilde zalm te vinden zijn. McCusker adviseert daarnaast het eten van met gras gevoed rundvlees, visolie en lijnzaad.
Probiotica
Een andere slimme toevoeging in ons eetpatroon: probiotica – onder meer te vinden in yoghurt en kefir. Volgens McCusker is er bewijs dat probiotica niet alleen de stoelgang op gang brengt, maar ook onze huid gezond en stralend maakt. Overigens raadt ze het nuttigen van andere zuivel, als melk, af. ‘Evolutionair gezien hebben we geen zuivel meer nodig als we niet meer gezoogd worden. En voor mensen met acne: zuivel kan het verergeren.’
Wat dan wel te drinken? Water!
‘Toen ik klein was, kreeg je hooguit één bagel in het weekeinde. Dertig jaar geleden schoten de bagelshops als paddestoelen uit de grond en nu eten we ze iedere dag. Ze bevatten geen vet, dus moeten ze wel gezond zijn. Het idee dat een dieet met weinig vetten gezond zou zijn, is toen geïnstitutionaliseerd – maar op niets gebaseerd.’
Eet lekker vet, maar laat de koolhydraten staan, want die veroorzaken obesitas, zegt de Amerikaanse eetgoeroe en wetenschapsjournalist Gary Taubes (55).
‘Mijn moeder wist wat je dik maakte. Zij begreep waarom Amerikanen van Italiaanse afkomst overgewicht kregen: puur vanwege de dagelijkse pasta.’ Donderdagavond was altijd spaghetti-avond bij hen thuis. Maar als zijn moeder wilde afvallen, at ze een tijdje geen pasta, rijst en aardappelen. Ze liet dus de koolhydraten staan. ‘Die kennis was eind jaren vijftig gemeengoed.’
De strijd tegen de koolhydraat is het levenswerk van Taubes geworden. Het begon toen hij zich in 2002 in The New York Times afvroeg of de voorstanders van mager voedsel, zoals de overheid en levensmiddelenfabrikanten met hun anti-vetcampagnes, niet een leugen verkondigden. Die boodschap kwam aan, want overgewicht had in de Verenigde Staten epidemische vormen aangenomen.
Om zijn theorieën te staven schreef Taubes Good Calories, Bad Calories (2007). Door de één werd hij bejubeld, door de ander verguisd. Hij was op tv bij Larry King en maakte ruzie met dr. Oz, bekend van optredens bij Oprah Winfrey. Voor het grote publiek schreef hij Why We Get Fat (2010). In wetenschappelijke kring vertegenwoordigt hij een minderheidsstandpunt, maar zijn beide boeken zijn bestsellers. Zijn ideeën over een koolhydraatloos dieet hebben verwantschap met die van Atkins. Hij geeft er volgende week een lezing over in de Amsterdamse Rode Hoed.
U eet al jaren geen koolhydraten. Vindt u brood en kaas geen fantastische combinatie?
‘Zeker. Als ik denk aan pizza, loopt het water me in de mond. Dat gaat niet over. Het is een pavlovreactie. Trouwens, nu ik me herinner hoe goed pizza smaakt, zou ik er best een lusten.’
Als dat verlangen er nog steeds is, dan is het toch beter het advies van voedingswetenschappers te volgen die zeggen: sluit niets uit. Eet alles, maar met mate?
‘Sommigen zijn voorbestemd dik te worden, hun lichaam reageert anders op koolhydraten. Dat is heel oneerlijk. Dan helpt dat advies niet.’
Dikke mensen eten toch meer dan dunne mensen?
‘Ja, maar waarom worden zij dik en anderen niet? Hoe blijven die dun zonder minder te hoeven eten?
‘En er zijn dikkerds die dun zijn, maar die hongeren zichzelf uit. Nu kampt tweederde van de Amerikanen met overgewicht. De meeste obese mensen eten al matig. In feite zijn ze fanatieker dan dunne mensen, juist omdat ze obees zijn. Ik ben gestopt met het eten van koolhydraten en nu ben ik niet meer dik, al ben ik nog steeds een flinke vent. Vijftien jaar geleden at ik weinig vet, nam ik geen zure room, geen boter. Als ik kip at, was het zonder vel. Toch was ik toen dikker.’
U had obesitas?
‘Ik had overgewicht. Destijds woonde ik in Los Angeles, vlak bij zee. Dagelijks sportte ik, want dat doe je als je daar woont. Mijn leven bestond uit sporten, schrijven en eten. Wat ik at, was gezond. Ieder jaar kwamen er toch een paar pondjes bij.
‘Voor het tijdschrift Science deed ik onderzoek naar voeding en volksgezondheid, en sprak 150 bronnen – voor één artikel. Ik boog me over wetenschappelijk onderzoek, over waarom diëten die weinig vet bevatten gezond zouden zijn. Ik was verbaasd over de kwaliteit van de resultaten: de ‘bewijzen’ waren niet aantoonbaar. Verbijsterend. Vervolgens publiceerde ik mijn artikel in het magazine van The New York Times. Mijn boodschap kwam hard aan.’
Hoe is de overgewichtepidemie ontstaan?
‘Het begon rond 1975. Een leefwijze met weinig vetten was gezond, dat was de algemene opvatting. In 1977 deed maïssiroop (corn syrup) zijn intrede. In die tijd steeg ook de suikerconsumptie; suiker bevat immers geen vet, maar is wel een koolhydraat. Er kwamen frisdranken op de markt met een hoog fructosegehalte. Fabrikanten deden alsof dat iets anders was dan suiker. Ook haalden ze vet uit bijvoorbeeld yoghurt en deden er suiker in. Voegden wat aardbeien toe en adverteerden dat die yoghurt goed is voor je hart, omdat het cholesterolgehalte laag is. Door dat dieetdogma denken we dat die yoghurt gezond is, al bevat die net zo veel suiker als een blikje cola.’
In Nederland volgden we dezelfde lijn met de Let op Vet-campagne van het Voedingscentrum uit de jaren tachtig. Het vet dat je eet, slaat zich op in het lichaam.
‘Is verzadigd vet slecht? Dat bewijs is er niet. Het probleem zit in vetopeenhopingen die door insuline worden veroorzaakt. Vanaf 1962 konden we vetzuren en hormonen meten in het bloed. Toen werd dat verband ontdekt. Makkelijk te verteren levensmiddelen met koolhydraten erin, zoals aardappelen, geraffineerde producten als bloem en suikers, hebben een unieke invloed op het insulinehormoon. Het zijn relatief nieuwe voedselsoorten, evolutionair beschouwd, maar ze veroorzaken wel obesitas. Ik kan watertanden bij de gedachte aan een eclair, maar ik weet dat die niets voor mij doet. Er is geen reden om te snoepen. Er zit niets in suiker en witte bloem, geen mineralen, geen anti-oxidanten. Het levert alleen maar energie op.’
Dat kan een goede reden zijn er toch je tanden in te zetten.
‘Alleen als je sterft van de honger.’
Bron: VK (30 maart 2012)
Auteur: Marie-Louise Schipper
Interview met Gary Taubes wetenschapsjournalist